Bill Callahan schept een heel eigen muzikaal universum
Bill Callahan, ‘YTI⅃AƎЯ’
Op zijn nieuwste plaat ‘YTI⅃AƎЯ’ brengt de in Maryland (US) geboren zanger/componist Bill Callahan een nieuwe reeks liedjes over de volheid en het mysterie van het échte leven, de puurheid van liefde en de mystiek van het wilde, ongetemde verlangen. Inmiddels is het alweer het achtste album onder eigen naam van de ultieme cowboy in muziekland. Het in fraai artwork van Paul Ryan verpakte ‘YTI⅃AƎЯ’ is een wonderlijke demonstratie van grootse klasse.
Positieve spiraal
Kenmerkend voor Callahans’ muziek is de vaak spaarzame, soms haast spartaans uitgepuurde instrumentatie. Vaak heeft hij aan een enkele akoestische gitaar genoeg. Dat komt bijvoorbeeld al terug in de schilderachtig mooi openbloeiende opener “First Bird”. Vertrekkend vanuit een sober gitaar-riffje dat klankmatig ergens knipoogt naar Neil Young (denk: ‘On the beach’) opent het perspectieven naar een nieuwe, bij uitstek droomachtige realiteit. In dit liedje brengt hij onder meer beelden van zijn zoon aan.
Het markeert ergens zijn eigen nieuwe realiteit, die van een gelukkig getrouwde vader met kinderen. Callahan bevindt zich dezer dagen als vijftiger in een gelukkige, optimistische en hoopvolle spiraal naar boven. Zijn vrij grote productiviteit maakt dat ook inzichtelijk. Zo werkte hij recent met Bonnie ‘Prince’ Billy aan ‘Blind date party’ (2021) waarop beide heren een reeks covers van labelgenoten en andere inspiratiebronnen brachten. En eerder waren er respectievelijk ‘Gold record’ (2020) en het uitstékende ‘Sheperd in a sheepkin’s vest’ (2019).
Het nagelnieuwe ‘YTI⅃AƎЯ’ openbaart een heel eigen wereld. Met liedjes waar in tegenstelling tot de soms kale, loden somberte van het vroege werk onder het Smog-alias meer dan ooit een goedgemutste vrolijkheid in vervat zit. Een song als ‘Coyotes’ bijvoorbeeld pakt de luisteraar meteen in. Directe aanval op het hart en Callahan wint het pleit. Check zeker ook de erbij horende, wat surrealistische, naar het werk van David Lynch knipogende video.
Bill Callahan tussen werkelijkheid en onwerkelijkheid
De rode draad doorheen het album is de bevraging van de realiteit. Waar ligt de grens tussen fictie en feitelijkheid? Dat basale idee verklankt Callahan via liedjes als het alweer duizelingwekkend mooi openbloeiende ‘Everyway’. Voor het meer gitaaraangedreven werk kan de luisteraar terecht bij de duivelse folkblues ‘Bowevil’ die beetje bij beetje opgeslorpt wordt door laagjes gruizige noise.
Ritme en drive vind je ook bij het alles en iedereen ontregelende ‘Partition’ terug. Ronduit bezwerend, inbegrepen lichte toefjes jazz en dolle improvisatie: “you do what you got to do / do what you got to do”. Die wakkert net als vele andere nummers op ‘YTI⅃AƎЯ’ de honger naar een nieuw liveconcert op Belgische of Nederlandse bodem van Callahan verder aan. Te denken valt daarbij aan onder meer de sobere, ingetogen en bij uitstek verhalende miniatuur ‘Lily’. Evengoed is er het tijdloos elegante ‘Naked souls’ dat naar het einde toe verzwelgt in avant-gardistische freejazz. Maar leg je oren zeker ook te luister bij het kwieke, onopgesmukte ‘Natural Information’.
Een fraai muzikaal universum
Callahan schrijft liedjes die zoals het vrij meanderende ‘Drainface’ soms traag insijpelen, maar die altijd het hart raken. Liedjes ook met erg rake, suggestieve en poëtische teksten. Tussen de langzaam openbloeiende, droomachtige opener ‘First bird’ en de kampvuurpoëzie van ‘Last one at the party’ ligt dan ook een heel fraai muzikaal universum besloten.
Kortom: Callahan maakt met ‘YTI⅃AƎЯ’ weer een heerlijke nieuwe, te koesteren prachtplaat.