Wie herinnert zich Louis Paul Boon binnenkort nog?
Louis Paul Boon, ‘Wat een leven! en andere Boontjes’
Het verschijnen van het Verzameld werk van Louis Paul Boon (1912-1979) verloopt met hindernissen. In afwachting van eerder geplande delen verscheen laatst deel 21 of ‘Wat een leven! en andere Boontjes’. Een ronduit sublieme bloemlezing van zijn vroege’ verschenen stukjes uit de krant Vooruit.
Als het nog lang wachten is op zijn al jaren aangekondigde biografie is hij straks helemaal vergeten. Volkomen ten onrechte. Wie herinnert zich trouwens nog dat hij ooit een serieuze kans maakte op de Nobelprijs Literatuur? Met titels als ‘De voorstad groeit’, ‘Mijn kleine oorlog’ en ‘De Kapellekensbaan’ wist hij een unieke plaats in de Nederlandse literatuur te veroveren. Hoe fel hij als schrijver alom werd gewaardeerd, er was altijd de concurrentie met Hugo Claus. De wonderboy die de ene roman na de andere afleverde, poëzie en toneelstukken schreef, schilderde en met wisselend succes films regisseerde. Zaken waarvan Boon alleen maar kon dromen, of zoals hijzelf schreef:
‘(…)hij bewerkstelligde alles wat ik me gedroomd had eens te zullen bewerkstelligen. Hij trouwde met die filmster, hij speelde zelf mee in een film, hij mààkte een film. En met wat wrevel dacht ik dan: Moet hij nu alle gras van voor mijn voeten wegmaaien.’
Hij wilde vooral zijn imago corrigeren
Als stukjesschrijver koos hij een andere invalshoek dan zijn illustere voorganger Richard Minne met zijn vaste rubriek ’In 20 lijnen’ in Vooruit. Was er aanvankelijk een link met eerder gepubliceerd literair werk, dan sloeg hij begin jaren zestig een andere weg in. Vanaf dan conformeerde hij zich meer aan de wetten van het cursiefje. Zijn vaste hoekje in de krant waar hij het had over alledaagse gebeurtenissen, toevallige ontmoetingen en familiale belevenissen. Al haalde hij niet het niveau van Godfried Bomans of Simon Carmiggelt het weerhield hem niet het manuscript van ‘Dag aan dag’, een selectie van zijn beste autobiografische stukjes, naar zijn uitgever te sturen. Los van elke vorm van literaire geldingsdrift was het Boon er vooral om te doen zijn imago van een fundamenteel ontgoocheld individu te corrigeren. Bijvoorbeeld een verzameling stukjes, met nicht Elsje als hoofdpersonage, die zich als een al dan niet verzonnen levensgeschiedenis van de auteur laat lezen.
Er is altijd humor in de buurt
Van de naar schatting vijfduizend Boontjes die hij voor de krant heeft geschreven zijn in deze editie van zijn Verzameld werk enkel deze opgenomen die hijzelf voor bloemlezingen eerder al had geselecteerd. Waar andere auteurs weinig of niets verklappen over hun boeken schrijft hij er open en badinerend over. De lezer moet het, zo blijkt uit ‘Over mijn boeken’, allemaal niet al te ernstig nemen. Ook al springt hij slordig om met bepaalde feiten, verdoezelt hij nu en dan de waarheid, er is altijd een vleugje humor in de buurt. Bovendien relativeert hij alles wat hij heeft geschreven, zelfs ‘De Kapellekensbaan’, zijn absolute meesterwerk ontsnapt er niet aan.
‘Uiteindelijk raakte het dan toch gedrukt, een monsterdik boek, waarmee men een boer van zijn paard kon slaan. (…) Een week later zag ik Herman Teirlinck, en die zei me: ‘Maar wanneer gaat gij eindelijk eens een boek schrijven, zoals het moet.’ Het hem kwalijk nemen moest ik niet, want iedereen bij ons dacht net hetzelfde erover. Het was toen, dat ik Vlaanderen verliet, en naar Erembodegem ging wonen.’
Wie weet nog dat hij acteerde?
Voor wie tussen het lezen van de talloze stukjes door even verpozing zoekt is er ‘Eten op zijn Vlaams’. Boons kookboek waarin hij vergeten gerechten onder de aandacht brengt om ze vervolgens met een kwinkslag te serveren. Velen zijn wellicht ook vergeten dat de schrijver indertijd de hoofdrol vertolkte in ‘De Bom’, een film van Robbe de Hert. Alvast goed voor een behoorlijk aantal rijk geïllustreerde bladzijden in het boek.
‘Wat een leven! en andere Boontjes’, deel 21 van het Verzameld werk van Louis Paul Boon is een goede kennismaking voor wie nog geen boek van deze literaire gigant uit de Lage Landen heeft gelezen. Een ideale opstap naar zijn biografie waarop al zolang wordt gewacht dat vrijwel niemand er nog naar uitkijkt.