De Zuid-Afrikaanse schrijver François Smith drijft in zijn road novel demonen uit

De Zuid-Afrikaanse schrijver François Smith drijft in zijn road novel demonen uit

François Smith, ‘De getuigenis’ 3 out of 5 stars

Met ‘De getuigenis’, vertaald door Robert Dorsman, maken we voor het eerst kennis met het werk van de Zuid-Afrikaanse schrijver François Smith. Eerder deed Smith zich al opmerken met ‘De kleinste ramp denkbaar’ en ‘Een schuldig leven: verkracht in de Boerenoorlog’. Zijn meest recente roman blijkt echter sterk af te wijken van eerdere romans en zowaar een road novel te zijn, waarbij hij aansluit op een literair genre dat onder impuls van auteurs als Jack Kerouac (‘On the road’) of Cormac McCarthy (‘The road’ / ‘De weg’) sterk tot bloei kwam.

Prijswedstrijd

Smith (°Rouxville, 1964) is docent Afrikaanse letterkunde, verbonden aan de Universiteit Vrijstaat. Naar aanleiding van een prijswedstrijd – een schrijfopdracht die welgeteld veertigduizend woorden mocht tellen – ging hij in volle coronatijd die opdracht aan. Zo richt hij zich in zijn nieuwste roman op het bijzondere verhaal van het echtpaar Gerbrand en Retha. Elk vanuit hun eigen perspectief beschrijven zij de heen-en-weer reis naar Ventershoop (de plek waar Gerbrand opgroeide). Die reis brengt hen bij familie en vrienden, maar doet hen ook stilstaan bij hun eigen complexe en turbulente voorgeschiedenis.

De voorzienigheid van ‘Vader’

Een prominente rol in dit verhaal is weggelegd voor ‘Vader’, op wie het koppel rekent dat diens voorzienigheid alles wel zal oplossen. Bij aanvang komt de lezer te weten dat in een verre uithoek in Zuid-Afrika Gerbrand en Retha onder leiding van ene Tertius werkzaam zijn in een christelijke bedieningsplaats (BCIB). De rolverdeling is helder: Gerbrand ‘Bokkeltje’ Killian houdt zich hoofdzakelijk bezig met het ambt, met het onderricht en lezingen, terwijl Retha het administratieve luik en de website/communicatie op zich neemt:

“ ik was op kantoor bezig om de commentaren op onze Facebook-pagina door te nemen. Die moet je wel in de gaten houden, mensen schrijven zulke gekke dingen”

Als een oude jeugdvriend van Gerbrand het koppel uitnodigt tot deelname aan een christelijk seminar in Ventershoop, is er even twijfel. Toch besluit het echtpaar het erop te wagen, ook al houdt het ook in dat zij hun kinderen Ruan (‘met geloof zo sterk als een rots’) en Junior dienen achter te laten. Maar ook dat zij de reis met uiterst bescheiden financiële en materiële middelen aanvangen. Er is amper geld en het bescheiden autootje waar ze mee rijden, is helemaal niet geschikt voor een lange reis.

Een reeks van aparte toevalligheden

Deze roman draait grotendeels rond een reeks van buitengewone toevalligheden. Het echtpaar schrijft die toe aan de voorzienigheid van ‘Vader’. Zo helpen familie en vrienden en dragen zij materieel (zo mogen ze onder meer een Ford Figo lenen) en financieel bij. Het verhaal beschrijft de ontmoetingen met hen. Al kom je als lezer naar het einde toe ook te weten wat hen naar de christelijke bedieningsplaats bracht. Naar hun aanvoelen was dat ‘Vader’ die hen daartoe leidde.

Sober en kaal

‘De getuigenis’ is een wat vreemde roman. Als verhaal is het een sobere, behoorlijk kale vertelling waarbij frequent Bijbelse teksten geciteerd worden. Gerbrand en Retha ‘getuigen’ over hun ervaring, maar evengoed is er de getuigenis van de schrijver zelf die zo neutraal en objectief mogelijk hun verhaal optekent. Zo wisselt Smith met gemak tussen het perspectief van Gerbrand en dat van Retha.

Toch overheerst bij lectuur het gevoel dat het knap lastig is om grip op dit erg bevreemdende verhaal te krijgen. Wat moet je immers met een koppel dat ‘getuigt’ over de voorzienigheid van ‘Vader’? Weinig, zo blijkt, al merk je als lezer wél dat dit verhaal heel doelbewust ruw en conceptmatig gehouden werd. Dat maakt ook dat deze roman jammer genoeg tekortschiet.

Related Images: