De post-Joegoslavische literatuur van Dubravka Ugrešić

De post-Joegoslavische literatuur van Dubravka Ugrešić

Dubravka Ugrešić, ‘De vos’ 4 out of 5 stars

De Kroatische schrijfster Dubravka Ugrešić omarmt een a-nationale identiteit, wat betekent dat ze zichzelf niet aan een specifieke natie gebonden voelt. Desalniettemin is de nasleep van het verlies van de overkoepelende natie Joegoslavië duidelijk zichtbaar in haar werk. Deze thematiek manifesteert zich niet alleen in talloze intertekstuele verwijzingen, maar ook in de versplintering van haar verhalen.

Haar werk ‘De Vos’ opent met een vergelijking tussen egels en vossen, waarbij ze het Japanse woord ‘kitsune’, wat vos betekent,  verbindt met de traditie van de ‘inari’, boodschappers van de ‘kami’, of goden van rijst. Deze verwijzingen naar de vos in verschillende culturen, fungeren als Lacaniaanse knooppunten, symbolische kernen waarrond het trauma van het verlies van Joegoslavië wordt uitgesponnen. Een ander knooppunt is Boris Piljnak, auteur van ‘Het naakte jaar’ en ‘Het lot van een Russische vrouw’. Na een reis naar China, werd hij door de Russische regering opgespoord, gevangen genomen en om het leven gebracht.

Anekdotes van verlies

Op anekdotische wijze weeft Ugrešić verhalen van verlies samen tot een roman. De ik-verteller,  geboren tussen 1936 en 1955 toen abortus verboden was, neemt na een studentenverblijf in Moskou in de jaren zestig, een boek van Boris Piljnak naar huis als souvenir. Op latere leeftijd komt het hoofdpersonage via literaire symposia in aanraking met Ferris, een vrouw die ook een boek over Piljnak heeft geschreven.

Waarom noem ik Piljnak hier? Omdat Levin voor onderweg Piljnaks boek ‘Wortels van de Japanse zon’ bij zich had.

Noe-ka, Begemot, daj roman!

De uitspraak ‘Kom op, Behemoth, hier met die roman!’ verwijst naar de rol van de duivel in  ‘De Meester en Margarita’ van Michail Boelgakov. De figuur van de vos wordt gekoppeld aan de Boelgakoviaanse duivel en benadrukt het verdwijnen van literatuur, het opstoken van bibliotheken en het opjagen van kunstenaars onder een dictatoriaal regime.  

De jacht op Russische avant-garde kunstenaars wordt vergeleken met de periode na de val van Joegoslavië, toen boeken werden verbrand, romans uit bibliotheken werden gehaald en schrijvers werden opgejaagd en vermoord.

De Russische avant-gardeschrijvers schreven niet alleen de prachtigste werken, maar deden dat ook nog terwijl ze wisten welk zwaard er boven hun hoofd hing.

Aan de hand van de Russische werkelijkheid in de jaren dertig drukt ze het verlies uit van de Joegoslavische cultuur. Daarbij heeft ze aandacht voor de positie van het Kroatisch als ‘mineure’ taal en hecht ze aandacht aan de rol van vertaling. We zien bijvoorbeeld hoe haar romans circuleren in Italiaanse en Nederlandse context, zij het ietwat ‘displaced’.

Oberioe en verloren literatuurgeschiedenis

Op essayistische wijze geeft Ugrešić inzicht in de beweging Oberioe, een Russische avant-garde beweging opgericht door Daniil Charms. We krijgen inzicht in het versplinterd archief van Chardzsjev dat deels in Amsterdam rust, en na de oorlog teruggekeerd is naar Moskou. Via verzonnen manuscripten, manuscripten die alleen als verwijzing of als voetnoot bestaan, creëert Ugrešić een web van literair kapitaal dat in de vergetelheid is geraakt.

Manuscripten verbranden niet

Met haar verhalen creëert Ugrešić een ‘counter-memory’. Een tegendraads herinneren van dat wat weggevaagd wordt. ‘De Vos’ is een roman over de reconstructie van het vergeten, een literaire restauratie van verloren gewaand literair kapitaal en het proces van ouder worden, van misschien zelf ook verloren gaan. Tenzij we haar blijven lezen.

Related Images: