Met ‘Black-out’ laat de succesformule van Vlaamse fictie het afweten
‘Black-out’ (2020)
Wanneer de kerncentrale in Westerdonk gesaboteerd wordt, zit België in het donker. En net op dat moment krijgt de premier een filmpje toegestuurd, waarin ze haar dochter vastgebonden ziet, met de boodschap dat zij zal sterven wanneer het licht aangaat. De premier neemt het hoofd van de anti-terrorisme-eenheid in vertrouwen, die haar dochter moet zien te vinden. Ondertussen doet ze er zelf alles aan om de black-out zo lang mogelijk te rekken.
Het klinkt als het voor de zoveelste keer herkauwde plot voor een Vlaamse fictiereeks, en dat is het ook. Het is de opzet voor ‘Black-out’, de nieuwe reeks van kersvers productiehuis Jonnydepony. Schrijvers Bas Adriaensen en Philippe De Schepper gingen samen met regisseur Joël Vanhoebrouck aan de slag om hun versie van de succesformule te geven, met een maar matig resultaat als gevolg.
Lees verder onder de video.
We kunnen ons afvragen waarom politiek getinte politieseries zo populair zijn in Vlaanderen. Is het omdat de werkelijkheid de fictie soms voorbij durft te steken? Kunnen we zo op een verantwoorde manier de draak steken met onze landelijke politiek? Zeker zijn we het niet. Wat we wel met zekerheid kunnen zeggen is dat het format stilaan het slachtoffer van overaanbod aan het worden is. Wie zich nu nog aan dit thema waagt, moet wel met iets heel strafs uit de hoek komen. En jammer genoeg, is dit in ‘Black-out’ niet het geval.
Zwak verhaal en flauwe dialogen
In veel Vlaamse fictie wordt er bijzondere aandacht gegeven aan het verhaal. Hier laten de schrijvers het al afweten. Er zitten meerdere kleine plotholes in het verhaal, en alles lijkt soms op een teleurstellende manier aan elkaar geplakt te zijn. Na de eerste aflevering van ‘Black-out’ weet je eigenlijk nog niet veel meer dan de korte inhoud die bij de serie hoort. Misschien proberen de makers er zo de spanning in te houden, maar je moet de kijker toch een tipje van de sluier gunnen? Een stroomversnelling blijft in de eerste aflevering hoe dan ook uit, waardoor er weinig zin overblijft om aan de volgende aflevering te beginnen.
Met een topcast als deze, blijft de hoop toch overeind dat het acteertalent het boeltje bij elkaar kan houden. Helaas blijf je als kijker ook op dit vlak teleurgesteld achter. Het is niet dat kanjers als Geert Van Rampelberg, Sara De Roo, Lucas Van den Eynde en Michaël Pas hun best niet doen, maar het is verre van hun beste werk. Misschien zijn het de soms flauwe dialogen die ervoor zorgen dat de acteerprestaties nogal mager blijven, feit is dat er in ‘Black-out’ maar weinig excellentie te vinden is.
Hoge verwachtingen voor ‘Black-out’
Toegegeven, er waren enkele momenten tijdens de eerste aflevering waar er toch een opflakkering van hoop te vinden was. Er zijn wel degelijk enkele spannende momenten. Het betere actiewerk trekt de kijker toch wat dieper in het verhaal. Maar uiteindelijk valt het geheel toch weer stil, en blijft de kijker op zijn honger zitten.
‘Black-out’ is niet verschrikkelijk slecht, maar er is gewoon niets waardoor de serie erboven uitspringt. ‘De dag’ maakt veel beter gebruikt van een sterk verhaal. In ‘Cordon’ vinden we voortreffelijke actie. ‘Over water’ zorgt ervoor dat de ijzersterke dialogen de acteerprestaties naar een hoger niveau tillen. Helaas komt de lat hierdoor heel hoog te liggen voor ‘Black-out’. En nu het niet gelukt is om deze hoge standaard te bereiken, vrezen we ervoor dat deze nieuwe Vlaamse fictie in stilte zal uitdoven.