Schrijven was voor Hella Haasse een surrogaat voor leven

Schrijven was voor Hella Haasse een surrogaat voor leven

Aleid Truijens, ‘Leven in de verbeelding. Hella S. Haasse 1918 – 2011’ 4 out of 5 stars

‘Leven in de verbeelding’ is heel wat meer dan een klassieke biografie van Hella Haasse (1918 – 2011).  Aleid Truyens (1955) gaat in dit monumentale werk – ze werkte er bijna acht jaar aan – ook op zoek naar de betekenis van het oeuvre van de schrijfster die met klassiekers als ‘Oeroeg’ (’48) en ‘Heren van de thee’ (’92) grote bekendheid verwierf.

Ze was vast geen auteur van damesboeken

Wie enigszins met de levenswandel van Hella Haasse vertrouwd was, wist dat ze in de herfst van haar leven haar archief aan het ordenen was. Alles wat te intiem of persoonlijk was ging de papierversnipperaar in. Naar de dikte van haar biografie te oordelen heeft ze uiteindelijk toch nog een schat aan documenten in het Literatuurmuseum nagelaten.

Dozen vol foto’s, brieven, aantekeningen, manuscripten en een berg knipsels. Een schat aan informatie waarmee Truijens aan de slag kon. Een biografie van een auteur die ten onrechte niet in een adem wordt vernoemd met grote namen als Gerard Reve, W.F. Hermans, Harry Mulisch, Jan Wolkers en Hugo Claus.

Het heeft vast te maken met het feit dat ze door een categorie van litteratoren zwaar is onderschat en haar romans bij de schrijvers van damesboeken werden ingedeeld. Een visie die haaks staat op ‘Zelfportret als legkaart’, een non-fictieboek waarin ze haar leven beschrijft en reflecteert op haar schrijverschap.

‘Op straat lopen, in tram of trein zitten, een warenhuis binnengaan, of een cafetaria of een bioscoop, en met nooit verflauwende aandacht kijken naar de anderen, luisteren naar hun gesprekken, hun uiterlijk en wijze van doen in mijn geheugen prenten.’

Haar huwelijk liep niet over rozen

Hoe dan ook schrijven was voor haar een must, zo blijkt uit haar biografie. Begin jaren vijftig zou ze namelijk hulp hebben gezocht bij een psychiater die haar had aangeraden door te gaan met schrijven. Een advies dat ze beslist niet in de wind heeft geslagen.

Het was haar manier om te overleven en finaal niet onderuit te gaan. Een surrogaat voor leven. Een leven in eenzaamheid dat fel contrasteert met het beeld dat de buitenwereld van haar had. Een innemend iemand die alles achter haar glimlach maskeerde. Wat iets meer was dan professioneel contact hield ze handig af.

Of zoiets van haar zelf uitging of met Jan van Lelyveld, haar echtgenoot, te maken had blijft een open vraag. Feit is dat hun relatie bepaald niet over rozen liep. Het kwam voor het eerst tussen beiden tot een breuk in 1947. Het jaar waarin haar eerste dochtertje Chrisje, 2,5 jaar, stierf aan difterie.

Ook later kon ze zich niet van de indruk ontdoen dat Jan als het ware onder een stolp leefde. Een en ander was ook het gevolg dat hij ook schrijfambities had en haar intellectueel de baas wilde blijven. Ook al stapelden de conflicten tussen beiden zich op tot een echtscheiding kwam het niet. Het was voor Haasse een schrikbeeld dat ten koste van alles moest worden vermeden.

’Trouw was voor haar belangrijk. In interviews zei ze dat ze nog altijd verliefd op hem was. Dat was natuurlijk overdreven, maar ze wilde volharden, het mocht niet mislukken.’

Ze was allesbehalve een Dolle Mina

Dit alles werpt alvast een nieuw licht hoe ze in het leven stond en over de rol van de vrouw in de samenleving dacht. Ze was beslist geen Dolle Mina. In een lang gesprek met professor Joos Florquin zegt ze hierover: “Ik ben geen Dolle Mina. Agressie maakt de kloof alleen maar groter. Mannen en vrouwen moeten elkaar beter leren begrijpen.”. Het leidt ertoe dat Truijens tot de conclusie komt dat een onmogelijke liefde in het huwelijk het hoofdthema is in het literaire oeuvre van Hella Haasse.

Dat ze zich als biograaf niet waagt aan een interpretatie van de talloze romans – ze citeert uitvoerig uit recensies – is een pluspunt. Als biograaf houdt ze zich aan de feiten en plaatst het werk van Haasse in een historische en maatschappelijke context.

Zo verneemt de lezer onder andere dat niet ‘Oeroeg’ – ze schreef het in drie weken – maar ‘Kleren maken de vrouw’ haar prozadebuut was, ze van haar uitgeverij royale voorschotten ontving, ‘Heren van de thee’ haar meest toegankelijke roman was, ze het bepaald niet begrepen had op Harry Mulisch, ze een avondmens was, Nederlands-Indië haar nooit heeft losgelaten, enzovoort.

Aleid Truijens heeft met ‘Leven in de verbeelding’ een allesomvattende biografie geschreven van een schrijfster die, wat diverse literaire genres betreft, haar tijd ver vooruit was.

Related Images: