Activistisch zonder activisme: Jelle Toirkens en Jelle Brandt Corstius fluisteren met hart en ziel in woord en beeld
Jeroen Toirkens & Jelle Brandt Corstius, ‘Borealis’
Bedreigde bossen? Ogenblikkelijk ziet eenieder beelden voor zich van brandende stukken Amazonewoud. Toch situeert de grootste hoeveelheid bosrijk gebied zich niet in tropisch regenwoud. Hoewel het aantal variëteiten er schier eindeloos is, worden de bebossing rondom de evenaar in oppervlakte overtroffen door de flora die zich in de zogenaamde boreale bossen bevindt.
Bore…wat? Boreaal, gekend van bijvoorbeeld ‘aurora borealis’, verwijst naar een noordelijke ligging. Op een kaart met de noordelijke poolcirkel als epicentrum, beschrijven de betreffende gebieden er een cirkel omheen. Wie de bosrijke streken in dit zogeheten boreale gebied vanuit Europa wil verkennen, moet in principe in alle windstreken uitzwermen. Dat is precies wat Jeroen Toirkens en Jelle Brandt Corstius deden voor hun project ‘Borealis’.
Door de klimaatopwarming staat alle fauna en flora wereldwijd onder druk. Niet verwonderlijk is dat de media het vaakst aandacht heeft voor een stuk Amazonewoud in lichterlaaie, zeker als een gestoorde president beweert dat de branden door activisten zijn aangestoken. Gekker wordt zelfs fictie niet bedacht. Wat daardoor onderbelicht blijft door de klassieke journalistieke kanalen, is dat ook de boreale bossen onder druk komen te staan door een almaar warmer wordend aardoppervlak, met almaar minder ijskappen om UV-straling te weerkaatsen.
De queeste van Toirkens en Corstius ligt in die zin voor de hand: het duo wil natuurschoon onder de aandacht brengen dat over enkele jaren zou kunnen verdwijnen. In zijn teksten klinkt Corstius echter doelbewust niet of nauwelijks alarmerend noch activerend: hij gunt de lezer een eigen moreel oordeel, kortom hij dicht zijn publiek voldoende intellect toe om zelf conclusies te kunnen trekken.
De fotografische benadering van de bossen sluit daar overigens naadloos bij aan. Toirkens kiest voor een esthetische aanpak, waarin niet alleen landschappen maar ook portretten van afzonderlijke bomen een ‘gezicht’ willen geven aan waar het boek in zijn totaliteit over handelt. Geen voor de hand liggende ecologische ravage dus, geen fotografie van het grote gebaar. Integendeel zijn de plaatjes vooral intiem te noemen, als het nu gaat over boomstronken van meerdere eeuwen oud, dan wel over de inkijk in huiskamers die zich aan het eind van de bewoonde wereld lijken te vinden.
Wat dat betreft leggen Toirkens en Corstius een onverwacht accent. Meer dan over de natuur zelf, gaat ‘Borealis’ ook over manieren van leven, over mensen die hun hele bestaan hebben opgevat als een liefhebbende worsteling met de extreme klimatologische omstandigheden waarin ze dagdagelijks leven. Voorbij de ongereptheid ligt altijd een brokje beschaving, en net in die beschaving, die onder druk komt te staan door wat de mensheid uitspookt door het kappen van wouden, ligt het spanningsveld dat het voortbestaan van deze wonderlijke plekken zal gaan bepalen.
Naast de tekst spreken ook de beelden over menselijke aanwezigheid. In Schotland, waar het landschap als het ware is uitgekleed door het al eeuwenlang neerhalen van bomen, heeft Toirkens veel aandacht voor diegenen die zich engageren voor het continuëren van de bossen door opnieuw bomen aan te planten. In Noorwegen en Rusland sprokkelt het duo uitzonderlijke verhalen bij schijnbaar heel alledaagse mensen. In Alaska, waar de twee zich in een verlaten hut opsloten en in onontgonnen oerbossen op verkenning gingen, wordt de teneur dan weer introspectief, met ongewoon fragiele beelden tot gevolg.
Weliswaar bestaat een boek uit papier, en papier op zijn beurt uit…vermalen bomen. Is het geen contradictie om een dergelijk project in druk te laten gaan? Niet als de uitstoot gecompenseerd wordt door de aanplanting van nieuwe bomen, hetgeen het duo heeft gedaan. Daarnaast blijkt uit werkelijk alles de aandacht die de twee hebben gehad voor de uitgave. Glanzend, hard fotopapier laat ijzige landschappen fonkelen, terwijl de meer meditatieve fotografie uit Alaska op doorschijnend papier werd gedrukt.
‘Borealis’ is een uitgave waaraan alles klopt. Toirkens en Corstius schuwen grote woorden en dito pretenties. Integendeel creëerden ze een kleinood dat gaat over uithoeken natuur die absoluut bewaard moeten blijven voor toekomstige generaties. Ze geven bossen en gemeenschappen zonder luide stem een medium om te spreken, te vertellen over welke waarde we de dingen hier op aarde willen toekennen. ‘Borealis’ roept niet, schreeuwt niet. Het vertelt, geduldig. Het fluistert. Een verademing, een gedicht tussen alomtegenwoordig en meestal prozaïsch milieuactivisme.