Eva Meijer verheldert de politieke implicaties van stilte
Eva Meijer, ‘Verwar het niet met afwezigheid: over politieke stiltes’
Stilte kan soms erg overweldigend zijn. Het drukke leven raast onophoudelijk voort en de jachtige druk naar een productief leven zorgt ervoor dat geluid, communicatie en taligheid de norm zijn. Stilte lijkt daarin op een of andere manier erg verdacht. Het is bovendien een behoorlijk lastig begrip dat zich niet zomaar laat vatten. Stilte kan namelijk ook erg ongemakkelijk zijn. De veelgelauwerde schrijfster en NRC-columniste Eva Meijer heldert in haar essay ‘Verwar het niet met afwezigheid: over politieke stiltes’ een en ander op.
Stilte niet als afwezigheid, maar als zelfstandig fenomeen
De Nederlandse filosofe en beeldend kunstenaar Eva Meijer tracht de lezer te overtuigen dat stilte in diverse contexten erg uiteenlopende betekenissen kan hebben. Stilte kan bijvoorbeeld de weg vrijmaken voor verdere reflectie, kan aanzetten tot stilstaan bij de loop van de dingen en tot diep nadenken. Evenzeer kan het wijzen op respect, begrip en aanvaarding. Er is in dat verband ook een belangwekkende politieke dimensie, stelt Meijer.
Zo licht ze toe hoe stilte niet noodzakelijkerwijs begrepen moet worden als afwezigheid. ‘Stilte is dus niet simpelweg de afwezigheid van taal, woorden of een gesprek, maar een zelfstandig politiek fenomeen’. Een iets, geheel op zichzelf bestaand. Het is dus zeker niet omdat een stem niet gehoord wordt dat er niets gezegd wordt. Net zoals er recht op spreken is, zegt Meijer, geldt er ook zoiets als recht op stilte.
Stiltes met een politieke betekenis
In haar meest recente essay analyseert en bespreekt de filosofe vier families van stiltes en hoe die juist functioneren. Een eerste, grote groep ziet zij als negatieve stilte: men wordt uitgesloten van spreken. Dat klinkt op de eerste pagina’s nogal fel:
‘Maar wie kan spreken staat in de geschiedenis niet vast. Burgers, mannen, mensen. Slaven niet, dieren niet, barbaren niet. Vrouwen zijn een twijfelgeval’.
In dat opzicht wijst Meijer onder meer naar de praktijk van het in de kiem smoren van communicatie en taligheid (het fenomeen silencing). Kortweg: opgelegde, bij uitstek niet zelf-verkozen stilte.
Een tweede groep is de stilte in de taligheid. In dat geval wordt niet alles gezegd. Het gaat dus niet enkel om wié iets al dan niet kan zeggen, maar ook om het wat en hoe. In dat opzicht wijst ze op de instrumentele politieke dialoog, op de taal van inburgering die vaak érg droog, kaal en feitelijk is en maar bitter weinig ruimte laat voor emotie.
Stilte als weigering en verzet en stilte als hoop
Een derde familie van stiltes is die waarin stilte weigering en verzet impliceert. Daarbij verwijst Meijer in enkele mini-essays nadrukkelijk naar uiteenlopende aangrijpingspunten in de brede actualiteit zoals onder meer de klimaatstrijd, #MeToo en Black Lives Matter om haar uiterst genuanceerde en heldere betoog verder kracht bij te zetten. Evengoed kan stilte een erg klare, heldere en duidelijke uitdrukking vormen van rebels protest. Stilte als weigering gaat vaak gepaard met gebaren of gezichtsuitdrukkingen. Bijvoorbeeld leerlingen die doelbewust zwijgen als de leerkracht iets vraagt. Of denk aan geweldloze sit-ins van uitgebuite werknemers.
Een vierde en laatste familie van stiltes ziet Meijer tenslotte in hoopvolle stilte. Want, zo schrijft ze: ‘Wie stil is en luistert zal nieuwe dingen horen’. In de westerse (filosofische) traditie gaat het al te vaak om spreekruimte innemen, om het uitdrukken van belangen en meningen. Nochtans is zwijgen en nadenken over de eruit voortvloeiende stilte minstens zo relevant.
Zo leest haar hele essay als soms misschien net iets teveel op de klassieke, academische leest geschoeid (canonieke filosofen als Aristoteles en Wittgenstein, maar ook enkele modernere zoals Hannah Arendt, Audrey Lorde of Jayne Mansbridge). Interessant in dit nieuwe essay van Meijer zijn dan ook vooral die passages waarin zij de rol van meerstemmigheid en luisteren beklemtoont. Evenzeer worden bijvoorbeeld (niet-menselijke) dieren nog steeds te vaak uitgesloten van het politieke discours. Net zoals men de stem van jonge kinderen, jongeren, vluchtelingen,.. maar zelden echt op waarde schat.
Vraag tot verandering
Wat in dit essay voorligt, is onder meer hoe stilte kan samenhangen met verandering. Het idee dat het meer loont om te luisteren en te zwijgen dan te roepen. Dat zich uitspreken over stilte wezenlijk loont. Ook dat omgaan met stilte onder meer tijd, ruimte en oefening vraagt. Dat woorden ertoe doen. Stilte begrijpt men al te vaak louter als instemming (wie zwijgt, stemt toe). En maar zelden vraagt men werkelijk door naar de betekenis van de stilte in kwestie. Nochtans, zo demonstreert Meijer, kan stilte soms ook fundamenteel bijdragen aan de verwezenlijking van sociale rechtvaardigheid en vooruitgang.
Het brengt de Nederlandse filosofe finaal tot de notie dat in de onkenbaarheid van stilte ook hoop schuilt. Immers:
‘Tussen, naast en achter de woorden ligt altijd een andere toekomst besloten.’