Leven en lijden verbonden: Milo Rau herkauwt een klassiek recept

Leven en lijden verbonden: Milo Rau herkauwt een klassiek recept

NTGent, ‘Grief & Beauty’ 3 out of 5 stars

Het echte leven verbeelden op de bühne: het zou het adagium kunnen zijn van Milo Rau’s journalistieke theater. Karakteristieke stijlkenmerken markeren vorm en inhoud van ‘Grief & Beauty’, het tweede deel van Rau’s ‘Trilogie van het Private Leven’. Waar de regisseur in het eerste luik ‘Familie’ speculeerde over het doen en laten van een gezin met twee kinderen in het anderhalf uur voor hun collectieve suïcide, sprokkelt hij deze keer opnieuw materiaal bij de cast. Wie zich ‘Lam Gods’ of ‘Empire’ herinnert, begrijpt dat ‘Grief & Beauty’ wederom een collage is, een cluster persoonlijke anekdotes met afscheid, lijden en sterven als centrale thema’s.

De podiumkunsten zijn bij uitstek een medium van en voor de levenden. Toneel is momentaan, het ontstaat nu en ebt in ditzelfde nu alweer weg, het is een vluchtig format zonder drager. Het decor blijft, de rest is enkel en alleen in de tegenwoordige tijd: mimiek, taal, associatie, interactie, emotie. Vitaliteit als conditio sine quae non voor het theater: hoe kan de dood daarin authentiek worden weergegeven?

Huiveringwekkend was hoe Rau in ‘Familie’ een viervoudige verhanging levensecht ensceneerde. In ‘Grief & Beauty’ gaat hij nog verder, want het publiek krijgt op video de uitvoering van een reële euthanasie te zien. Johanna, een palliatieve patiënte die zich tot op haar sterfbed engageerde voor een waardig levenseinde, stemde uiteraard in met het idee om haar laatste levensadem te documenteren en te incorporeren in de voorstelling. De cast ging in de dagen en weken voor dit moment met haar in gesprek, en voorwerpen uit Johanna’s woonkamer werden gebruikt voor het decor, dat de laatste halte van een terminale man voorstelt. Johanna leeft dus elke opvoering voort, om steeds opnieuw te sterven: het is een even raadselachtig als ontroerend gegeven.

De zieke man als personage, gespeeld door dilettant Staf Smans, maakt in het kwetsbare orgelpunt van de voorstelling letterlijk de verbinding tussen levenskracht en wegkwijnen, door met zijn kwetsbare en eindige lichaam het bestaan te vieren. Hij memoreert hoe hij zijn vrouw ontmoette, en hoe hun eerste danspassen zouden uitmonden in een vijf decennia durend huwelijk. Deze dans vormt de ultieme bevestiging van energie, verlangen, verbeeldingskracht, kortom: leven. Het is ‘beauty’ ondanks ‘grief’, of nog: schoonheid om met rouw om te kunnen.

Ook Anne Deylgat, gepensioneerd dierenarts en hondenoppas tijdens de speelreeks van ‘Familie’, danst zich door haar verdriet heen. De soundtrack voor haar eenmansballet is niet ‘I’ll do it my way’, maar een koor van vogelgeluiden. De plataan waar Johanna vanuit haar raam naar keek, krijgt evenzeer een plek in de opvoering. De natuur mag de mens dan wel tot zijn tragische eindigheid veroordelen, ze vormt tegelijk een schijnbaar onuitputtelijke bron van troost, via schoonheid.

Eens te meer raakt ‘grief’ aan ‘beauty’, net zoals in Arne de Tremerie’s herinnering aan de eerste scooterrit van zijn moeder met MS, waarin hij haar tranen met een lachsalvo te lijf gaat, of aan een begrafenis die hij bijwoonde, helaas opgeluisterd door een brandalarm dat niemand kon uitzetten. Het zijn buitengewone fragmenten uit het alledaagse, die samen een collage van relieken vormen, waarin het leven omarmd wordt ondanks de alomtegenwoordige contouren van de dood. Omdat het moet, omdat het kan, omdat leven niet mogelijk is zonder een antwoord te formuleren op het inherent aan het bestaan verbonden lijden.

De integratie van niet-professionele acteurs creëert net als in ‘Lam Gods’ een atypisch spanningsveld: het verhaalde is tegelijk waar en onwaar, authentiek zowel als artificieel replica, en wel omdat de spelers niet geloofwaardig vertolken maar in de kwetsbare positie van amateur toch integer overkomen. Rau doorbreekt de magie van de fictie met het echte leven, maar simultaan komt hij niet los van het gefingeerde register, waardoor de uitkomst als een eigenzinnige hybride aanvoelt. Het klassieke Milo Rau-recept dus: bij vlagen aangrijpend, maar nooit groter dan de som van de delen.

Gezien in Leietheater Deinze op 3/11/2021.
Copyright foto: Michiel Devijver

Related Images: