Seppe Gebruers verrast met uniek albumconcept op ‘Playing with standards’
Seppe Gebruers, ‘Playing with standards’
In de Belgische jazzwereld is de jonge pianist/componist en improvisator Seppe Gebruers (°1990) zeker geen onbekende. Eerder liet hij al van zich horen via verschillende collectieven als Ifa Y Xango, Bambi Pang Pang (net als Ifa Y Xango samen met Laurens Smet en Viktor Perdieus) en Antiduo (die laatste in samenwerking met pianist Erik Vermeulen). Gaandeweg ging Gebruers steeds meer op onderzoek uit, immer uit op de exploratie van nieuwe muzikale avonturen. Dat viel zeker live te horen – onder meer door samen te spelen met avant-garde-lui als Paul Lytton en Charlemagne Palestine, maar ook op plaat. Sinds kort ligt ‘Playing with standards’ (uit via het immer intrigerende Gentse El Negocito Records) in de winkels.
Klein verschil, grootse effecten
Het lijkt initieel een erg grillig experiment. Gebruers gaat op ‘Playing with standards’ aan de slag met twee piano’s (meer bepaald een Rönisch uit 1900 en een Schiedmayer uit 1868) waarvan de stemming een kwarttoon verschilt. Een kleine aanpassing die zowaar een hele wereld aan mogelijkheden in zich herbergt. Met zijn nieuw project onderzoekt hij onder meer de relatie tussen muzikant en instrument. Lijkt natuurlijk helemaal voor de hand te liggen, al kan je dan bijvoorbeeld niet om de vraag heen of het dan de pianist is die de piano bespeelt of het de muziek zélf is die met de muzikant aan de haal gaat. Gebruers lijkt op ‘Playing with standards’ het antwoord, zij het dubbelzinnig en een tikkeltje mysterieus, voor zich te laten spreken.
Op de in KC Nona opgenomen set, netjes verdeeld over drie schijfjes muziek, hoor je Gebruers aan de slag gaan met microtonale muziek. Op het programma staan jazz standards en songs die deels in het collectieve geheugen gegrift zitten, maar de luisteraar desalniettemin weten te verrassen. Bijzonder omdat Gebruers zo de grenzen van wat muziek is of kan zijn danig verlegt. Net door de toevoeging van kwarttonen verkrijg je immers een grotere expressie en dus ook veel meer mogelijkheden om zo de emotionele lading te vergroten.
Binnenstebuiten gehaalde herwerkingen
Echt voor de hand liggende muziek is ‘Playing with standards’ niet. Het toont anderzijds wél een erg getalenteerde en bescheiden muzikant die in deze muzikale doctoraatstudie vol lef de uitdaging aangaat. Zo hoor je verschillende klassiekers zoals onder meer het onsterfelijke, door Edith Piaf bekend geraakte ‘La vie en rose’ (hier gekoppeld aan ‘Just a gigolo’) of ‘Bye bye blackbird’ die gedissecteerd en helemaal binnenstebuiten gehaald worden.
Met ‘Playing with standards’ gunt Seppe Gebruers zich best veel creatieve vrijheid bij de herwerkingen, al zijn die vaak zodanig herwerkt, uit elkaar gehaald en de melodische sporen ervan weer bijeengesprokkeld dat er maar slechts een vage hint van de originele composities overblijft. Wie op zoek gaat naar getrouwe versies, is er dus aan voor de moeite. Het maakt wél dat deze muziek prima oorstof is voor luisteraars die hart, ziel en oren blijven veil hebben voor outsider muzikanten en projecten. ‘Playing with standards’ speelt met muzikale conventies en doet de luisteraar verdwalen in een muzikaal universum waar je misschien niet direct weg mee weet, maar die mits enige (langdurige) luisterbereidheid tot zeer knappe resultaten leidt.