Steven Wilson vindt zich opnieuw uit voor de toekomst
Steven Wilson, ‘The future bites’
We moesten er even op wachten – daar zal de pandemie wel voor iets tussen zitten – maar de nieuwe Steven Wilson is eindelijk daar! Met veel toeters en bellen wordt het album ondertussen gepromoot, met onder andere affiches en billboards in het straatbeeld, die deel uitmaken van de The Future Bites world domination campaign (lezen we in een update op Wilsons Facebookpagina). Ook de fantastische deepfake-clip voor het nummer ‘Self‘ kreeg na twee dagen al zo’n honderdduizend views op YouTube.
Ziektes van de tijd
‘The future bites’ is er voor een groot publiek. Boven op de progressieve voedingsbodem krijgen we door poppy, dansbare deuntjes en meer gebruik van elektronica een makkelijker te verteren inkijk in de thematiek die Steven Wilson al veel langer inspireert (of frustreert?). Ook al in zijn tijd bij Porcupine Tree dienden de ziektes van onze tijd – denk maar aan overconsumptie, materialisme, zelfverloochening – als muze voor de multimuzikant.
Dat geldt zeker voor de eerste single ‘Personal shopper’. De thematiek blijft, maar de breuk met Wilsons traditionelere progrock van vroeger wordt doorgedreven, nog veel meer dan op de vorige langspeler ‘To the bone’ uit 2017. Een tegenvaller voor sommigen, een interessante ontdekking voor anderen.
Hoe hapklaar de nieuwe plaat ook geserveerd wordt, het is een album dat net zoals Wilsons eerdere werk moet groeien. Muzikaal blijft Wilson gewoon doen waar hij zin in heeft en je kunt hem daardoor onmogelijk in een hokje duwen. Elk nummer afzonderlijk kan een hit worden in de Ultratop 50 of De Afrekening.
Maar de volledige negen nummers lange lijst, dat is waarvoor je het doet. Dat werden we gewaar na enkele luisterbeurten. Dan beginnen de songs aan je te kleven. En er gebeurt nog iets: de drang om te dansen (je bent het volmondig eens met de maatschappijkritische nummers!) maakt stilaan plaats voor schaamte en ongemak wanneer diezelfde nummers plots iets té herkenbaar worden.
Lachen of huilen
‘Self’ is zo een nummer, net als ‘King ghost’, dat voelt als berusting vinden in een donkere periode. Dat lied is wat moeilijker te ontcijferen en heeft voor ieder wel een eigen betekenis. ’12 things I forgot’ is dan weer emotioneel, puur en eenvoudig. De constante herhaling ‘It’s never ending yeah’ uit ‘Eminent sleaze’ markeert het einde van de eerste helft van de plaat. En vanaf ‘Man of the people’ gaat het weer langzaam slepend naar een ontknoping toe die er niet komt.
Aan het einde blijven we iets of wat vervreemd achter. Zijn die opzwepende danstunes eindelijk de voorbode die we willen voor 2021? Zijn we goed bezig en komt alles weer gewoon op z’n pootjes terecht? Met z’n allen naar het oude normaal? Maar was dat wel normaal? Weten we wel nog wat normaal is? Willen we nu lachen of huilen … Haal de plaat in huis, ze zal nog lang op repeat staan.