In ‘Wij waar geen eind aan komt’ herontdekken we Hertmans’ vitale poëzie
Stefan Hertmans, ‘Wij waar geen eind aan komt’
Stefan Hertmans’ zeventigste verjaardagscadeau komt in de vorm van de bloemlezing ‘Wij waar geen eind aan komt’. De bloemlezing, samengesteld door goede vriend en mededichter Peter Verhelst, bleek een geslaagde akte van vertrouwen. Verhelst eert Hertmans’ werk met een zorgvuldige selectie van zijn favoriete gedichten, die hij niet chronologisch maar thematisch bundelt. De gedichten uit de bundel ‘Kaneelvingers’ zijn het vertrekpunt van waaruit Verhelst nieuwe associaties en beelden oproept. De bloemlezing zet het werk van Hertmans in een nieuw daglicht door de sterk gevoelsmatige kijk en Hertmansiaanse thematiek.
Dichtersvriendschap
Verhelst maakt als mededichter niet alleen een sublieme selectie uit Hertmans’ dichterlijk oeuvre. Hij treedt ook zelf als het ware op in de bundel. Zoals Hertmans zelf vermeldt in een interview: ‘Ik las met zijn ogen mijn poëzie’. Verhelst is door de bundel heen aanwezig in zijn keuze voor lichamelijkheid, metaforen, mythologische beelden, melancholie, gemis en intense liefde. Het gedicht ‘De beste jaren (1)’ uit 2010 blijkt bovendien opgedragen te zijn aan hem. Een gedicht waar sterren op mieren lijken en waar ruimte ons verbindt.
Vanavond gaan de mieren met de sterren op café;
We liggen op de warme steen, verspreid als scherven
Van toekomstige verleden tijd, en zingen zonder stem.
Vitale melancholie
Een terugkerend thema in ‘Wij waar geen eind aan komt’ is melancholie, of vitale melancholie zoals Hertmans het zelf beschrijft in een essay. Onvervulde verlangens, de transcendentie van liefde en vriendschap, hooggevoeligheid, gemis en verdriet maken een onmisbaar deel uit van de gekozen gedichten. Het is net die weemoed, die ervoor zorgt dat Hertmans’ poëzie ons raakt, en dat we nieuwe inzichten verwerven over onszelf. Die inzichten zijn bovendien niet eenduidig. De gedichten nodigen uit om eindeloos herlezen te worden, telkens op zoek naar nieuwe associaties en verbindingen. Hertmans heeft dan ook een voeling voor de onbegrijpelijkheid van poëzie – een reflectie van het onbegrijpelijke leven.
Een verbonden wij
Zoals de titel doet vermoeden, speelt Wij een centrale rol in de bundel. Hertmans gaat op zoek naar verbondenheid tussen mensen. In De eerste blik wordt het wij fysiek en mentaal één. En in Oude modus voelen twee geliefden zich tegelijk gebonden en vrij. De titel van de bloemlezing verwijst naar een regel uit het gedicht We komen, waar een prangend actueel beeld wordt gegeven van een horde aankomende mensen, die over de aarde kruipt. Hierin kijkt Hertmans vanuit de ruimte naar de steeds groeiende mensheid op aarde en de natuur die eronder lijdt.
wij waar geen eind aan komt
omdat niemand nog weet waarom
het ons begonnen was in ons,
De bloemlezing ‘Wij waar geen eind aan komt’ bevestigt het unieke talent van schrijver en dichter Stefan Hertmans. Verhelst toont ons hoe Hertmans de taal naar zijn hand zet en vitale melancholie vertaalt in intertekstualiteit, lyrische zinnen en zintuiglijke beelden. Hertmans heeft in de poëzie immers een vrijheid gevonden om de gelaagdheid van ervaringen te tonen en om de veelduidigheid van het leven te verwoorden. Het is een bundel om vaak opnieuw boven te halen, te herlezen, nieuwe betekenissen in te ontdekken en onszelf onverwachts in te herkennen.