Misdaad vraagt straf: Ivo van Hove brengt woekerende woede op de bühne
Ivo van Hove & Internationaal Theater Amsterdam, ‘Age of rage’
Van ‘Angels in America’ over ‘Romeinse tragedies’ tot ‘Kings of war’: met Internationaal Theater Amsterdam realiseerde Belgisch publiekslieveling Ivo van Hove al meer dan een marathonvoorstelling. Aan dat lijstje voegde de regisseur recent ‘Age of rage’ toe, een bundeling van een handvol Griekse tragedies. Het oerverhaal dat dramaturg Koen Tachelet in nauwe samenwerking met van Hove uit teksten van vooral Euripides destilleerde, moest een reflectie zijn op de kiemen van geweld en radicalisering.
Agressie is bij uitstek het wapen van diegenen die zich niet gehoord voelen, individuen en minderheden die een fundamentele inbreuk op de democratische en humanistische waarden als enige instrument zien om wat in hun ogen rechtvaardig is, te laten geschieden. ‘Age of rage’ laat evenwel zien dat wraak steeds wordt voorafgegaan door ander bloedvergieten, of met ander woorden: dat elke misdaad haar eigen vergelding zaait. Als woede ongetemperd binnen onze samenleving voortwoekert, stevenen we kortom af op een onstuitbare spiraal van geweld.
De Griekse mythologie heeft nog goden om de vicieuze cirkel van bloeddorst een halt toe te roepen. In de finale van ‘Age of rage’ beslecht niemand minder dan Apollo de conflicten die zich generatie na generatie manifesteren. De ratio kan de slachtpartijen immers geen halt toeroepen, want voor elke moord menen de personages een eerbaar motief te hebben. Wie zich wreekt, denkt niet te zondigen tegen, maar integendeel te handelen naar een universele ethische code.
Dat maakt de psychologie van de personages doorheen deze marathon glashelder, zij het tegelijk monochroom. Anders dan ‘Romeinse tragedies’ en ‘Kings of war’, waarin personages bij monde van Shakespeares ongeëvenaarde retorische talent verscheurd worden tussen de eros van machtswellust en het thanatos van hun geweten, steekt ‘Age of rage’ primitiever in elkaar. Vermoedelijk heeft van Hove dat van meet af aan aangevoeld. Is dat de reden waarom hij choreograaf Wim Vandekeybus mee aan boord hees?
Keer op keer staat Vandekeybus’ idioom garant voor zowel impulsiviteit als explosiviteit. Zijn choreografieën zijn uitbundig en wars van courante esthetiek, waarbij de choreograaf probeert de mens in continue worsteling met de ander en met zijn omgeving af te beelden. Het excessieve, gepijnigde karakter van op hol geslagen lichamen past uitstekend bij het inhoudelijk discours van de mythes, ware het niet dat het publiek op den duur uitgekeken geraakt op het zich herhalende ballet van gekwelde lijven. De beeldtaal ligt, zowel qua choreografie als qua scenografie, voor de hand: van Hove laat elk greintje noblesse aan de kant, met een modderige bühne als haast evident gevolg.
Muzikaal bedient de regisseur zich van monumentale gitaarmuren en een op death metal geschoeide soundtrack. Tel daar hyperkinetische projecties met gotisch lettertype bij op, en ziedaar het cliché van de subcultuur die zich met alles wat morbide is inlaat. Aan scenisch spektakel is er daarnaast geen gebrek. Niet voor het eerst stelt zich dan ook de vraag hoe van Hove de rol van de kunstenaar begrijpt: als iemand die het publiek moet bedienen, of integendeel iemand die de geplogenheden van de entertainmentcultuur dient te doorbreken, en wel door andere keuzes te maken, tegendraads te denken in plaats van mainstream voor te kauwen?
Het voornaamste manco van ‘Age of rage’ is, naast de wat vlakke psychologie van karakters die geen vier uren weten te intrigeren, de consequent volgehouden voorkeur voor het afzichtelijke, het getier en gitaargeweld, de amorfe percussie, kortom de lelijkheid. Weliswaar getuigt deze opvoering van van Hove’s artistieke durf om tegen de esthetische natuur van zijn eigen vormentaal in te gaan, maar wat ‘Age of rage’ biedt, voelt precies daardoor niet aan als een productie waar ’s mans hart en ziel zijn ingekropen.
De uitgelezen cast mag dan wel piekfijn vertolken, ‘Age of rage’ zal zeker niet als van Hove’s beste werk herinnerd worden. Zijn naam is toch niet toevallig synoniem geworden met theatraal raffinement van de hoogste orde?
Gezien in deSingel op 10/10/2021.
Copyright foto: Jan Versweyveld