Het wonderlijke tijdsdocument van John Coltrane kwartet en Eric Dolphy
John Coltrane with Eric Dolphy, ‘Evenings at the Village Gate’
Eens de muziek voorbij is, is het weg. Zo sprak de Amerikaanse jazzmuzikant Eric Dolphy halverwege de jaren zestig zijn (Nederlandstalig) publiek toe. Het zegt iets over diens instelling, over het muziekmaken als een momentaan proces. Een ingesteldheid die jazzreus John Coltrane natuurlijk ook helemaal niet zo vreemd was. Ook voor hem was livemuziek immers een ervaring van een hogere orde.
Hogere orde
Tijdens het beluisteren van deze opnames door het John Coltrane kwartet met Eric Dolphy uit 1961 voel je iets van die ervaring van een hogere orde. Beide musici stonden toen, begin jaren zestig, aan de vooravond van hun nog volop ontluikende en ontbolsterende carrières. Typerend is bijvoorbeeld dat Coltrane destijds een bescheiden “hit(je)” te pakken had met het nummer ‘My favorite things’.
Tegenwoordig is het een jazzklassieker die onlosmakelijk gekoppeld is aan het hele oeuvre van Coltrane. Niet geheel toevallig is ‘My favorite things‘ de meteen een flink kwartier in beslag nemende opener waarin de samenwerking tussen het John Coltrane kwartet (McCoy Tyner op piano, Reggie Workman op bas en Elvin Jones achter de drumkit) en Dolphy gensters slaat.
Lang uitgerekte livetakes
Het tekent ergens de losse, heel vrije feel van deze opnames. Zo is er niet enkel de grote zin voor avontuur. Ook een vooral word je als luisteraar gewaar dat het hier gaat om lang uitgerekte takes
waar de creatieve vrijheid helemaal de overhand neemt. Daarvoor ook was de al bij al bescheiden
Village Gate een geschikte plek. Die vormde destijds de tijdelijke thuisplek voor menige muzikant,
ongeacht of men nu eerder folk, blues of jazzgeoriënteerd was. Veel was mogelijk, zolang musici
maar met volle overgave speelden. En dat bleek, zo valt hier te horen, helemaal het geval.
Reactie op critici
De muziek op deze liveregistratie gaat verschillende richtingen uit. Na het door de drumfills van Elvin Jones opgejaagde spel van ‘My favorite things’ beland je bij de wat kalmere, rokerige, maar
evengoed best zwierige, swingende laatavondjazz van ‘When lights are low’ (inbegrepen enkele
bijzonder knappe pianofrasen van McCoy Tyner). Wat verderop zijn er tussen volstrekte chaos en
beheersing laverende tracks als ‘Impressions’ en een een dik kwartier durend ‘Greensleeves’.
Tezelfdertijd vormen deze door een wonderlijk toeval heropgedoken opnames een reactie op de
muziekcritici van toen. Zij meenden destijds dat zowel Coltrane en Dolphy’s experiment veel te ver
ging en zowaar een “anti-jazz” stempel droeg. Niet dat het hen uiteindelijk zoveel deerde. Veel
liever lieten ze de muziek helemaal voor zich spreken.
Tekenend is dan ook het slotakkoord ‘Africa’ die al een hint gaf van de richting waarin zowel
Coltrane (het “Africa/Brass”-album) als Dolphy zich beweegden. Het maakt van dit ‘Evenings at
the Village Gate’-album een zowel wonderlijk als fraai tijdsdocument.