Once upon a dream, once upon a life: Wim Henderickx verzoent schijnbaar onverzoenbare culturen

Once upon a dream, once upon a life: Wim Henderickx verzoent schijnbaar onverzoenbare culturen

Opera Ballet Vlaanderen, ‘De bekeerlinge (The convert)’ 3 out of 5 stars

Naar verluidt was het liefde op het eerste gezicht. Componist Wim Henderickx wist bij zijn eerste lectuur van Stefan Hertmans’ ‘De bekeerlinge’ meteen dat hij met de roman aan de slag wilde. Henderickx fascinatie voor culturele transgressie kennende, is dat niet verwonderlijk. Hoofdpersonage Vigdis laveert, net zoals de componist doorheen zijn oeuvre, tussen religies en culturen. Concreet zweert zij haar christelijke wortels af om tot het jodendom toe te treden. Op de hielen gezeten door haar vaders huurlingen, vlucht ze doorheen Europa naar het huidige Midden-Oosten. Precies die hybride context – een personage dat uiteenlopende tradities incorporeert – bood Henderickx, in wiens werk de versmelting tussen Westers hedendaags klassiek en Oosterse invloeden voorop staat, de kans om een unieke partituur af te leveren, als het ware een synthese van zijn voorlopige nalatenschap.

Evident is dat librettist Krystian Lada zich toespitst op de verhalende lijn uit Hertmans’ roman. De laag waarin de auteur zichzelf opvoert, en van ‘De bekeerlinge’ een boek maakt dat over de genese van historische fictie gaat en bij uitbreiding de geschiedkundige realiteit verbindt met de mondiale werkelijkheid vandaag, wordt binnen de opera kortom niet aangeboord. Deze keuze levert Henderickx werkbare karakters op, zowel als een dramatisch geladen plot waarin Vigdis, die oorspronkelijk meer dan wat ook naar de liefde verlangt en daarvoor kiest, alles verliest dat haar dierbaar is. Librettist en componist herschreven het einde om tot een genereus orgelpunt te kunnen komen, kortom ze laten de opera een loopje nemen met wat volgens Hertmans de historische realiteit is. Die artistieke vrijheid resulteert in een aandoenlijk slot, waarvan het religieus accent een prachtig sluitstuk vormt voor de transcendente registers die Henderickx tussen het narratief door verkent.

Van een christelijk ‘Magnificat’ tot een joods kaddisj, met onderweg gebeden, zegeningen en rituelen: Henderickx verweeft Hertmans’ verhaal feilloos met een muzikaal discours waarbinnen autonome religieuze tradities elkaar ontmoeten. De componist realiseert deze muzikale krachttoer binnen een homogeen idioom, dat niettemin recht doet aan het authentieke karakter van de tegenwoordig als zo verschillende gepercipieerde culturen. Henderickx zet via zijn opera in zekere zin een quasi onmogelijk geworden dialoog op, waarvan de muzikale en scenische verwerkelijking een Antwerps stadskoor is. Anders gezegd creëert de componist een artistiek platform voor de werkelijkheid anno 2022: religieuze contrasten leven zij en zij, en komen in onderlinge verstandhouding te zingen. Zijn partituur verwerkelijkt via de harmonie als esthetisch ideaal een utopie, die compenseert voor de nauwelijks verteerbare tragiek van Vigdis’ levenswandel. Nadat het personage alles is kwijt geraakt, verliest ze immers ook zichzelf. Het publiek krijgt er echter een louterende smeltkroes van stijlen en tradities voor in de plaats.

Bijzonder geslaagd is de evenwichtsoefening waarmee Henderickx de luisteraar betrekt op de plot en tegelijk afstand neemt van de handeling, in wat een meer meditatief en spiritueel discours is. Aan filmmuziek schatplichtige epiek staat naast gelaagd modern klassiek, en elektronica – waarvan de klanken bij wijze van hypnotiserende ouverture de luisteraar in de opera zuigen – broederlijk naast getransformeerde religieuze muziek. Beeldend kunstenaar Hans Op de Beeck, die voor de regie, de scenografie en het kostuumontwerp werd ingeschakeld, probeert op dezelfde wijze afstand te scheppen tot de handeling. Om die reden plaatst hij een scène op de scène, met als effect dat decorwissels, attributen en de handeling zelf van hun theatrale luister ontdaan worden. Op de Beeck laat letterlijk de machinerie achter de gefabriceerde fictie zien, alsof hij de passages die Lada uit Hertmans’ roman schrapte, toch visueel wil evoceren. Zijn ingrepen leveren helaas een beeldtaal op zonder dramatische zeggingskracht. De geschilderde decors zijn nochtans virtuoos uitgevoerde tijdloze portretten van een bedreigde wereld, en geven het verhaal een universele allure – een memento om Vigdis historische leed in een hedendaags kader te heroverwegen.

De theatrale artefacten, door Op de Beeck in de hem typerende monochrome tinten uitgevoerd, zijn van een speelse eenvoud die nergens accordeert met libretto of partituur. De excentrieke kostuums houden op hun beurt het midden tussen verleden en tegenwoordige tijd, wat in intellectueel opzicht een begrijpelijke geste is, maar op de bühne resulteert in een kakofonie die niet resoneert met wat de personages eigenlijk zouden moeten uitdrukken. Het koor zowat alles laten uitbeelden, tot en met de vlammen die Vigdis verteren, betekent dit apparaat inzetten alsof het om verf op doek gaat. Probleem daarmee is dat het publiek de menselijke gedaante niet leest als object of materie. De toeschouwer ondergaat de kunstmatigheid van de enscenering dan ook als verkrampt conceptueel muziektheater: een zielloos fabricaat dat museaal aandoet, maar nergens theatraal esprit ademt. De solisten, Lore Binon voorop, houden zich wonderwel staande in dit marionettentoneel, wat niet wegneemt dat Hertmans’ en Henderickx’ creatie een zuiverdere – lees: meer vanuit een dieper humanisme gedachte – beeldtaal had verdiend.

Gezien & gehoord in Opera Gent op 02/06/2022.
Copyright foto: Annemie Augustijns
Vanaf 18/06/2022 is ‘De bekeerlinge’ gedurende 6 maanden gratis te streamen via OperaVision.


Related Images: