Koen Peeters vindt een roman meer dan een boek
Koen Peeters, ‘De minzamen’
Met ‘De minzamen’ keert Koen Peeters (1959) terug naar ‘De mensengenezer’. Een succesvolle roman waarmee hij in 2017 de ECI-literatuurprijs won. Zijn nieuwe roman brengt het verhaal van Paul, een antropoloog, die zijn oude professor Remi weer ontmoet.
Een reeks kleurrijke individuen
‘De minzamen’, een docu-roman, is duidelijk geïnspireerd op hoogleraar Renaat Devisch, een uit West-Vlaanderen afkomstig antropoloog en psychoanalyticus.
Hij heet in het boek Remi en was de geliefde professor van Paul, het alter-ego van Peeters. Een gelukkige speling van het lot brengt beiden samen, waarna Paul zich voorneemt de hoogbejaarde geleerde af en toe te gaan bezoeken. Korte tijd later wordt hij de secretaris van Remi.
In die hoedanigheid gaat hij priesters, missionarissen, kunstenaars, verzamelaars, handopleggers en psychologen opzoeken. Stuk voor stuk kleurrijke individuen – ze noemen zich de minzamen -die openstaan voor mystiek en zich verbonden voelen met geesten en hogere krachten. Iets waarvan ze gebruik maken om mensen van het kwaad te bevrijden of hen het zogenaamd onbegrijpelijke te leren begrijpen. Het leidmotief bij dit alles is de Yala-cultuur waarvan Remi, na een jarenlang verblijf in Congo, doordrongen is.
‘Een stokoude West-Vlaamse pater, Léon de Beir, vertelt aan Remi dat de streek van Yitaanda onbesmet is. De Beir noemt die Yaka weerbarstig en wantrouwig, zeker tegenover agronomen en demografen. Onaangeroerd, onbezoedeld is volgens de oude pater de Yala-cultuur.’
Duel met een Gentse moraalfilosoof
Het is er Remi dan ook om te doen die cultuur te beschermen en door te geven. Een streven dat in academische kringen niet altijd positief wordt onthaald. Zo komt hij tijdens een debat tegenover Etienne Vermeersch te staan.
Ook al probeert Remi met alle mogelijke middelen het kwetsbare en onzeglijke te verdedigen, het antwoord van de Gentse moraalfilosoof luidt: ‘Ik geloof niet in toverij.’
Het brengt hem niet van zijn visie af, met als ultiem argument dat we overal de wereld elk op een verschillende manier zien, maar we vanuit een ander lichaam elkaars nieuwsgierigheid herkennen.
Dat er meer is tussen hemel en aarde blijkt uit de talloze bezoeken die Paul, in opdracht van Remi aflegt bij enkele opmerkelijke individuen zoals pater Simon, een exorcist.
’Satan? Nee, niemand kwam aan Simon vragen of de duivel, de zwarte hand of spoken echt bestaan. Simon weet wel: als je hem aanspreekt, kun je hem stoppen. Besprenkelen met wijwater ook.’
Een boek dat zichzelf opdrong
Het heeft alles te maken met de Afrikaanse maskers en beeldjes die Remi in de loop van zijn leven heeft verzameld. Objecten die bedoeld zijn om de mens met alles wat onzegbaar is in verbinding te stellen. Sterfelijkheid, het kwaad, toeval of wat volgt na de dood. Beeldjes waarvan Remi naar het einde van zijn leven af wil.
Rituele voorwerpen – vaak verkeerdelijk als waardevolle kunst beschouwd – om mensen te genezen of tegen onheil te beschermen. Ze passen volledig in de context van de minzamen die er iets heilzaams mee beogen. Een visie die perfect past bij Remi. Een rationele West-Vlaamse boerenzoon, die in een hopeloze strijd tegen de tijd, niet ophoudt met schrijven en studeren. Na zijn dood moet zijn gedachtegoed hoe dan ook verder worden doorgegeven.
Of zoals Koen Peeters in zijn nawoord schrijft dat ‘De minzamen’ zich aan hem heeft opgedrongen. ‘De minzamen’ is autofictie van een hoog gehalte, met zorg gestileerd en mag op de boekenplank best naast ‘De mensengenezer’ worden geplaatst.