Twee mysterieuze en melancholische liefdesromans van Murakami
Spoetnikliefde
Haruki Murakami is sinds jaren de gedoodverfde toekomstige Nobelprijswinnaar Literatuur uit het land van de rijzende zon, maar tot nu toe bereikt zijn oeuvre slechts mondjesmaat onze contreien. Recent bezorgde de vertaling van de ‘Opwindvogelkronieken’ Murakami hier een kleine, maar des te fanatiekere aanhang. Cultstatus heet dat. Hoog tijd dat er aan Murakami’s inbreng in de hedendaagse literatuur wat ruchtbaarheid wordt gegeven. In dat opzet slaagt het teasende ‘Spoetnikliefde’ alvast.
Rond Murakami’s boeken hangt een waas van mystiek. De opgevoerde personages zijn vaak geïsoleerde actoren die zich in een magische, melancholische en onbestemde wereld bewegen. Dat is in ‘Spoetnikliefde’ niet anders. Vele gebeurtenissen blijven ongemotiveerd en de vanzelfsprekendheid van een aantal het abnormaliteiten is hoogst intrigerend. Het boek draait om de mysterieuze verdwijning van meisje Sumire. Zij werd verliefd op een 17 jaar oudere vrouw, Mioe (haar Spoetnikliefde) en trok met haar mee op zakenreis naar Europa. Leraar K, stiekem verliefd op Sumire, blijft verweesd achter. Maar dan neemt het intrige zijn plaats in het verhaal. K krijgt een telefoontje van Mioe om naar Griekenland te komen omdat Sumire spoorloos is verdwenen. Daar voltrekt Murakami zijn meestertruc: waar normaal paniek zou moeten heersen, is er slechts fascinatie. Voor Sumires verdwijning, maar ook voor elkaar. Want via elkaar komen K en Mioe dichter bij Sumire.
De opgevoerde personages zijn vaak geïsoleerde actoren die zich in een magische, melancholische en onbestemde wereld bewegen.
Wat moet je aan met een verdwijning die centraal staat maar gaandeweg ornamenteel wordt? Er zijn nauwelijks aanknopingspunten om de verdwijning te ontrafelen. Mioes afwijzing op Sumires seksuele avances lijken de directe aanleiding, maar geen voldoende voorwaarde. K vindt in Sumires verblijfkamer een diskette met twee teksten, die evenwel geen verklaring bieden. In een ordinaire whodunnit staan daarin sleutelelementen om het raadsel te ontcijferen. In Murakami’s wereld dienen ze om, vanuit het interpreteren van Sumires belevingswereld, bij zichzelf te ontdekken wat het kleine meisje eigenlijk betekent. Een heerlijk subtiel spel met een genre. Er is geen oplossing, geen kwaadheid, geen vastberaden actie. In ‘Spoetnikliefde’ blijft alles in de lucht hangen. En toch blijf je tot de laatste pagina aan het boek vastgeklonken. Haruki Murakami: een schrijver om te volgen.
Recensie door Lukas Van Win – 22 maart 2005
Haruki Murakami, Spoetnikliefde. Atlas Contact 2004, 224 p. (vertaling door Elbrich Fennema)
Ten zuiden van de grens
In ‘Ten zuiden van de grens’ beschrijft de Japanse grootmeester Haruki Murakami het leven van Hajime, laat ons zeggen een doorsnee-Japanner. Hoewel het verhaal zich afspeelt in het Japan van de tweede helft van de twintigste eeuw, is er geen enkele aanleiding om je niet volledig in te leven in deze moderne tragedie. Wij zelf hebben geen idee meer hoe het boek ooit in onze handen terechtgekomen is, maar het is een blijver. Eentje om geregeld te herlezen.
Hajime, wat ‘begin’ betekent in het Japans, vertelt zijn verhaal als een terugblik op zijn leven. Hij begint bij het begin, zijn ontmoeting met Shimamoto. Het meisje komt in het vijfde jaar van de lagere school in zijn klas terecht. Beide tienjarigen voelen zich een buitenbeentje als enig kind, een uitzondering in de Japanse buitenwijken van de jaren zestig. Hierdoor voelen ze zich een beetje verbonden en beginnen ze veel samen op te trekken.
Bij het begin van de humaniora verliezen ze elkaar uit het oog en het leven van Hajime ontwikkelt zich volgens min of meer voorspelbare paden. Hij blijft echter geregeld terugblikken op de wel heel erg bijzondere band die hij had met zijn voormalig speelkameraadje. Stilaan verdrinkt Hajime in de grote, ongevoelige samenleving en vereenzaamt hij. Als hij zich net weer min of meer opgewerkt heeft, ontmoet hij Shimamoto opnieuw. Haar leven is omgeven met een sluier van mystiek en geheimzinnigheid, maar ze blijft Hajime opzoeken in zijn jazzbar in Tokyo.
De vergelijkingen en metaforen zijn nooit ronkend of frivool, maar spitsvondig en treffend zonder meer.
Murakami schrijft in dit pareltje nuchter en direct, maar ook bedachtzaam en toch fantasievol. Als een ware bouwmeester stapelt hij alle elementen uiterst zorgvuldig op elkaar en leidt je zo steeds verder in een verhaal van een mensenleven en een allesomvattende liefde die daarin de hoofdrol speelt. Murakami schrijft zonder franjes en zet geen woord te veel op papier. En het is net deze zuinig- en zuiverheid die zijn creativiteit bewijst. Hij bouwt aan een puzzel waarin alles klopt. De vergelijkingen en metaforen zijn nooit ronkend of frivool, maar spitsvondig en treffend zonder meer. In deze fijne roman weet hij perfect het evenwicht te bewaren tussen vertelstijl, taalkleuring en het verhaal.
Op onze uitgave van het boek vinden we verschillende lofbetuigingen aan het adres van de auteur. Omdat we de euforie enkel zonder woorden kunnen bevestigen, parafraseren we er eentje: ‘Wedden dat u hiermee een toekomstige Nobelprijswinnaar leert kennen?’ Lees en geniet.
Recensie door Jona De Beuckeleer – 27 juni 2010
Haruki Murakami, Ten zuiden van de grens. Atlas Contact 2001, 235 p. (vertaling door Elbrich Fennema)