Een eenzaat in Parijs
Jean de La Ville de Mirmont, ‘De zondagen van Jean Dézert’
Behalve een gedichtenbundel, brieven en enkele verhalen publiceerde Jean de La Ville de Mirmont (1896-1914) enkel ‘De zondagen van Jean Dézert’ (1914). Een roman uit een vorige eeuw over een onopvallende man die nu is vertaald en van een nawoord is voorzien door Mirjam de Veth. Hoe literaire kwaliteit of een meesterwerk de jaren moeiteloos trotseert.
In een summiere biografie van de auteur staat te lezen dat eind 1912 de figuur van Jean Dézert al opduikt. In een brief aan zijn moeder vermeldt hij dat de held van zijn verhaal een absurd iemand is. Na hem kort en raak te hebben geportretteerd – beambte in overheidsdienst, vrijgezel, woonachtig in een appartement met een laag plafond – wordt vrijwel meteen duidelijk dat hij helemaal alleen staat in het leven. Hij heeft het niet eens over zijn familie en zijn sociale contacten blijven beperkt tot Léon Duborjal. Een vriend geworden omdat ze al enkele jaren op dezelfde plek lunchen.
Ook al is zijn leven saai en eentonig, de verveling voor de lezer slaat geen moment toe. De man heeft namelijk een specifieke eigenschap: hij kan wachten. Wachten tot het bijvoorbeeld zondag wordt om dan door Parijs te flaneren en zich aan allerlei te gekke bezigheden over te leveren.
‘Jean Dézert slaat – evenzeer uit beleefdheid als gewoon ter verstrooiing – nooit reclamebiljetten af die hem op straat worden aangeboden door verlopen, verkommerde, slecht geklede heren. (…) Toen hij op een zaterdagavond voor het slapengaan zijn verzameling doornam, besefte hij dat hij als hij zijn zondag op even vernuftige als leerzame wijze wilde doorbrengen niets anders hoefde te doen dan de adviezen op te volgen die in een aantal van die gratis verstrekte vlugschriften gegeven werden.’
Het illustreert zijn literair vakmanschap waarbij hij niet aarzelt alle registers open te trekken en alle mogelijke teksten aan bod laat komen: reclamefolders, poëzie, dagboekaantekeningen, liedjes, enkele regels van Confucius tot een tekst om het gebruik van klinkers te leren. Een procédé waarvan door de tijden heen wel meer grootmeesters uit de wereldliteratuur gebruik hebben gemaakt.
Ook al is het leven van Dézert totaal zinloos, het plotseling opduiken van de piepjonge Elvire Barrochet zorgt voor een radicale wending in zijn leven. Hoe stapelverliefd hij ook is, alles eindigt in mineur. Wat rest hem nog? De hand aan zichzelf slaan? Nee, hij weet wel beter: ‘… want zelfs zelfmoord leek hem zinloos, omdat hij wist dat hij inwisselbaar was in de menigte en nooit echt helemaal dood kon gaan.’
‘De zondagen van Jean Dézert’ is in alle opzichten een tijdloze roman vol humor, in een sublieme stijl geschreven. Er valt dan ook geen excuus te verzinnen om dit meesterwerk ongelezen te laten.
Originele titel: Les dimanches de Jean Dézert Vertaald door Mirjam de Veth