Pessoa levert messcherpe bespiegelingen over het leven
Fernando Pessoa, ‘Kroniek van een leven dat voorbijgaat’
Wie ooit gehoord heeft over de intussen legendarisch en mythisch geworden kist waarin Fernando Pessoa (1888-1935) zijn gedichten en andere geschriften opborg, zal zich ongetwijfeld afvragen hoe diep en groot ze exact was. Om de zoveel tijd komen er notities en teksten naar boven waarmee de Portugese dichter ons maar blijft verrassen. Zoals nu met ‘Kroniek van een leven dat voorbijgaat’.
Toen Pessoa in 1935, enkel omringd door een familielid, een arts en verpleegster, het loodje legde in ziekenhuis S. Luis dos Franceses in Lissabon, had niemand het vermoeden dat hij ruim dertigduizend manuscripten in een koffer zorgvuldig had bewaard. Zou het kunnen dat de dichter-schrijver, die zijn wisselende persoonlijkheden achter heteroniemen als Alberto Caeiro, Ricardo Reis en Alvaro de Campos verschool, voorvoelde dat hij pas na zijn dood beroemd zou worden?
‘Ik behoor toe aan een mensheid van de toekomst. Als ik mijn tijd zit te verdoen, dan verkwist ik eigenlijk het verheven erfgoed van de mensheid van morgen’
Dat we in de Lage Landen met zijn oeuvre konden kennismaken is vooral te danken aan de vertalers Harrie Lemmens voor het ronduit schitterende ‘Het boek der Rusteloosheid’ en August Willemsen voor zijn alom geprezen poëzievertalingen.
‘Het boek der rusteloosheid’, een literair juweel zonder weerga waaraan hij twintig jaar schreef en niet voltooide, is zonder meer Pessoa’s autobiografie. Een soort knipselmap die bol staat van filosofische bedenkingen, mijmeringen, bedenkingen en maximes die de complexe persoonlijkheid weerspiegelen wie hij was. Een dichter-schrijver die in zijn zoektocht naar zijn ware identiteit ook op zoek ging naar een uitgang in het labyrint waarin hij hopeloos verdwaald was geraakt.
‘Het boek der Rusteloosheid’ mag echter niet als een definitieve publicatie worden beschouwd. Er bleven de afgelopen jaren alsmaar andere teksten uit zijn kist naar boven komen waarvan telkens andere tekstbezorgers handig gebruik maakten. Het resultaat laat zich dan ook raden: sterk van elkaar afwijkende edities die onder dezelfde titel verschenen. Een gegeven dat niet aan de aandacht van Michael Stoker samensteller en vertaler van ‘Kroniek van een leven dat voorbijgaat’ is ontsnapt. Dus verzamelde hij teksten die niet in de Nederlandse editie van ‘Het boek der Rusteloosheid’ zijn verschenen, aangevuld met autobiografische aantekeningen en fragmenten waarin de Portugese dichter stilstaat bij enkele gebeurtenissen van zijn tijd. Zoals:
‘De toekomst behoort toe aan degenen die het meest tegenwicht bieden aan het lawaai, de heldenverering, de bedrijvigheid en het nutsdenken van het moderne leven, kortom, aan degene die gewetensvol de traagheid en de argeloosheid cultiveert.’
Vertaler en samensteller Michael Stoker heeft alvast uiterst verdienstelijk werk geleverd. Een boek dat staat voor urenlange boeiende lectuur van een dichter-schrijver wiens kijk op de wereld zich op het snijvlak van realiteit en dromerij bevindt. ‘Kroniek van een leven dat voorbijgaat’ verdient op de boekenplank best een plaats naast ‘Het boek der Rusteloosheid’.