Oude strijder Baru imponeert met partizanenlied ‘Bella ciao’
Baru, ‘Bella ciao. Uno’
Klassenstrijd, racisme en immigratie zijn steeds wederkerende onderwerpen in het werk van Baru. Niet moeilijk natuurlijk, als je opgroeit in een in Frankrijk wonend Italiaans arbeidersgezin waar het communisme als godsdienst telt. In zijn vorige verhalen verweefde hij die thema’s, al dan niet subtiel, met het hoofdverhaal. Denk maar aan ‘Laat die bassen beuken, Bruno!’, waarin oude Italiaanse immigranten nog eens een geldtransport overvielen en een illegaal tegen zijn wil verwikkeld raakte in de zaak. Met deze ‘Bella ciao’ gaat Baru vooral op zoek naar zijn eigen roots.
De strip begint met het bloedbad in Aigues-Mortes, waar tijdens de economische malaise in 1893 Italiaanse ‘banenpikkers’ werden opgejaagd en verjaagd door hun Franse ploegmaten en de plaatselijke bevolking. Volgens de Italiaanse pers vielen er honderdvijftig doden, maar officieel slechts acht. Zestien oproerkraaiers werden voor het Franse gerecht gebracht, maar vrijgesproken.
En zo blijkt weer eens dat we veel van de geschiedenis kunnen leren, maar dat we er niks uit leren … In een interview met Journal l’Humanité noemt Baru een van zijn drijfveren om ‘Bella ciao’ te maken het huidige klimaat in Frankrijk, waar extreemrechts nog steeds heel wat stemmen haalt en immigratie nog steeds problemen veroorzaakt.
Geen ‘La casa de papel’, maar een bezoek aan een casa italiana
In plaats van een rechttoe rechtaan misdaadverhaal kiest Baru nu voor een anekdotische vertelling opgehangen aan de ontstaansgeschiedenis van het liedje ‘Bella ciao’. Hij kent het uit zijn jeugd, maar zoals dit boek ons ook leert: herinneringen zijn niet altijd waarheid. Een interessante kijk op geschiedenis, waarbij ooggetuigenverslagen soms minder betrouwbaar zijn dan verwacht.
Het rebellenliedje roept allerlei herinneringen op uit zijn jeugd: enerzijds de Italiaanse sfeer van de familie waarin hij opgroeit en anderzijds zijn leven als Fransman die zijn weg probeert te zoeken. Het zijn schitterende sfeertekeningen van vroeger, maar ook onthullende verhalen, zoals ingeweken Italianen die de Franse nationaliteit willen om de dienstplicht in het Italië van Mussolini te ontvluchten.
De expressionistische tekeningen van Baru zijn misschien niet voor iedereen weggelegd, maar de emotionele uitdrukkingen van zijn karakterkoppen zijn fantastisch veelzeggend. Niemand weet beweging zo te treffen als deze 75-jarige krasse knar. Of het nu spelende kinderen zijn of een vechtende menigte, je ziet de personages van het blad springen.
Dat ‘Bella ciao’ voorlopig nog maar vier sterren krijgt, ligt aan de anekdotiek van het boek. De prachtige korte verhaaltjes lijken voorlopig wat te veel op een samenraapsel. Onze mening kan echter nog veranderen, want dit is het eerste deel van een trilogie. Misschien brengen de volgende delen wat meer samenhang. We kijken er in ieder geval naar uit. Maar beschouw dit eerste deel in ieder geval al als verplicht leesvoer.