Een virtuoze verhaspeling van verleden en heden: Opera Ballet Vlaanderen onderzoekt hoe het vreemde het wrede instigeert

Een virtuoze verhaspeling van verleden en heden: Opera Ballet Vlaanderen onderzoekt hoe het vreemde het wrede instigeert

Opera Ballet Vlaanderen, ‘Brodeck’ 4 out of 5 stars

‘Mijn naam is Brodeck en ik heb er niets mee te maken.’ Tot zover de hypnotiserende openingszin van de bekroonde roman ‘Het verslag van Brodeck’ (2007) van Philippe Claudel. Daarin voert de schrijver een protagonist op die door zijn dorpsgenoten wordt aangewezen om de feiten rond de verdwijning van een naamloze vreemde op schrift te stellen. De verdwijning van deze zogenaamde Anderer blijkt echter een spiegel voor zuiveringen die de dorpsgemeenschap moedwillig liet doorvoeren tijdens een recente oorlog.

Brodecks relaas over recente gebeurtenissen wordt bijgevolg een onderzoek naar een trauma waarmee de lokale gemeenschap nog niet heeft afgerekend. In deze constellatie stelt Claudel pertinente vragen over xenofobie, collaboratie en herinnering. Verder leven zonder gemaakte fouten onder ogen te komen, betekent diezelfde fouten opnieuw maken, zo suggereert het narratief. De akte van het gedenken, hoe traumatisch ook, is kortom een morele plicht. Enkel uit de smeulende as van een verleden dat verwerkt en dus voltooid is, kan immers een rechtvaardiger heden ontkiemen. Aan de jongere generatie om zich het recht te memoreren toe te eigenen, want diegenen met bloed aan hun handen leven bij de gratie van vergetelheid. Hoewel vagelijk gesitueerd ergens in de 20ste eeuw, raakt de kern van Claudels roman elk tijdsgewricht, en dus ook het huidige.

Componist Daan Janssens en regisseur Fabrice Murgia zijn met ‘Brodeck’ niet aan haar proefstuk toe. Ze werkten al eerder samen aan de kameropera ‘Menuet’ en alles aan hun nieuwste project ademt bilateraal begrip. Het visuele register volgt het muzikale ritme naadloos, en omgekeerd laat de partituur ruimte voor de scenische realisatie van het narratief. De gesproken en vooraf opgenomen theatrale intermezzi illustreren dat Janssens geen partituur ambieert waarin een volledige betekeniswereld besloten ligt. Hoe knap ook de atmosferische intensiteit die de componist dankzij rijke orkestkleuren weet te evoceren, pas in relatie tot de beelden bereikt de muziek haar ware bestemming.

Janssens is alleszins niet bang voor stiltes of sobere begeleiding, daar waar de verwerkelijking op de bühne niet om muziek vraagt. Het gebruik van leidmotieven en expliciete referaten naar de muziekgeschiedenis werkt bovendien drempelverlagend, kortom Janssens heeft primair in termen van sfeerschepping en symbiose met de regie gedacht, en Murgia weet daarvan te profiteren. Met excentrieke kostumering accentueert de regisseur de notie dat de ander per definitie een vreemde is. Het unheimliche spectrum dat Janssens bereikt door instrumenten met een uiterst specifieke klankkleur in te zetten – van uitgebreid slagwerk tot harp en celesta – resoneert uitstekend met het schijnbaar bonte samenraapsel op de bühne.

Murgia vertelt ‘Brodeck’ als een volbloed thriller, waarin de gruwelen van de oorlog en de terreur die de Anderer moest ondergaan simultaan worden ontrafeld. In navolging van de muziek, die vakkundig de verschillende verhaalde tijden met elkaar verbindt en zodoende uitdrukking geeft aan Claudels visie dat het heden niet zonder verleden kan, haspelt ook Murgia de vertelde tijden feilloos door elkaar, zonder de ervaring voor de toeschouwer te bemoeilijken. Aan de hand van live camerabeelden, projecties, belichting en filters boetseert Murgia een tijdscontinuüm waar vroeger en later virtuoos om elkaar heen cirkelen.

Bovenop de voortdurende transformatie van Janssens suspensevolle idioom, plaats de componist doelbewust een eerder monochrome prosodie. Waar het in de buik van de partituur suddert van afgrijzen, geeft het vocale register uitdrukking aan het onderdrukte: de dorpsgemeenschap vindt geen expressief middel om uitdrukking te geven aan de gruwelen waartoe zij blijkbaar in staat is. Nadrukkelijk historisch geïnspireerd doch tegelijk abstract en tijdloos-esthetisch qua uitwerking, gebruikt Murgia op zijn beurt het collectief bewustzijn rondom de Tweede Wereldoorlog om een universeel pleidooi tegen wreedheid te ensceneren, geruggensteund door een partituur die modern klinkt en niettemin uitgelezen echo’s van de traditie incorporeert.

Door het einde van de Anderer – een personage dat Josse De Pauw met slechts een handvol tekst hartroerend neerzet – helemaal niet breed uit te meten, verwordt het orgelpunt tot een open vraag waar de zaal verder mee aan de slag moet. Janssens en Murgia zetten de verbeelding aan het werk precies door de gruwel finaal niet op de spits te drijven. Dirigente Marit Strindlund en een rits prima zangers doen de rest: het is hun toewijding die Janssens macabere partituur diep in de poriën van het publiek laat weken, in het al even sinistere schijnsel van Murgia’s uitgekiende regie.

Gezien in Opera Antwerpen op 09/02/2024.
Copyright foto: Annemie Augustijns

Related Images: