Genieten in het kwadraat: het minimalisme van Robert Carsen houdt een kwarteeuw stand

Genieten in het kwadraat: het minimalisme van Robert Carsen houdt een kwarteeuw stand

Opéra National de Paris, ‘Les Capulet et les Montaigu’ 4 out of 5 stars

Zes weken deed Vincenzo Bellini over de voltooiing van zijn nog maar zelden opgevoerde opera ‘I Capuleti e i Montecchi’. Die korte tijdspanne leverde weliswaar geen meesterwerk op dat het niveau haalt van het onvermijdelijke ‘Norma’, maar niettemin is het een vakkundig in elkaar gebokst exempel van het belcanto waar de jong gestorven componist een patent op had. Pulserend onderstreepte handeling, aandacht voor de psycho-emotionele typering van de karakters, zin voor de diepere tragiek van het narratief, et cetera: Bellini schreef een partituur die smeekt om enerzijds gevoelvolle stemmen en anderzijds om een regie even helder als de muzikale schriftuur.

Reeds eind de tachtiger jaren werd Robert Carsen attent gemaakt op deze minder beroemde Bellini-opera. Eerst mocht een concertante versie, bijna een decennium later, het Parijse publiek warm maken, waarna de inmiddels tot publiekslieveling uitgegroeide Canadees de sprong waagde binnen wat een van Europa’s meest prestigieuze operatempels is. Dat deze productie ongeveer een kwart eeuw later nog steeds wordt hernomen, bewijst dat ze alom wordt gesmaakt. Op zich niet verwonderlijk, want Carsen voelt perfect aan wat libretto en muziek nodig hebben om nauw op elkaar afgestemd te geraken. Zijn keuzes zijn dan ook even doortastend als eenvoudig: met monochrome kleuren en een claustrofobisch decor maakt hij van ‘‘I Capuleti e i Montecchi’ een beklemmend huis clos, zonder lagen te willen toevoegen.

De Capulets in roodtinten, de Montaigu’s in zwart en Giulietta als vleesgeworden onschuld in vlekkeloos wit: een kind zou een dergelijke opdeling kunnen bedacht hebben. Toch maakt de simpliciteit de opera niet kapot, en wel omdat ook Bellini’s taal – zowel verbaal als muzikaal – de schemerzone tussen goed en kwaad nauwelijks opzoekt. ‘I Capuleti e i Montecchi’ verkent de extremen van het tragische spectrum, en neigt slechts bij vlagen naar morele ambiguïteit. Dat Carsen zich vooral op dit extreem toelegt, en er een majesteitelijke (en tijdloze) grandeur aan verleent, is vanuit muzikaal oogpunt dus best verdedigbaar.

Dat behalve de kostumering van de Capulets ook de kamers van het paleis waarin Giulietta zich gevangen weet in donkerrode, aan bloed refererende tinten gedrenkt zijn, vormt een mooi commentaar op Capellio’s met geweld bedongen status. Als alle machtsvertoon doet denken aan de menselijke tol waarop die gebouwd is, dan is het begrijpelijk dat niets glimt, maar veeleer dof en macaber oogt.

Belichting, kostumering, benadering van koor en personages: Carsen vermijdt grote gestes, hetgeen ruimte laat aan orkest en zangers. De dimensie van de twijfel, zoals gezegd uitstekend verstopt in de partituur, weet dirigente Speranza Spacuppi overigens blindelings te vinden. Hoewel al enkele jaren chef-dirigent van de Opéra Royal de Wallonie, is ze buiten het Luikse nog steeds een goed bewaard geheim. Deze productie betekent haar debuut aan de Opéra National de Paris, maar de wijze waarop ze de houtblazers laat zalven en de strijkers met maximale vinnigheid inzet, doet vermoeden dat dit niet haar laatste passage wordt in de Franse hoofdstad.

Een even grote revelatie is Julie Fuchs als Giulietta. Waar Anna Goryachova een weliswaar piekfijne Romeo neerzet, is haar dramaturgisch aanvoelen van Bellini’s belcanto vlakker. Het hunkeren naar Giulietta is weliswaar overtuigend, zij het meer als romantisch idee-fixe dan als vertoon van menselijk gevoel. Helemaal anders is Fuchs’ gerede twijfel tussen liefde en trouw, tussen passie en eer, tussen individu, familie en vaderland. Dat alles bedt de sopraan nederig in haar virtuoze partijen in, geruggensteund door onder meer een elegische klarinet en zoetgevooisde violen.

Hoewel tenor Francesco Demuro kampt met overslaande hormonen, zijn cast en koor verder feilloos. Bijgevolg mag deze ‘I Capuleti e i Montecchi’ twee en een half decennium na de creatie nog steeds ingekaderd worden. Niet omdat Carsen grenzen verlegt of het genre intrigerend hertaalt naar het huidige tijdperk, wel omdat hij de kunst verstaat beeld en klank zonder fricties op elkaar af te stemmen. De resultante? Genieten in het kwadraat!

Gezien & gehoord in Opéra Bastille op 9/10/2022.
Copyright foto: Emilie Brouchon / OnP

Related Images: