Goed alternatief voor autobiografie van Marc Sleen

Goed alternatief voor autobiografie van Marc Sleen

Marc Sleen. De interviews 3 out of 5 stars

94 jaar worden is misschien niet zo opmerkelijk, maar blijven werken tot je tachtigste is een ongelofelijke prestatie. Niet dat je daar het Guinness Book of Records mee haalt. Dat doe je dan weer wel door meer dan 200 stripverhalen helemaal alleen te schrijven en te tekenen. Het moge duidelijk zijn, net als Nero is Marc Sleen een fenomeen. Tenminste in Vlaanderen dan. Zo’n man verdient een biografie, maar spijtig genoeg overleed Ridder Neels vijf jaar geleden. Dat weerhield echter niet zijn vrienden en fans Noël Slangen, Wouter Adriaensen en Yves Kerremans om toch een boek samen te stellen waarin Sleen volop zijn eigen stem kan laten klinken.

Ze bekeken alle interviews die van Marc Sleen terug te vinden waren en goten die in een verzamelboek. Het moet echt een huzarenwerkje geweest zijn, want Sleen wist als een goede zakenman dat interviews gratis publiciteit waren voor zijn werk. De auteurs baseerden zich op bijna 100 interviews, gaande van alle Vlaamse kranten, over weekbladen als Humo en Knack en zelfs interviews op televisie werden onder de loep genomen.

Minder werk dan 200 albums tekenen, maar toch…

Er moest natuurlijk heel wat redactie aan te pas komen, niet alleen om alle taalfouten eruit te halen, maar ook om te vermijden dat je telkens hetzelfde verhaal te horen krijgt. Jammer genoeg gebeurt dat nog vaak. Sleen vertelde graag anekdotes, en die komen regelmatig terug. Soms wat vervelend om weer hetzelfde te lezen, maar soms ook grappig hoe hij zichzelf tegenspreekt of zijn fantasie de bovenhand laat nemen op fictie. Zo verloor de krant Het Volk de ene keer 50.000 abonnees bij zijn overstap naar De Standaard. Jaren later waren het ineens maar 30.000. Op het einde van het boek lossen de auteurs dit op door slechts korte stukken van interviews op te nemen, die iets belichten wat in de andere interviews nog niet aan bod kwam.

wafelenbak Nero en Sleen

Er is niks mis met een goed interviewboek. Het standaardwerk Hitchcock – Truffaut laat zien hoe fantastisch dat kan zijn. Maar daar heb je enerzijds een begeesterd artiest die een meester is in zijn genre voor nodig, en anderzijds een interviewer met een uitstekende kennis van het betreffende werk. En die mag dan wel fan zijn, maar moet ook alles zeer kritisch aanhoren en doorgaan waar de auteur soms zelf niet wil op ingaan. Jammer genoeg kan dit boek niet aan die eisen voldoen.

Soms heb je wel journalisten die zijn werk kennen (zoals Piet Piryns en Herman De Coninck voor Humo), maar in interviews zoals voor TV-Ekspres mag Sleen zijn gezellige zelf zijn en lustig wat grapjes maken tussen pot en pint, letterlijk en figuurlijk. Sleen was ook niet de vernieuwende striptekenaar die de stripwereld veranderde. Hij had zijn eigen stijl gevonden en hield zich daar ook aan voor de rest van zijn carrière.

Nero is een product van zijn tijd, Sleen ook

Wat het boek wel leuk en interessant maakt, is dat het over zo’n grote tijdsspanne gaat. Van 1950 tot 2015 krijg je niet alleen een beeld van de striptekenaar, maar ook van de maatschappij waarin hij leefde en die hij zelf natuurlijk ook portretteerde in zijn Neroverhalen. Kritiek op zijn weergave van vrouwen, de karikaturen van de Afrikanen, zijn mopjes over Russen, Chinezen en liberalen, alles passeert de revue. Maar door de jaren heen verandert de blik van de lezer, maar ook zijn eigen blik.

Wat ook zeer dankbaar is, zijn de vele voetnoten onderaan de pagina’s. Alle namen of tijdsgebonden toestanden die aan bod komen, worden uitgelegd voor de lezer. Soms is het wat potsierlijk als ze gaan vertellen dat Hergé de tekenaar is van Kuifje en Franquin van Guust. Maar dikwijls ook onontbeerlijk als Sleen het heeft over minder bekende politici of BV’s uit de jaren vijftig en zestig van vorige eeuw.

Het boek mist de diepgang of expertise die bijvoorbeeld het standaardwerk had van Truffaut over Hitchcock, zodat dat werk ook interessant was voor wie geen liefhebber was van zijn films. Maar elke Nero-fan zal volop kunnen genieten van de verhalen van de vader van het dagbladverschijnsel. De vraag is: zijn er zo nog veel over?

cover Marc Sleen de interviews


Related Images: