Delphine Lecompte strompelt nog steeds gracieus door het leven

Delphine Lecompte strompelt nog steeds gracieus door het leven

Delphine Lecompte, ‘Beschermvrouwe van de verschoppelingen II’ 4 out of 5 stars

Na haar prozadebuut pakt Delphine Lecompte (1978) nu uit met een vervolg: ‘Beschermvrouwe van de verschoppelingen II’’. Andermaal een verzameling verhalen over een turbulent leven dat het midden houdt tussen wanhoop en het zoeken naar ware liefde.

Het minste wat je van Delphine Lecompte kunt zeggen is dat ze een veelzijdig talent is. Een alom geprezen dichteres, maar evenzeer een columniste die af en toe voor beroering zorgt. Als performer lukt het haar dan weer het publiek probleemloos naar zich toe te zuigen. Bovendien claimt ze na haar optreden in De slimste mens, weliswaar zwaar tegen haar zin, de status van Bekende Vlaming.

Dit alles samen zorgt ervoor dat ze als auteur de jongste tijd bijzonder goed in de markt ligt. Haar boeken en dichtbundels gaan vlot over de toonbank. Lecompte is business as usual voor haar uitgeverij. Reden wellicht waarom zo vlug een vervolg op ‘Beschermvrouwe van de verschoppelingen’ op de markt werd gegooid. Een verzameling geschriften waarin ze op de ingeslagen weg verder gaat. Het oprakelen van jeugdherinneringen, het opvoeren van al dan niet bizarre personages en het zichzelf een spiegel voorhouden.

Jeugdherinneringen uit De Panne

Dit keer vertelt ze op haar vertrouwde manier, met een overvloed aan adjectieven, over haar grootouders, opvoeders, vijanden en haar verblijf in een psychiatrische instelling. Een leven waarover een schaduw hangt van verkrachtingen, verwaarlozing en een verslaving aan drugs en alcohol. Scherven van een in alle opzichten turbulent bestaan die in stilistisch voortreffelijke verhalen de lezer de wenkbrauwen doen fronsen. Dat komt door haar beproefd procedé: het mixen van autobiografische elementen met een portie fictie die tegen het absurde aanleunt.

Het zorgt alvast voor een in de meeste gevallen hilarisch vertelperspectief. Iets wat Lecompte als geen ander in de vingers heeft. Een opvallende constante hierbij is haar terugkeer naar De Panne, waar ze als kind bij haar grootouders verbleef. Daar was het dat ze in een cultuurbad werd ondergedompeld.

‘Ik zag mijn grootmoeder graag, we maakten veel uitstappen, vooral in haar schrijfkamer. Daar leerde ze me Breton, Céline, Bataille, Balthus, Titiaan, Velazquez, en Goya kennen. Maar ook andere kunstenaars zoals Degas en Morandi. En dubbelzinnige kunstenaars als de Chirico, Cortazar, Hanlo, en Truffaut. (….) Toen ik puber werd wilde mijn grootmoeder wiet met me roken, maar ik hield de boot af. Doodzonde dat ik haar geen wiet heb gegund.’

Wat is waar? Wat is puur verzinsel?

Het is bepalend geweest voor de dichteres die ze later is geworden. Net als het een invloed heeft gehad op haar manier van schrijven: het fabuleren. De lezer voortdurend op het verkeerde been zetten. Wat is waar? Wat is puur verzinsel? Het heeft haar het imago van een onbetrouwbare en te fantasierijke verteller bezorgd. Een beeld dat nog versterkt wordt door tal van bizarre en knotsgekke personages – ze komen aardig in de buurt van stripfiguren – die ze de revue laat passeren. Om het tenslotte nog niet te hebben over hoe ze zichzelf portretteert:

‘Iedereen mag mij een flauw afkooksel vinden van Brusselmans, ik hou van Brusselmans. Toch voel ik me meer verwant met Berckmans en Bukowski, maar wat heeft het allemaal voor belang? Alles is zinloos.’

Beschermvrouwe van de verschoppelingen II’ is grappig, raar, verwarrend en af en toe triest. Kortom, Delphine Lecompte op haar best. Dat wil zeggen: een overvloed aan zinnen die geen ander uit zijn pen krijgt.

Related Images: