Profetische woorden van Bernard Dewulf

Profetische woorden van Bernard Dewulf

Bernard Dewulf, ‘Jaargetijden’ 4 out of 5 stars

Met ‘Jaargetijden’ heeft Bernard Dewulf (1960-2021) de lezer een mooi afscheidscadeau nagelaten. Een verzameling stukjes proza waarin hij over mensen, kunst, leven en dood en zoveel meer reflecteert. Kortom, een getijdenboek van een uitzonderlijk begaafd stilist.

Het boek is uit, maar de schrijver is niet meer. Hij is herinnering geworden. Hij heeft zijn boek, waarin hij verder leeft, niet in handen gekregen. Het niet uit de holte van de envelop kunnen halen. Holte, het woord is gevallen. De grote holte waarin we met z’n allen vroeg of laat verdwijnen. Ook al heeft hij over veel geschreven, zijn woorden zijn van de tijd. Ook al staan ze gedrukt, ze zijn niet van de eeuwigheid. Enkel de stilte hoort bij de eeuwigheid. Maar alles wat niet geschreven is, heeft daarentegen nooit bestaan. Zo dacht hij erover, dat wist hij. Is het om die reden dat hij zo lang heeft geschreven? Woorden heeft gewikt en gewogen? Zinnen geschrapt. Woorden geslepen. Volzinnen herwerkt tot ze niet langer op krukken liepen. De driedelige Van Dale op de schrijftafel gebetonneerd. Het pure vakmanschap.

Schrijven was voor hem aarzelen

Hij, de meester van het juiste woord op de juiste plaats. De schrijver van stevig gecomponeerde stukjes die, vooralsnog niet door een verkeerd geplaatste interpuncties, uit elkaar vallen. Doordacht proza dat lag opgeborgen in zijn pen. Ooit afgedrukt in een hoekje op de frontpagina van een krant waaruit hij werd verbannen. Nadien breder uitgesmeerd in een gratis weekblad bij een andere krant.

Ideeën en gedachten laten zich niet in een korte column prangen. Ze willen ademruimte, zijn het licht in de duisternis waar hij angstvallig over waakte. Hoe vaak zat hij jarenlang twijfelend, de pen in de aanslag, over het witte blad gebogen? Het eeuwige wit waarover de pen hing alvorens het blad aan te raken. Schrijven was voor hem vooral aarzelen, twijfelen en nadenken.

Het korte stuk was voor hem, hoe paradoxaal ook, een marathon lopen. Pas over de eindstreep werden de juiste regels aan het papier toevertrouwd. Hij is met de jaren langzamerhand meer taal dan schrijver geworden. Elke nuance ervan tastte hij zorgvuldig af. Net zoals hij, zonder gêne, voor de spiegel ging staan om zichzelf te analyseren. Psychoanalyse in bezwerende zinnen.

‘Ik wilde het eindelijk weleens weten. Hoe vals, hoe bescheiden of hoogmoedig, hoe nederig of hovaardig ben ik? Kortom, wie denk ik eigenlijk dat ik ben? Uiteraard kwam ik er niet uit. Nog nooit ben ik al denkend ergens uitgekomen.’

Hij schreef profetische woorden

Het is maar goed ook dat hij denkend niet ergens is uitgekomen. Dan waren zijn vleugels geknipt, vloog hij niet over de vier seizoenen heen, ergens naartoe. Zocht hij geen andere horizonten meer op. Keek hij niet langer meer naar zijn favoriete kunstenaars wier plastische taal hij in een voor iedereen toegankelijke taal wist om te zetten. Schreef hij niet over ’Niets te vrezen’ dat mijmerende boek van Julian Barnes over de dood. Profetische woorden die hij niet eens zo lang geleden, voor zijn verscheiden, noteerde:

‘En zo is de dood altijd aanwezig, ongeveer zoals het licht of het nieuws of motregen. Ik weet dat hij in en om mij huishoudt. Ik weet dat hij mijn nachten, dagen, woorden, handelingen, liefdes en vriendschappen besluipt. Mijn hart, pancreas, lever, longen, pik, prostaat, mijn lust. Mijn hersenen, mijn aders, mijn geheugen.’

Verstild proza van een hoog gehalte

Over alles wat hij schrijft hangt een waas van melancholie. Een oproepen van herinneringen die het verdienen om te worden neergeschreven. Het vele reizen, het onafgebroken in beweging zijn is voor hem langzamerhand een gaan zitten geworden.

‘In wezen, zo weet ik stilaan, heb ik altijd een zittend bestaan gewild. Maar men kan kennelijk pas gaan zitten nadat men bewogen heeft. Of het nu in de woonkamer, Amerika of het heelal is. Alsof men zijn zitten eerst moet verdienen.’

In alles wat in ‘Jaargetijden’ te lezen staat is de dichter manifest aanwezig. Wat Bernard Dewulf schrijft is verstild proza van een hoog gehalte, ondergebracht in de vier seizoenen. Een kleurrijke verzameling miniaturen, van een chroniqueur wiens beschouwingen over alles wat ogenschijnlijk onopvallend is, als muziek van Vivaldi in de oren klinkt.


Related Images: