Zelfde tekst, andere visie? Milo Rau maakt van tijdloze opera een actuele karikatuur

Zelfde tekst, andere visie? Milo Rau maakt van tijdloze opera een actuele karikatuur

Opera Ballet Vlaanderen, ‘La clemenza di Tito’ 2 out of 5 stars

Wat als een hedendaags theatericoon een opera binnenstebuiten keert? Wat als Tito’s clementie, waar Mozart zijn laatste werk voor de bühne rond concipieerde, eigenlijk een politieke strategie is om de status quo te verdedigen en dus zijn macht te bestendigen? Goedertierenheid als façade, het verlicht denken en mededogend handelen als instrument om de terechte onvrede van het volk in te dijken: je moet van goeden huize zijn om een klassieker uit het operagenre zo radicaal in vraag te stellen. Milo Rau zit daar evenwel niet om verlegen. Nog tijdens zijn jaren van activistisch theater en provocatief beleid als artistiek directeur bij NTGent, ontmantelde de Zwitser deze opera op vraag van het Grand Théâtre de Genève. Omwille van de covid-pandemie beleefde de enscenering destijds een digitale première, inmiddels gevolgd door live uitvoeringen in Antwerpen en Gent.

Muzikaal is deze ‘La clemenza di Tito’ een triomf. Chefdirigent Alejo Pérez gaat voor een gespierde en vinnige lezing, zij het zonder bombarie. Raffinement voert de boventoon, zowel in de even bondig als spits begeleide recitatieven als in de lyrische aria’s, waarin Pérez het beste uit de blazerssectie naar boven haalt. Al in de ouverture wordt de toon gezet: duidelijke keuzes, geconcipieerd vanuit het verlangen om enerzijds het dramaturgisch potentieel inherent aan de muziek te versterken en anderzijds het esthetisch meesterschap van Mozart te propageren. Zoals gezegd halen orkest en dirigent daarvoor geen grote effecten boven: hun lezing is even naturel als trefzeker.

Vocaal brengt Opera Ballet Vlaanderen overigens een prima ensemble bij elkaar, met enkel in de kleinere rollen mindere stemmen. Wat Eugene Richards III echter muzikaal niet kan waarmaken, compenseert hij met scenische présence. In Rau’s interpretatie, waarin Tito als ambigu karakter wordt neergezet, is Publio immers meer lijfwacht dan raadgever. Middels een aantal figuranten als agressieve ordehandhavers, smeert Rau het despotisme van Tito’s bewind overigens breed uit. Waar de voorzijde van de roterende bühne een museaal forum laat zien waarin ratio en historisch bewustzijn emblematisch worden gevierd, toont Rau ook de keerzijde van de samenleving. In zijn sterk gepolariseerde universum wordt dat een tentenkamp waarin razzia’s plaatsvinden en revolutionaire stemmen worden opgehangen. Zichtbaar op scène, want waarom niet?

Brutaal geweld is het libretto van Mozarts opera uiteraard vreemd. Dat een regisseur zich de vrijheid permitteert om scenische handelingen toe te voegen, is echter verdedigbaar. Problematisch is evenwel dat de feitelijke tekst Rau’s visie in de weg zit. Nimmer laat Tito zich gewelddadig uit, en het in veel ensceneringen heikele laatste bedrijf, waarin vanuit verschillende perspectieven een gevoelsmatig-psychologisch discours wordt doorlopen, valt onmogelijk te rijmen met de kritische lectuur die Rau voor ogen heeft. Zijn oplossing is even eenvoudig als ontluisterend: aria’s half vertalen en andere tekst projecteren, waardoor het accent niet op de affecten van de personages maar bij de biografieën van de figuranten komt te liggen.

Een opera compleet herzien en de historische zowel als actuele betekenis openlijk in vraag stellen, verdient aanmoediging. Een bestaand libretto een visie opdringen en het libretto naast zich neerleggen, getuigt echter van noch voeling met noch respect voor de overlevering. Rau zal het allicht worst wezen. Een van zijn stokpaardjes is dat hij de personen voorbij de personages uitlicht, en de verhalen van zijn figuranten belangrijker vindt dan de culturele traditie. Voor het publiek geldt het tegendeel: de willekeurige biografieën zijn irrelevant, hoewel Rau via de kunstgreep van een vluchtelingenkamp een kapstok heeft om het over politiek en migratie te hebben.

Dat Rau de zaal een gruwelijke executie door de strot ramt, is trouwens zonder meer gratuit. Als excuus aanvoeren dat dergelijke praktijken op het internationale schouwtoneel dagelijkse kost zijn, is geen vrijgeleide om het ideëel artefact dat ‘La clemenza di Tito’ als kunstwerk is onderuit te halen. Het meest verbijsterend is evenwel dat Rau geen Tito uit één stuk weet neer te zetten. Is hij een gewiekst aristocraat die de revolutie onschadelijk maakt door haar in te kapselen in zijn compasieuze beleid? Of een wereldvreemde hippie die zich vermaakt met action painting, en daarmee het eindpunt van de klassieke kunstgeschiedenis (en bijgevolg van alle ideologische grote verhalen) lijkt af te kondigen?

Rau vindt het nodig om de toeschouwers pretentieuze tussentitels om de oren te slingeren, en om via tableaux vivants te laten zien dat hij zijn klassieken kent voor wat beeldende kunst betreft. Raakvlakken met de plot? Hoeft niet, Rau heeft zich immers het recht aangemeten het origineel te ‘deconstrueren’ – nog zo’n dure term waarmee de regisseur blijkbaar zieltjes wint. Wat van ‘La clemenza di Tito’ overblijft, oogt onsamenhangend, pedant en voorspelbaar voor wie al een en ander van de maker gezien heeft. De enscenering is namelijk een vergaarbak van schetsmatige concepten, zonder homogene toetssteen.

Wordt Rau stilaan de artistieke gutmensch als goeroe, een in herhaling vallende karikatuur, een travestie van de anti-kunst? Hoog tijd om andere podia te bezoedelen met sociaal engagement als schaamlapje voor inconsistent gejeremieer.

Gezien & gehoord in Opera Antwerpen op 10/09/2023.
Copyright foto: Annemie Augustijns

Related Images: