Steinbecks personages transformeren lanterfanten tot een dagtaak
John Steinbeck, ‘Tortilla Flat’
Ergens in Raymond Queneaus dagboeken bereikt de irritatie van de Fransman een hoogtepunt. Iemand heeft hem zopas gevraagd of hij de nieuwste roman van John Steinbeck las. ‘Denken ze nu werkelijk dat ik me bezig kan houden met zo’n prulschrijver?’, bijt Queneau van zich af.
Het is een logische reactie. Iemand die veel romans schrijft, die bovendien leesbaar zijn zonder enige zweem van banaliteit kan natuurlijk niet deugen. Hetzelfde lot valt Vivaldi’s ‘De vier seizoenen’ of Schuberts ‘Forellenkwintet’ ten deel bij zelfverklaarde melomanen. Het bereikt een groot publiek, dus het is ’te makkelijk’.
John Steinbeck (1902-1968) is ondertussen uitgegroeid tot een klassieke schrijver, Queneaus oprispingen verhinderden daar niets aan. Toch wordt de Amerikaan frequent geassocieerd met amper twee titels: het epische ‘The grapes of wrath’ (’39) en het compacte ‘Of mice and men’ (’37). Spijtig, omdat Steinbecks oeuvre een resem goede tot uitstekende titels herbergt.
Een kleine gemeenschap
‘Tortilla Flat’ is een relatief vroege titel (’35) maar bevat reeds alle ingrediënten die Steinbeck zouden doen uitgroeien tot een gevestigd auteur: de solidariteit van een kleine gemeenschap, outsiders en de mogelijke destructieve kracht van bezit.
Steinbeck situeert het verhaal in een uithoek van Californië, binnen een groep van paisanos.
Ze wonen in oude huizen op erven vol onkruid, en de dennen van het bos staan om de huizen heen. De paisanos […] zijn verschoond van de gecompliceerde wetmatigheden van het Amerikaanse zakendoen, en omdat ze niets hebben dat het stelen, exploiteren of verpanden waard is, zijn ze gevrijwaard voor de uitwassen van die wetmatigheden.
Aangezien het begrip carrière binnen deze context volstrekt nutteloos is, spendeert Danny liever zijn dagen aan het drinken van wijn op zijn veranda. Samen met Pilon vormt hij een duo wiens dagtaak eruit bestaat alcoholica te ontfutselen aan de lokale middenstand. Wanneer Danny twee huizen erft, raakt de vriendschap langzaam maar zeker uit balans. Pilon wordt huurder bij Danny en ondanks het feit dat hij nooit effectief huur betaalt, ontstaat er wederzijds wantrouwen.
Dat sluimerend ongemak wordt groter als Danny verliefd wordt op mevrouw Morales. Aangezien hij haar een doos snoepgoed wil cadeau doen, heeft Danny daarvoor geld nodig. Geld dat hij wil halen bij zijn huurder Pilon. Een vriendschap is getransformeerd tot een economische relatie, een potentieel eindstation voor empathie.
Essentiële onbenulligheden
Er is veel inkt gevloeid over de analogie tussen de Orde van de Ronde Tafel en ‘Tortilla Flat’. Ja, net als in de Arthurlegende is vriendschap hier het fundament van een manier van samenleven. Ja, ook hier wordt een vrouw gezocht en gevonden. Maar neen, deze roman valt niet te herleiden tot een eenvoudige update van de Arthurlegende.
Daarvoor heeft Steinbeck te veel oog voor details. Details die enkel de goede observator opmerkt, maar het zijn net die ogenschijnlijke onbenulligheden die ervoor zorgen dat een roman gaat leven in de geest van de lezer.
In Alvarado Street zette Hugo Machado, de kleermaker, een bordje achter het raam van zijn winkeldeur, ‘Over Vijf Minuten Terug’, en ging voor de rest van de dag naar huis.
Steinbeck lezen is als luisteren naar een nummer van Bruce Springsteen. Het zijn allemaal personages. Je weet het best, maar toch geloof je erin zoals je het boek leest of het nummer beluistert.