‘De engelen van Auschwitz’ grijpt je vast en laat je niet los
Stephen Desberg & Emilio Van der Zuiden, ‘De engelen van Auschwitz’
Enkele jaren geleden ging stripscenarist Stephen Desberg op zakenreis naar Polen, waar hij alvast één item van zijn bucketlist kon afvinken: een concentratiekamp bezoeken. Hij koos meteen voor een van de meest beruchte plekken in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, namelijk Auschwitz. Daar zag hij foto’s aan de muren hangen die hem inspireerden voor ‘De engelen van Auschwitz’. Hij wilde een verhaal vertellen over een joodse man in de hel van Polen. Zijn naam verwijst naar de ster die ze droegen: David.
David is achttien wanneer hij zijn vader voor de deur van hun huis ziet sterven door toedoen van de nazi’s. Al snel wordt hij gescheiden van zijn geliefde Hannah. Zij belandt in het oosten, hij komt terecht in Auschwitz. Eenmaal aangekomen maakt hij vrijwel meteen kennis met opperbevelhebber Karsten die thuis een zoon en een hondje heeft. Om de heimwee tijdelijk te doen verdwijnen, gebruikt de nazi gevangenen om het vuile werk op te knappen.
De taferelen in het kamp zijn schrijnend, maar David probeert de moraal hoog te houden en vertelt over engelen en geheime briefjes die in het kamp verstopt zouden zijn. Wanneer Karsten hier weet van krijgt, hoort hij het donderen in Keulen. Hij lijkt ook te geloven in de Bijbelse wezens, maar dan moet hij wel weten wie die engelen zijn. Zo wil hij eventuele hoop de kop indrukken.
Sobere tekenstijl, rijk verhaal
‘De engelen van Auschwitz’ is een one-shot dat je vrijwel meteen bij de keel grijpt en niet loslaat. Het verhaal blijft hangen en dat is een verdienste van scenarist Stephen Desberg. Hij weet een oorlogsalbum te schrijven dat veel verder gaat dan de gruwelen van Auschwitz zelf. Dat doet hij onder andere door engelen te gebruiken. Zo zorgt hij voor een mysterieuze toets in het verhaal. Het aspect van de engelen zorgt ook voor een menselijke kant bij de Duitsers. Karsten vreest de wezens als een soort slecht karma, waardoor bij hem twijfel en angst ontstaan.
Emilio Van der Zuiden is geen al te bekende naam in de Nederlandstalige stripwereld. Je zou hem kunnen kennen van ‘De autoreportages van Margot’, ‘McQueen’ of uit het tweede album van ‘Agatha Christie’. Hij hanteert een tekenstijl met dikke lijnen en een minimum aan details in de gezichten, zonder afbreuk te doen aan prachtige decors. Die sober lijkende tekenstijl past wat dat betreft perfect bij het album, waar de gevangenen mochten blij zijn met één schamel sneetje brood. Ook zorgt het tekenwerk voor een contrast met het scenario van het verhaal. Het verhaal geeft een boodschap van hoop, terwijl de tekeningen je met de neus op de feiten drukken. Auschwitz was gruwelijk, laten we dat nooit vergeten.
Het totaalplaatje is beklijvend, beenhard, schrijnend maar hoopgevend. Desberg en Van der Zuiden vertellen een verhaal over een man die fysieke pijn inruilt voor een geestelijke overwinning. Een verloren man die zich nooit laat neerslaan.
Laureaat van Stripjaaroverzicht 2020!