Wolfram Eilenberger koppelt het individuele aan het gemeenschappelijke
Wolfram Eilenberger, ‘Het vuur van de vrijheid’
In King Vidors film ‘The Fountainhead’ (’49) – een verfilming van Ayn Rands gelijknamige roman – adresseert Gary Cooper de jury in een rechtbank. Coopers personage – een architect – wordt beschuldigd van sabotage. Een nieuw gebouwencomplex zou bewust door hem vernietigd zijn via een explosie. Op geen enkel moment zoekt de architect naar excuses. Sterker nog: hij beweert het opnieuw te willen doen. De reden? Buitenstaanders hadden het gewaagd de plannen van het project te wijzigen. Het eindresultaat was niet meer ‘zijn’ gebouw maar ‘een’ gebouw.
Dergelijke compromisloze attitude is veelvuldig terug te vinden in Ayn Rands (1905-1982) werk. Ondanks haar invloedrijke publieke positie in de V.S., bleef haar oeuvre in Europa onderbelicht. Een spijtige zaak. In ‘Het vuur van de vrijheid’ onderzoekt filosoof Wolfram Eilenberger (1972) de kruisbanden tussen Ayn Rand, Simone Weil, Hannah Arendt en Simone de Beauvoir. Vier schrijfsters die aan de vooravond van W.O. II romans en/of essaybundels publiceerden waarin prikkelende filosofische denkpistes geëxploreerd werden.
Haaks op elkaar staande getuigenissen
Wat daarbij opvalt is hoe verschillend de invalshoeken waren waarmee het viertal de moderne wereld in een zinvol denkraam trachtte te kaderen. Het resulteert bij momenten in radicale andere zienswijzen van één en dezelfde realiteit. Wanneer Simone Weil (1909-1943) en Simone de Beauvoir tussen 1933 en 1934 los van elkaar Berlijn aandoen, levert dat twee haaks op elkaar staande getuigenissen op. Weil merkt op:
‘Studenten verlaten de universiteit om pinda’s, lucifers en veters te verkopen […] iedereen leeft in de verwachting op een dag in gedwongen nietsdoen te worden geworpen, dat het lot is van bijna de helft van de Duitse arbeidersklasse’
Dergelijke politieke realiteit ontsnapt aan de blik van de Beauvoir, opgeslokt als ze is door het nachtleven:
‘Cantin bracht ons naar de kroegen rondom Alexanderplatz. Veel plezier deed me een bord op de muur: ‘Het is verboden dames te animeren’
Individualiteit als sleutel tot het moderne leven
Ook tussen Ayn Rand en Hannah Arendt lijken op het eerste zicht weinig verbindingslijnen te trekken. Rand houdt zich op in een wereld die flirt met Hollywood en Manhattan, Arendt circuleert in academische middens. Arendt werd beroemd door haar analyse van het raderwerk achter een totalitaire maatschappij (‘de banaliteit van het kwaad’). Rands werk daarentegen werd in 2008 gerecupereerd door de reactionaire Tea Party in de V.S., een beweging die het pad effende voor Donald Trump.
Wat deze vier vrouwen verbindt is de beleving van hun individualiteit. Het zoeken naar een nieuwe invulling van het idee ‘gemeenschap’ vanuit een hoogst persoonlijk gezichtspunt. Moet je jezelf opofferen voor de ander (Simone Weil)? Is het eigen genot de maatstaf (Simone de Beauvoir)? Vernietigt een altruïstisch ingestelde maatschappij het genie (Ayn Rand)? Of leidt de massamaatschappij tot isolatie en eenzaamheid die op hun beurt een opmaat vormen voor fascisme (Hannah Arendt)?
Ondanks die variëteit laat ‘Het vuur van de vrijheid’ zich kennen als een coherent boek. Wolfram Eilenberger bracht vier jaar terug ‘Het tijdperk van de tovenaars’ uit, een boek waarin leven en werk van o.a. filosofen als Martin Heidegger en Walter Benjamin verhelderend uit de doeken werd gedaan. Dit werk sluit naadloos aan bij ‘Het tijdperk van de tovenaars’: ook hier krijgt de geïnteresseerde lezer een inkijk in het mentale laboratorium waaruit ons idee van vrijheid ontstond.