Idris Elba wordt voor de leeuwen gegooid in ‘Beast’
‘Beast’ (2022)
‘Beast’ is alweer de vierde film van het jaar waarin Idris Elba zijn opwachting maakt. Vorige maand was de Britse hunk nog te zien in ‘Thor: Love And Thunder’. Maar aangezien een Marvelfilm tegenwoordig nogal snel een zoveelste boom in het bos wordt, kan er nog een meer dan vermakelijke thriller in de Afrikaanse savanne bij.
Wifi in de savanne
Dr. Nate Samuels (Idris Elba) trekt met zijn twee tienerdochters op vakantie naar het Zuid-Afrikaanse dorp waar zijn recent overleden vrouw opgroeide. Met de trip wil Nate de verwaterde band met zijn dochters herstellen en, als het even kan, meteen ook zijn verlies verwerken. Sommige wonden blijken echter dieper te zitten dan Nate zelf dacht. De vader-dochtersband wordt de hele film lang overtuigend gebracht, al zijn er in het begin wel wat houterige wat-is-de-code-van-de-wifi-dialogen voor nodig. Ondanks hun leeftijd staan de meisjes, Iyana Halley en Leah Sava, best goed te spelen.
Wie ook op dreef is, is Sharlto Copley. De Zuid-Afrikaan speelt de lokale parkwachter Martin, een oude vriend van Nate die het gezin een rondleiding geeft door het gebied. Normaal hangt Copley al eens graag de excentriekeling uit, maar in ‘Beast’ is hij beheerst en uiterst geloofwaardig als bioloog. Dat hij de savanne een jungle noemt, zien we dan maar even door de vingers. Martin laat het gezin de betoverende schoonheid van het Afrikaanse landschap zien. Alles gaat zoals Nate het wilde, tot het viertal een ravage aantreft in een klein dorpje. Daar blijkt een bloeddorstige leeuw meer mannen te hebben verslonden dan Katja Schuurman op een goed weekend.
Elba in het hol van de leeuw
In het bloedstollende uur dat volgt ontpopt Idris Elba zich tegen alle verwachtingen in niet tot zwarte band in het leeuwentemmen. Elba is één van de weinige acteurs waarvan je nog zou geloven dat hij zo’n beest een pak rammel kan geven, maar zijn personage blijft ten allen tijde van vlees en bloed. Of hij nu een wilde leeuw of een bende stropers in de ogen kijkt, hij blijft steeds een vader die zijn kinderen wil beschermen. Alleen vreemd dat zijn hemd zelfs na al die adrenalinestoten bij veertig graden geen spatje zweet doorlaat. Die deodorant kunnen we tijdens de hittegolf ook wel gebruiken.
‘Beast’ vergelijken met andere beestenfilms als ‘Jaws’ is zinloos. Regisseur Baltasar Kormákur, die met ‘Adrift’ en het onderschatte ‘Everest’ al wat survival movies op zijn palmares heeft staan, heeft zich dan ook niet aan een kopie gewaagd. Zijn camera is erg beweeglijk. Je volgt de personages de hele tijd door extreem uitgerokken tracking shots, waardoor het lijkt alsof je er zelf bij bent. Om spanning te creëren wisselt Kormákur binnen één shot af tussen close-ups van de personages en point-of-view shots.
‘Beast’ is een leuke kijktip voor wie geen nood heeft aan grandioze cinema, maar tijdens deze warme zomerdagen eerder een verfrissend B-filmpje kan gebruiken.