De grote tranen van Pitou

De grote tranen van Pitou

Pitou ‘Big tear’ 4 out of 5 stars

Achter Pitou schuilt de Nederlandse vocaliste, gitariste en multi-instrumentaliste Pitou Nicolaes. Met haar debuut ‘Big tear’, de opvolger van enkele ep’s (een titelloze uit 2016 en ‘I fall asleep so fast’ uit 2018), krijgt ze regelmatig airplay (Radio 1, Studio Brussel, BBC,..). Ook kon ze al op lovende woorden van onder meer Guy Garvey (Elbow) en Spinvis rekenen. Live was ze al te zien op grote festivals als Werchter en Pukkelpop.

Honger naar eigen werk

Enige achtergrond is misschien wel op zijn plaats. Op zeer jonge leeftijd nam Pitou deel aan het Kinderen voor Kinderen-songfestival. In de nasleep daarvan kreeg ze plotsklaps de invitatie om deel te nemen aan een klassiek (kinder)koor, waar ze nog vele jaren bij zou gaan zingen. De liefde voor zang en klassiek is echter altijd gebleven. Gaandeweg kwam daarbij wel de honger naar eigen liedjes. Eerst nog componeerde ze haar songs op akoestische gitaar, wat je nog erg goed hoort op die eerste twee ep’s, die telkens goed waren voor zeven volwaardige songs.

Verbreding van het muzikaal palet

Doorheen de jaren verruilt ze dat folkier geluid voor andere muzikale invloeden. Naast klassiek en folk ook pop. Maar ook en vooral neemt Pitou bijzonder veel ervaringen mee uit de vele reizen (Mali, Senegal, ..) die ze met haar ouders maakte. Niet eens zo verrassend dan dat ook op ‘Big tear’ die meer wereldse invloeden, zeker inzake de arrangementen van de songs, doorsijpelen. ‘Big tear’ ligt ergens in de lijn van die eerste ep’s. Alleen: de muziek van Pitou klinkt breder, rijker en gelaagder dan ooit tevoren. Meer volwassen ook. Dat is deels te herleiden tot de inzet van producer PJ Maertens (Tamino, Admiral Freebee, Novastar,..). Al is de inbreng van Pitou’s medemuzikanten allerminst gering.

Hoewel in aanzet de songs van Pitou naakt en intiem klinken, vallen onder meer de erg smaakvolle orchestraties van Baroque Orchestra X / B.O.X (met o.a. harpiste Jutta Troch, cornettist Jon Birdsong en luitspeler Pieter Theuns) en het SunSunSun Orchestra op net als fijnzinnige laagjes elektronica die het songmateriaal mee kleur geven.

De grote tranen van Pitou

Op inhoudelijk vlak gaat het grotendeels over de diepste zieloerselen van Pitou. Haar teksten mogen soms cryptisch lijken, toch valt alles op ‘Big tear’ mooi op zijn plooi. Zo evoceert Pitou in de titelsong hoe moeilijk het soms kan zijn om te overleven in een bikkelharde wereld. Ook elders zijn het doorgaans wat donkerdere, droevige en stemmige liedjes. Toch liggen liedjes als ‘Animal‘ of het op heerlijke, oriëntaalse percussie drijvende ‘Dancer‘ meteen goed in het gehoor. En dat vooral dankzij de stem van Pitou zelf die prominent naar voren geschoven wordt. ‘Big tear’ dus, een wondermooi album. Aanbevelenswaardig.


Related Images: