Wees water: Christian Sands maakt het motto van zijn laatste album ook live waar
Christian Sands Trio, Bimhuis Amsterdam
Wegdeemsterend licht, trams en treinen die komen en gaan, deinend water: wie ooit de iconische Amsterdamse jazztempel Bimhuis heeft betreden, zal de ervaring niet gauw vergeten. Tegen de achtergrond van wat een unieke mix is tussen civilisatie en natuurelementen, kortom het landschap van de Nederlandse hoofdstad, brengt het kruim van de internationale jazzscène jaar na jaar onvergetelijke concerten ten gehore. Daar tekende ook Christian Sands voor, een in België onderbelichte muzikant, doch wereldwijd een gevestigde waarde aan het klavier.
Ondanks zijn nog jonge leeftijd – Sands is de dertig nog maar pas voorbij – kan de muzikant bogen op een indrukwekkend palmares. Al sinds zijn vierde werd Sands’ talent opgemerkt, op zijn twaalfde leidde hij een eigen band en op zijn twintigste zou hij voor maar liefst zes jaar lang aan de zijde van bassist Christian McBride op tournee zijn. ‘Be water’, dat bij zijn release vorig jaar even vlot over de tongen als over de toonbanken ging, is al zijn derde album voor het label Mack Avenue, zij het qua sound helemaal anders dan zijn voorgangers. Uitstapjes naar latin, hip hop en funk blijven op ‘Be water’ grotendeels achterwege, met als gevolg een meer homogene sound, weliswaar geïmpregneerd met allerhande invloeden, gaande van de roots van de bebop tot de blues en experimenten met harmonieleer voor gevorderden.
Sands’ passage in het Bimhuis opende alleszins monumentaal met ‘Sonar’, een avontuurlijke exploratie van de majestueuze virtuositeit en dito sonoriteit waar de toetsenist graag mee uitpakt. Een geluidsmuur trekt Sands niet op met beukende akkoorden, maar door de linkerhand juist organisch te laten ontwikkelen, in een broeierige dialoog met de rechter. Een soortgelijk stramien kenmerkte het schijnbaar erg spontaan transformerende ‘New Order, Part I’. Opzichtig tegenover groove geplaatste chromatiek vormde de essentie van de lezing, waardoor eerder het effectbejag dan de inherente muzikale kwaliteit zal blijven hangen.
Anders dan het album, waarvoor Sands bassist Yasushi Nakamura en drummer Clarence Penn om zich heen verzamelde, zakte hij naar Amsterdam af in een wat minder prestigieuze bezetting. In ‘Crash’, een verwijzing naar de botsing van golven die eigenlijk ook een ontmoeting betekent – zeg maar een uitwisseling van energie, en dus metaforisch voor het contact tussen mensen – liet Sands zich meevoeren door de lyrische contrabas van Marco Panascia en de opzwepende ritmes die Ryan Sands bij elkaar trommelde. Hoewel niet de meest gesofisticeerde drummer, voelt Christians broer uitstekend aan hoe hij zijn bloedverwant moet bedienen. Mede door zijn insisterende impulsen werd de compositie omgetoverd van intiem en parelend naar explosief, eens te meer culminerend in een moment van ongebreidelde energie. Dat Christian Sands al bij het betreden van de zaal had laten verstaan dat hij er een feestje van wilde maken, zou ook later nog blijken.
‘Blues on the corner’, niet toevallig ontleend aan de al even vorstelijk met de linkerhand uitpakkende McCoy Tyner, werd een infusie van het kubisme eigen aan Thelonious Monk en oerjazz uit de contreien van New Orleans, aangereikt met moderne chromatiek in een eclectische totaalervaring. Ryan Sands bleek hier de kwetsbare schakel binnen het trio: hij bewaakte weliswaar de overheersende puls van het nummer, maar zijn dominantie ging ten koste van de diepgang van de sound. Gelukkig niet zo in Ellingtons ‘The star-crossed lovers’, gebaseerd op Shakespeare’s relaas over de onmogelijke liefde tussen Romeo en Julia. De contemplatieve en dus minder gespierde zijde van Sands’ idioom kwam hier tot haar volle wasdom, zelfs toen de techniek het liet afweten en de toetsenist ineens geen gebruik meer kon maken van een elektronisch aangereikte sound. ‘Be water’, moet het wonderkind van weleer koelbloedig gedacht hebben…en hij musiceerde glimlachend verder aan de vleugel.
Een springerige, zich rijk geschakeerd ontvouwende versie van ‘Can’t find my way home’ en ‘Anthropology’ van de onvermijdelijke Charlie Parker vormden het sluitstuk van een concert dat integraal in het teken leek te staan van een muzikale zoektocht naar catharsis via menig energiek culminatiepunt. Paradoxaal is dat de oase van rust, onder de vorm van een poëtische lezing van Ellingtons klassieker, het hoogtepunt van het concert bleek. Tijd dat Sands zich niet langer uitsluitend als patser aan de piano profileert, maar vaker zijn lankmoedige inborst aanspreekt?
Ondanks enkele kanttekeningen schudde het trio een geweldig concert uit de mouw. Het duister viel, trams en treinen dunden uit, maar het water bleef deinen. Evenals de herinnering: zij duurt voort. Immer weer.
Gehoord in Bimhuis Amsterdam op 11/11/2021.