Wat een migrant lijden kan: De Munt en KVS brengen de realiteit naar de schouwburg

Wat een migrant lijden kan: De Munt en KVS brengen de realiteit naar de schouwburg

De Munt & KVS, ‘Ali’ 3 out of 5 stars

Stel je voor: een jongen van twaalf op een bus. Hij heeft geen tas bij zich. En geen geld. Zijn reis bestrijkt duizenden kilometers en zal ongeveer twee jaar duren. Vertrekpunt: Somalië. Eindhalte: Brussel. De jongen heet Ali Abdi Omar en woont vandaag in Schaarbeek. Het is onvermijdelijk dat zijn pad dat van mensensmokkelaars kruist, die hem martelen en hem dwingen een aanzienlijke som los te peuteren bij zijn familie. Als het kind uiteindelijk op een gammel bootje de Middellandse Zee tracht over te steken, schiet een ngo te hulp. Dan nog is de bestemming echter niet bereikt, want in welke haven is een schip met meer dan honderd vluchtelingen welkom?

Het relaas van Ali zou een unicum moeten zijn. Helaas zijn er duizenden soortgelijke verhalen. Te weten dat velen tijdens hun vlucht om het leven komen, kunnen kronieken zoals deze nooit genoeg verteld worden. De statistieken van beleidsmakers maken het immers al te gemakkelijk om het niet te moeten hebben over wat ontelbaren moeten doorstaan om Europa te bereiken. Cijfers houden het wedervaren van mensen zoals Ali netjes buiten beeld. Dat een jongen niet alleen zijn gezin achterlaat in een regio onderhevig aan dagelijkse terreur, maar onderweg ook vrienden verliest, ontluikende liefde vaarwel moet zeggen en quasi dagelijks op de grenzen van zijn fysiek botst, doet er meer toe dan tabellen en grafieken ooit kunnen doen vermoeden. Alleen al daarom verdient deze productie een groot podium.

Binnen de multiculturele realiteit van Brussel is Ali’s geschiedenis zoals gezegd geen alleenstaand geval. Om die reden was het zinvol van deze productie een community project te maken, waarbij lokale gemeenschappen zich identitair aan Ali’s martelgang konden verbinden. Dit migratieverhaal laten vertolken door spelers en figuranten die de diversiteit van de metropool reflecteren, betekent Ali’s casus in abstracte zin verbreden naar allerlei etnografische groepen die om uiteenlopende redenen ooit een oversteek moesten maken. Verder blijft deze voorstelling echter zo dicht mogelijk bij de lotgevallen van Ali zelf, die overigens nauw bij het creatief proces werd betrokken.

In zekere zin logisch is dat De Munt en KVS het muzikale luik wilden uitbesteden aan musici die voeling hebben met Ali’s realiteit. Zodoende ontwikkelde componist en activist Grey Filastine de partituur, in collaboratie met hiphoppionier Walid Ben Selim en manusje-van-alles Brent Arnold. Die samenwerking levert een meerlagig klankbeeld op, waarin elektronica en vooraf opgenomen geluiden naadloos aansluiting vinden bij een op klassieke leest geschoeide partituur voor kamerensemble met een belangrijk luik percussie. De schriftuur valt helaas pover uit voor de zangers, die zich expressief in een monochrome realiteit blijven bewegen. Pas met een scheut cabaret, waarmee de drie makers via een ironische geste de onmenselijke attitude van de Europese Unie jegens migratie aan de kaak stellen,  komt de score los van het homogene, demonstratieve idioom waarin het artistiek trio grotendeels blijft hangen.

Net als de partituur blijft ook de regie de feiten dicht op de huid zitten. Ricard Soler Mallol vindt nochtans een indringende vormtaal voor wat Ali allemaal meemaakt, waarbij het esthetisch raffinement niet in de weg staat dat de pijn van deze ontluikende puber voelbaar wordt. Toch had ook de scenografie zich minder documentair en meer artistiek tot het narratief kunnen verhouden. Waarom uitbeelden als je ook kunt verbeelden?

Niettemin blijft ‘Ali’ overeind als een bijzonder verdienstelijke productie, en dat is vooral te danken aan het Kamerorkest van De Munt, dat zich onder leiding van Michiel Delanghe in uitzonderlijk bekwame handen bevindt. Delanghe weet niet alleen elektronica, percussie en kamerorkest naadloos op elkaar af te stemmen, als dirigent reveleert hij menig passage. Uit de overwegend mistroostige toonzetting diept de Antwerpenaar de hoopvolle gloed van het hout op, de sprankeling van de strijkers of het brommende gevaarte der kopers. Delanghe verstaat de kunst om, naast de grote lijnen, precies die details uit te lichten die de luisteraar bij de les houden, ook al gaat het om een beknopt citaat of een verdwaalde flard lyriek. Zodoende blijft van deze opvoering niet alleen Ali’s ontzagwekkende lijdensweg bij, maar ook Delanghe’s illustere directie.

Gehoord & gezien in KVS op 21/04/2024.
Copyright foto: Simon Van Rompay

Related Images: