Geen heilig atavisme, wel levendig engagement: ‘C(H)ŒURS 2022’ omarmt het multiculturele potentieel van het hier en nu
Alain Platel & Opera Ballet Vlaanderen, ‘C(H)ŒURS 2022’
Het verlies van de wereld collectief ondergaan: schrijfster Marguerite Duras omschreef dat als de “ware democratie”. Choreograaf Alain Platel gebruikte die woorden als kapstok voor ‘C(H)ŒURS’, een hybride mix van dans, muziek en flarden tekst die tien jaar geleden in het Teatro Real in première ging onder intendant Gerard Mortier. Mondiaal smeulde het idee dat een maatschappelijke omwenteling in de maak was, met Occupy Wall Street en de Arabische Lente als meest markante voorbeelden. Hoe lang kon een stemloze massa nog gehoorzamen aan het ongeschreven dictaat van een neoliberalisme dat ongelijkheid vergrootte, en zou diezelfde massa niet heel binnenkort komaf maken met de totalitaire regimes die haar vrijheid beknotten?
Een decennium later zijn de sociale en politieke verhoudingen hier en daar hertekend. In essentie is er echter weinig veranderd. Het toneel van de volksemancipatie heeft zich verplaatst van Egypte naar Hongkong, maar het ‘nil volentibus arduum’ van Bart De Wever klinkt nog even onheilspellend: het wereldwijde machtsapparaat vertoont nog immer absolutistische trekken – Putins tsaristische bewind is actueler dan ooit – en de democratie wordt nog steeds overwoekerd door demagogen. Bovendien staat de planeet in brand, alle beloftes van wereldleiders aan Greta Thunberg en haar gevolg ten spijt. Tot slot heeft covid de schaal van het spanningsveld dat ‘C(H)ŒURS’ onderzoekt, met name dat tussen individu en massa, verruimd. De ander begint waar het eigen lichaam eindigt, of anders gezegd: nabijheid kan zowel redding als vloek betekenen.
Dat ‘C(H)ŒURS’ anno 2022 niets aan relevante heeft ingeboet, moge duidelijk zijn. Twee jaar geleden, tijdens Jan Vandenhouwe’s eerste seizoen als artistiek directeur bij Opera Ballet Vlaanderen, kon de herneming door de pandemie niet doorgaan. Toch wilde de intendant, die een decennium geleden als dramaturg aan de creatie meewerkte, dit visitekaartje afleveren, en wel omdat het een opvoering is die naast het artistieke ook het menselijke en technische kapitaal van het operahuis in de verf zet. ‘C(H)ŒURS’ plaatst immers zowel de leden van het ballet als het voltallige koor voor het voetlicht. Zij zijn niet louter instrument van een regie, wel integendeel: hun persoonlijke idealen, hun stem (letterlijk!) en zelfs hun naakte lichaam (enkele zangers gaan tijdens het fragiele orgelpunt moedig uit de kleren) vormt de bron waaraan deze opvoering haar ontroering ontleent.
Muzikaal laveert ‘C(H)ŒURS’ van klassieker naar klassieker, puttend uit repertoire van twee politiek bewogen componisten: Giuseppe Verdi en Richard Wagner. Hun werk draagt sporen van hun maatschappelijke bekommernis, maar hun oeuvre is groter en tijdlozer dan de historische tijdingen. De collage die ‘C(H)ŒURS’ is, actualiseert hun respectievelijke partituren, kortom kunst wordt in deze productie niet als atavisme aanbeden, maar als daad van maatschappelijke betrokkenheid herboren. Alejo Pérez is overigens in zijn element als chef van het huisorkest. Warmbloedig-genereuze strijkers, frisse houten, fantastisch schallend koper: dirigent en musici laten deze overbekende bladzijden uit het operarepertoire niet wegkwijnen onder stoffige traditie, maar vermaken zich met een uitgelezen mix van (vooral) drama en (een beetje) humor.
Verdi’s ‘Dies irae’ laat er bij het opgaan van het doek geen twijfel over bestaan: de wereld zoals wij haar kennen staat op instorten. De dansers, die de beperkingen van hun eigen lichaam slechts als collectief weten te overstijgen, incorporeren datgene dat hen monddaad maakte: hun muilkorven blijken kledingstukken, kortom hun oude identiteit wordt onderdeel van wie ze als groep zullen zijn. Langzaamaan ontbindt Platel de initiële tweedeling tussen dans (solo) en koor (tutti): de leden van het koor laten zien wie ze als individu zijn door zich op basis van vragen in groepen te verdelen, door elk voor zich een pamflet te maken, door hun naam te noemen.
De dansers worstelen ondertussen met de afstand die ze tot elkaar kunnen en willen innemen: de ander is wenselijk, ja zelfs nodig, maar blijkt elders te intrusief, een vijand om te lijf te gaan. Platels ruwe choreografie laat de schoonheid van worstelende lichamen zien – lichamen die zowel tegen hun eigen als tegen andermans beperkingen aanbotsen, lichamen die vrijer willen zijn dan de natuurwetten toelaten, maar ook lichamen die de onvrijheid die de aanwezigheid van de ander per definitie met zich meebrengt aangrijpen om boven zichzelf uit te stijgen en als dusdanig toch vrijer te zijn.
De ploeg durft het bovendien aan om zich de canon fundamenteel toe te eigenen, bijvoorbeeld door een niet bepaald zuiver intonerende danser als Meistersänger op te voeren. Het is een metaforische geste die memoreert waarom een kunsthuis als Opera Ballet Vlaanderen überhaupt bestaat, met name om vanuit de overlevering een laboratorium te zijn voor de wereld vandaag, om via schoonheid en ontroering het hier en nu van u en ik te herdenken. Net daarom integreert Platel ook input van de mensen waar hij mee werkt. Verdi en Wagner, naast street dance en een haka: op integere, brutale, komische doch vooral aandoenlijke wijze omarmt ‘C(H)ŒURS 2022’ het multiculturele potentieel van dit tijdsgewricht, waarbij kunst – en via kunst: ontroering – een katalysator kan zijn voor verandering.
Gezien & gehoord in Opera Gent op 02/04/2022.
Copyright foto: Filip Van Roe