A la recherche du père perdu met Marc Reugebrink

A la recherche du père perdu met Marc Reugebrink

Marc Reugebrink, De vrouw die niet bestond 3 out of 5 stars

Elias Kroon had het altijd over vrijheid. Is het daarom dat hij van de aardbol verdwenen leek, zijn vrouw en dochter achterliet en een nieuw leven wilde opbouwen? In ‘De vrouw die niet bestond’ gaat dochter Anna op zoek naar de motieven die haar vader in 1989 naar Berlijn brachten. Het resultaat is een roman over herinneringen en over verlangens. En over het feit dat de waarheid niet zo eenvoudig te ontwarren is.

Een magere man met kortgeknipt haar dat keurig in een scheiding ligt. Een klein blond meisje met krulhaar. Een zanger met lange haren die tot op zijn schouders vallen. Een geliefde met weelderig haar. Marc Reugebrink schetst zijn personages op basis van hun haartooi. Niet toevallig koos Esther Van Gameren voor een roodglanzende waterval van haren als omslag van deze roman. De werkelijkheid is immers een kluwen waar we geen vat op krijgen. Het openingsbeeld van de roman, een barbiepop met haar dat als het ware ‘groeit’ omdat je het uit haar hoofd kan trekken, is in die zin een treffende metafoor.

De taal is helder en de compositie strak. Reugebrink levert een drieluik af. Kroon. Anna. Kroon. In de titel van de eerste twee delen worden de namen doorgehaald. Als waren ze er niet meer. Kroon. Anna. In rook opgegaan. Verdwenen tussen de plooien van de geschiedenis. Elias Kroon, een docent met een cultstatus, verdwijnt spoorloos op een novembernacht in 1989. Jaren later heeft zijn dochter Anna een bevreemdende ervaring in het Louvre. Ze beseft dat ze eerder al naar ‘De Vrijheid leidt het volk’ stond te kijken. Aan de zijde van haar vader. En ze gaat op onderzoek.

In het eerste deel vertelt Anna vanuit haar herinneringen als een klein meisje in de hoop tot een reconstructie te komen van wat ze nog weet. Proust is niet ver weg. Het is meteen het sterkste stuk van het boek. In deel twee, het Berlijnse luik dat vanuit Kroons standpunt geschreven werd, zakken het tempo en de vertelkracht wat weg. ‘Het gaat niet zozeer om branden. Maar het moet blijven gloeien’, neemt Kroon zichzelf voor als hij naar Berlijn vertrekt en zijn oude leventje achterlaat. Helaas is dat ook net wat de roman doet: gloeien en niet branden. De gesprekken van de groep misfits die Kroon er ontmoet zijn soms zelfs drammerig pseudofilosofisch.

In deel drie neemt Anna gelukkig de pen weer op. Vanuit Berlijn schrijft ze brieven naar haar geliefde waarin ze verslag doet van haar zoektocht. Opnieuw is Anna een sterke vertelstem maar een echte pageturner is ‘De vrouw die niet bestond’ niet geworden.

Related Images: