Delphine Lecompte: schrijven om te overleven

Delphine Lecompte: schrijven om te overleven

Delphine Lecompte, ‘Beschermvrouwe van de verschoppelingen III’ 3 out of 5 stars

Over ooit een einde komt aan de catastrofen in het leven van Delphine Lecompte (1978) valt sterk te betwijfelen. Ze blijft alles wat haar als ‘beschermvrouwe van de verschoppelingen’ overkomt vlot verzilveren. Sinds kort ligt het derde deel van deze cyclus in de boekhandel. Deel vier en vijf zijn ook al in voorbereiding. Lecompte is kennelijk hot in de Nederlandse letteren.

Schrijft de dichter vanuit zijn isolement dan is zulks bij Delphine Lecompte nog meer het geval. Al jaren hangt rond haar een aura van eenzaamheid, armoede en timiditeit. Een beeld dat ze met taal zowel bestrijdt als handig weet te exploiteren. Aanvankelijk met enkele fel gesmaakte dichtbundels en sinds enige tijd met proza. Doorgaans fel gekruide teksten – af en toe op het controversiële af – die een voortzetting en uitbreiding van haar poëzie zijn. In een eenvoudige verteltrant voert ze allerlei exotische, zoals de inmiddels vertrouwde oude kruisboogschutter, de bedeesde zeepzieder, de vroegere vrachtwagenchauffeur en de bipolaire garnaalvisser op. Ongrijpbare figuren waarop geen specifieke identiteit valt te plakken. Personages die ze met de meest bizarre bijwoorden aankleedt, zodat ze als het ware tot stripfiguren verworden.

Haar eeuwig afwezige ouders

Wat ze uiteindelijk doet is niets anders dan de pen voeren om te overleven. De kommer en kwel van zich afschudden in korte stukken waarin het autobiografische het meestal haalt van de fictie of omgekeerd. Ook nu weer blikt ze terug op haar kinderjaren en haar afwezige ouders. Zo groeide ze als een eenzelvig en bedeesd meisje op bij haar grootouders in De Panne. Ze rapporteert over de snobistische trekjes van haar moeder. Haar stiefvader moet het als een hypochonder ontgelden. Beiden roepen bij haar, als twaalfjarig meisje, het beeld op dat volwassenen wispelturig en hypocriet zijn.

‘Mijn sombere mompelende hypochondrische stiefvader mocht niet weten dat we Frans spraken, hij kwam uit een Vlaams-nationalistisch gezin en hij had als student geijverd voor het Nederlands als voertaal in de universiteit waar hij…Romaanse filologie studeerde!’

Het masker van kleptomanie en promiscuïteit

Wie Lecomptes gedichten en proza leest ontkomt niet aan de indruk dat taal bij haar voor wrok staat. Een handig instrument om individuen uit haar directe entourage te ontmaskeren en tegelijk haar onbeholpenheid een hilarische vorm te geven. Zou het kunnen dat ze zich om die reden achter een masker van kleptomanie en promiscuïteit verbergt?

In ‘Beschermvrouwe van de verschoppelingen III’ neemt ze ons mee naar die plaatsen die bepalend zijn geweest voor haar jeugd. We maken er uitgebreid kennis met haar grootouders, ouders, liefdes en vijanden. Ze zet je de hele tijd op het verkeerde been met die eeuwige vraag: wat is fictie en wat is realiteit?

Maar al bij al blijft het een vrolijke boel omdat ze vrijwel alles in een vlotte schrijfstijl weet te verpakken. Hoe dikwijls ze ook teruggaat naar haar jeugd in De Panne, de verveling slaat geen moment toe. Hoe gekend het onderwerp ook is geworden, het wordt elke keer vanuit een ander perspectief verteld. Sterk autobiografisch en aangrijpend is ‘Woede’ waarin ze zichzelf genadeloos portretteert.

‘Ik werd geboren toen het sneeuwde en ik huilde constant. Mijn ouders waren weerloze onbeholpen hippies die niet van elkaar hielden. Mijn vader was mager en korzelig, mijn moeder was wulps en gulzig. Om mij te kalmeren legde mijn vader Jethro Tull op, het hielp een beetje!’

Brieven aan James Ensor en Andy Warhol

Even schrijnend is het verhaal over haar vader. Een mislukte liedjesschrijver, die maar niet aan de bak komt en met haar als kind de kermis afstruint. Opmerkelijk milder van toon zijn de vertellingen uit ‘Ontroering’, waarin ze het heeft over een medisch schoolonderzoek met de leerlingen van het vierde studiejaar, om even verder haar eerste erotische ervaringen op ludieke wijze te beschrijven.

Een nieuwigheid zijn haar brieven gericht aan James Ensor, Alberto Giacometti, Andy Warhol en andere kunstenaars. Brieven vol humor, anekdotes en grappige invallen op een dusdanige manier met elkaar gecombineerd dat je er vrolijk van wordt. In dit opzicht is ‘Beschermvrouwe van de verschoppelingen III’ als opzet grotendeels geslaagd. Het is nu al uitkijken naar deel vier en vijf.

Related Images: