Woorden als wind: Damiaan De Schrijver en Matthias de Koning over elkaar niet kunnen kennen

Woorden als wind: Damiaan De Schrijver en Matthias de Koning over elkaar niet kunnen kennen

tg STAN & Maatschappij Discordia, ‘Eg er vinden / Ik ben de wind’ 3 out of 5 stars

Naamloze personages verdwaald in een haast willekeurig decor, compleet ontdaan van context: noem het een handelsmerk van de Noorse auteur Jon Fosse, onder ingewijden een op handen gedragen schrijver. Of het nu een discussiërend koppel is of een handvol schijnbaar toevallig bij elkaar gesprokkelde figuren: Fosse’s landschap is, althans in zijn werk voor toneel, bijna per definitie een existentieel vacuüm. De woorden zijn zoekende, de taal tast de ander voorzichtig af doch schept het idee van afstand, omdat het spreken immer ontoereikend blijkt. Communicatie lijkt voor Fosse eerder een proces van schrappen, van stiltes laten vallen, van vraaggesprekken die zich met moeite losscheuren uit de binaire oppervlakkigheid van ja of nee. Precies omdat wat er niet staat het onzegbare verklankt, regisseert Fosse de stilte: hij schrijft het zwijgen letterlijk neer, waardoor acteurs hun interpretatieve vrijheid op een andere manier moeten zien te bedingen.

Is ‘Eg er vinden’ een tragedie, een komedie, of iets daar tussenin? Als artistiek erfgenaam van Samuel Beckett en Harold Pinter hoeft die scheidslijn bij Fosse niet vast te liggen. Het is aan de uitvoerders om, met een hoogst detaillistische tekst ter hand, keuzes te maken. Daar zitten Damiaan De Schrijver (tg STAN) en Matthias de Koning (Maatschappij Discordia) gelukkig niet om verlegen. Het duo deelt al decennia de planken, in wat steeds avontuurlijk theater is dat de traditie uitdrukkelijk uitdaagt en bevraagt. Naast zijn personage zet De Schrijver steeds zichzelf neer, waarbij dat ontdubbelen het publiek uitnodigt om zich voorbij de fictie tot wat getoond en gezegd wordt te verhouden. Zonder demonstratief uit hun rollen te vallen, geven de Koning en De Schrijver hun personages hier gestalte vanuit een natuurlijke intuïtie. Hoewel de toeschouwer zich maar langzaamaan kan identificeren met het verbouwereerde, het opgekropte, het weifelende van de personages, lukt dat uiteindelijk, precies omdat het duo op de bühne dergelijk affect erg persoonlijk inkleurt.

‘Ik ben de wind’, zoals ‘Eg er vinden’ vertaald werd, speelt zich af op een boot, dobberend aan een niet nader gedefinieerde kustlijn. tg STAN en Maatschappij Discordia bouwen die schijnwerkelijkheid, die voor Fosse slechts als situatie dient om zijn personages tot gesprek te brengen, niet na. Kortom geen boeg, geen touw, geen wal, geen water. De Schrijver en de Koning doorbreken de imaginaire scenografie integendeel volledig door haar op geestige wijze als onecht te ontmaskeren. Het is maar een manier die illustreert hoe het duo humor injecteert. De tekst zelf, waarin twee mannen elkaars beweegredenen, verlangens en identiteit eigenlijk nooit kunnen doorgronden omdat de kaalslag in de taal daarvoor niet toegerust lijkt, wordt op die manier doorlucht.

De tragische menselijke conditie – ronddobberend zonder te weten waarom of waarheen, niet graag onder de mensen doch al helemaal niet gesteld op eenzaamheid, verwikkeld in een poging iets te betekenen en tegelijk op de tast naar een verdwijnpunt – blijft bijgevolg onderwerp van de opvoering, maar krijgt een speelse toets. Het onvermogen van woorden, en via die woorden van de ene om er werkelijk te zijn voor de ander, veroordeelt de mens niet alleen tot een smartelijk isolement, het bevrijdt ook van bakens die zowel kunnen verbinden als vastketenen. Het existentialisme uit de vorige eeuw indachtig, zet Fosse daarmee de deur naar het absurde op een kier. Waarom het stuk bijvoorbeeld niet laten eindigen met een soort struikelpartij?

‘Ik ben de wind’ memoreert Fosse’s unieke stem binnen de huidige theaterwereld, waarbij De Schrijver en de Koning zich als uitgelezen gidsen tonen. Dankzij hun ervaring en hun komisch instinct wordt het oneindig abstracte behapbaar, en blijft de zaal bij de les. Niettemin smaakt deze tekst naar een modernisme dat eerder bij de vorige dan bij de huidige eeuw hoort. Ondanks het metier van de spelers, neemt het publiek van deze opvoering weinig mee naar huis. Wat overblijft van een windvlaag is…niets?

Gezien in CC De Schakel (Waregem) op 10/03/2023.
Copyright foto: Tim Wouters

Related Images: