Klank zonder beeld: Mathias Coppens tilt filmmuziek voorbij het witte doek
deCHORALE @ theMOVIES, Concertgebouw Brugge
Filmmuziek? Melomanen stoppen het genre al te vaak in het verdomhoekje. Waarom? Het metier van filmcomponist wordt zowel door hen als door het brede publiek verkeerd begrepen. Mocht een soundtrack niets meer zijn dan een evidente sfeervolle saus onder een bepaalde filmscène, dan zouden er geen Oscars uitgereikt worden aan componisten, en geen regisseurs rondlopen die uitsluitend met één of een handvol onder hen willen samenwerken. Meer nog: van sommige films zit niet het beeld, maar de muziek in het geheugen gebeiteld. Niet verwonderlijk dus dat orkest La Passione, koor deCHORALE en dirigent Paul Dinneweth een avondvullend programma met filmmuziek bij elkaar sprokkelen.
Sprokkelen dekt echter de lading niet, want omwille van de rechten, die dikwijls voor de helft in handen zijn van de studio’s, zijn partituren niet courant in omloop. Om die reden zagen de ensembles zich verplicht een arrangeur onder de arm te nemen. Mathias Coppens, zelf docent aan het Antwerpse conservatorium en opgeleid aan de UCLA als filmcomponist, (her)orkestreerde samen met enkele van zijn studenten een resem roemruchte partituren. Voor het over de honderd leden tellende koorapparaat voegde het team arrangeurs bovendien vocale partijen toe. Dat deze toevoegingen nergens stilistisch uit de band springen noch als bombastisch effect met de totaalklank van het orkest worden vermengd, betekent dat Coppens en co de klus fantastisch hebben geklaard. Een scala aan orkestrale kleuren ofwel op het gehoor reconstrueren, ofwel hertalen naar een ander instrumentarium, ofwel laten uitdijen voor extensieve bezetting zonder de finesse van het origineel te versmaden: weinigen zouden het Coppens nadoen.
Hoe echter een erg uiteenlopend programma (van avonturenfilm over thriller tot komedie) behapbaar houden? Een opdeling in thematische blokken lijkt misschien stereotiep, maar de resultante is een overzichtelijk en gevoelsmatig logisch aandoend parcours. Na een knallende introductie met de generiek van Star Wars, neemt Peter Van den Begin het woord, in een vooraf vastgelegde video die als luistersleutel tot de verschillende werken dient. Zo introduceert hij een lichtvoetige suite die Alexandre Desplat voor ‘Moonrise Kingdom’ schreef, waarin sopraan Jolien De Ghendt een voor een verschillende instrumenten voorstelt. Brittens ‘The young person’s guide to the orchestra’ bestoven met Ravels ‘Bolero’? Als smaakmaker voor publiek én musici kan dat alleszins tellen. De partituur vormt een uitgelezen moment voor de verschillende secties om van zich te laten horen, en La Passione laat zich hier qua spelplezier alleszins niet onbetuigd.
Met fragmenten uit ‘Star Wars’, ‘Lord of the Rings’ en ‘Saving Private Ryan’ onderzoekt het programma vervolgens de link tussen de klassieke traditie en hedendaagse filmscores. Ook de opening van ‘Atonement’ van Dario Marianelli passeert de revue, met een glansrol voor een typmachine, die als percussie-instrument versmelt met het orkestweefsel. De complexiteit strekt zich overigens verder uit dan deze ene vondst. Drie thema’s voor drie personages, die zich fugatisch tot elkaar verhouden: het vormt een treffend exempel van hoe de traditionele vormentaal doorwerkt in een soundtrack die schijnbaar eenvoudig wegluistert.
Nadien nemen koor en orkest een duik in het minimalisme van Jóhann Jóhannsson (‘The Theory of Everything’), Ludovico Einaudi (‘Intouchables’) en Hans Zimmer (‘Inception’). Wederom legt de inleidende tekst oorzakelijke verbanden tussen de zich herhalende sequensen in de muziek en betekenislagen die verband houden met de inhoud van de respectievelijke films. Dit verdiept niet alleen de luisterervaring, het huldigt ook de akte van het schrijven van filmmuziek, precies omdat een intuïtief verband tussen beeld en klank noodzakelijk is om de soundtrack als superieur te kunnen appreciëren.
Wat volgt, zijn enkele oorwurmen. De thema’s van ‘Pirates of the Caribbean’, ‘Forrest Gump’ en ‘Home Alone’ kunnen soundtrackfanaten zomaar meeneuriën. Aan het slot maken de musici en koorleden echter opnieuw verbinding met de realiteit. De botsing der culturen in ‘The Mission’ (over christelijke bekeringsijver), het Swahili in ‘The Lion King’, de elegische (onbestaande) taal van ‘The Gladiator’ en een uitstap naar folkmuziek in ‘The Hunger Games’: de cirkel wordt rondgemaakt door, net als bij de start van het concert, te laten horen dat filmmuziek nooit in een vacuüm ontstaat, maar de werkelijkheid en de geschiedenis juist erg dicht op de huid zit. En wie anders dan Mathias Coppens zou de link tussen hedendaags klassiek en film kunnen exploreren in een fabuleus bisnummer?
Geïnspireerd op John Williams’ ‘Hook’ huldigt Coppens in een doorgecomponeerde fantasie iedereen die het kind in zichzelf levendig houdt – met een knipoog naar voorgangers als Mozart, Ravel en Poulenc, die de kunst verstonden om het feeërieke en het speelse te integreren binnen oeuvres dat steevast het universeel-existentiële omarmen. Als een weelderige rollercoaster roetsjt de partituur langs en door de verschillende secties heen, immer goedlachs en spitsvondig, doch bezwangerd met een zweem verdriet. Humor en orkestraal raffinement voeren evenwel de boventoon, in een eigengereid en toch toegankelijk idioom dat de kwaliteiten van zowel het orkest als de hoogte van sopraan Jolien De Ghendt maximaal uitbuit. Een lust voor het oor én voor het gemoed is het, en daarmee een perfecte ode aan John Williams – koning der virtuoze en luisterrijke soundtracks.
Gehoord in Concertgebouw Brugge op 3/12/2022.