Peter Terrins personages zoeken nog steeds naar zingeving
Peter Terrin, ‘De gebeurtenis’
Peter Terrin bouwde een traditie op van onnadrukkelijke titels: ‘De code’ (’01), ‘Blanco’ (’03), ‘De bewaker’ (’09). Titels die weglezen als dienstmededelingen. ‘De gebeurtenis’ past in die rij. De roman bestaat uit verschillende verhalen die zijdelings op elkaar inhaken.
Een gezin verliest hun poedel op kerstavond. In het theater zuigt de blik van een man zich vast aan het beeld van zijn ideale vrouw. Een driehoeksverhouding ontwikkelt zich tussen een schilder, zijn wegkwijnende echtgenote en een jonge vrouw. Tijdens de laatste dagen van een zwangerschap wordt een koppel tijdens een stadswandeling geconfronteerd met de dood. Het geheugen van een gepensioneerde man wordt overwoekerd door herinneringen aan zijn echtgenote die hem niet meer herkent.
Uit de hengsels getild
Op het eerste zicht lijken het episodes die een logisch vervolg vormen op Terrins eerdere verhalenbundel ‘De bijeneters’ (’06). Personages zien hoe hun zorgvuldige afgelijnde levens uit de hengsels worden getild door gebeurtenissen buiten hun controle.
Het verschil met Terrins eerdere werk bevindt zich vooral in de constructie. Ieder verhaal in deze roman is de neerslag van een creatieve samenwerking tussen de overleden auteur Willem en diens assistente Juliette. Geavanceerde virtuele techniek brengt Juliette in contact met de geest van Willem, waarna ze verhalen destilleert uit hun ontmoetingen. De lezer ziet een panorama voor zich ontvouwen, waarbij personages uit de realiteit van Willem en Juliette opduiken in hun gezamenlijk fictief universum.
Het is een ingenieuze opzet, maar op geen enkel moment voelt ‘De gebeurtenis’ aan als een vormspel. Daarvoor is de wereld waardoor Terrins personages zich bewegen te scherp neergezet.
Proza dat verschillende tijdlagen herbergt
Midden de jaren negentig werd Harry Mulisch (1927-2010) geïnterviewd door het weekblad Humo. Gevraagd naar wat hij geslaagd vond in zijn oeuvre, sprak hij over De Aanslag (1982). Meer specifiek over één zin in die klassieke roman. In de bewuste frase beschrijft de Nederlander hoe de visuele perceptie van een stengel in een vijver verandert naargelang de positie van de kijker. De ene toeschouwer ziet een gebroken stengel, terwijl de andere een rechtopstaande stengel ontwaart.
Terrin excelleert al vanaf zijn debuut in dit aspect van het schrijven. Terrins personages bevinden zich zelden in het moment zelf. Ze oscilleren vaak rond een voorval uit hun verleden. De afstand tussen hun denk- en gevoelsleven evoceert Terrin door het uiterst precies weergeven van de wereld waarin ze zich bewegen. In het voorlaatste hoofdstuk ‘Rita’ doorkruist Daniël zijn thuisstad op weg naar zijn echtgenote in het rusthuis. Daniël ontwaart een locatie die het geheugen aan het werk zet:
Aan de overzijde van de Boterweg lagen een weiland en een kleine boomgaard met kippen en ganzen. Toen hij ter voorbereiding van zijn vormsel catechese volgde bij mevrouw Volckaert in het centrum en op een avond veel te laat was, had hij de bocht naar het postkantoor gemist en was hij aan het einde van de boomgaard in de stinkende sloot gereden. […] Het was zo lang geleden, er was zoveel gebeurd in de wereld. […] Mensen waren in deze huizen geboren, hadden als kind in de lange tuinen gespeeld, woonden nu in andere werelddelen, hadden volwassen kinderen met belangrijke banen, of waren gestorven.
‘De gebeurtenis’ is echter een volgende fase in Terrins schrijverschap. De roman doet inderdaad denken – zoals opgemerkt door recensent Dirk Leyman in De Morgen – aan mozaïekfilms als Robert Altmans ‘Short Cuts’ (’93) of P.T. Andersons ‘Magnolia’ (’99). Films waarin personages elkaar onbewust kruisen. Net als in deze roman.
‘De gebeurtenis’ is een boek waarvan sommige personages zich in je hoofd zullen nestelen. Dit is alweer (zucht) een uiterst geslaagde roman van Peter Terrin.