‘Hit Man’: Laag mikken als olympische discipline
‘Hit Man’ (2024)
Het parcours van regisseur Richard Linklater is merkwaardig. De ene dag maakt hij oprechte en inzichtvolle studies over menselijke relaties (de ‘Before’-trilogie), op andere dagen schudt hij gezapige en ontspannende prenten uit de mouw (‘School Of Rock’). Zijn nieuwe film ‘Hit Man’ valt in de tweede categorie. Maar van al zijn amusementsfilms is dit een van de meest teleurstellende. De film ziet er flets uit, de humor blijft steken, de bestaansreden ontbreekt.
Hete grond
Linklater liet zich voor deze film inspireren door het absurde leven van Gary Johnson, waar het verhaal losjes op gebaseerd is. Rijzende ster Glen Powell (Top Gun: Maverick) kruipt in de huid van Gary, een nogal saaie prof filosofie die een eind kan wegbomen over Freuds theorie over het Ego als bemiddelaar tussen het moraliserende en het instinctieve. Die theorie is een kapstok voor de plot, wat de film bruusk gesticulerend duidelijk maakt met Johnson die het letterlijk uittekent op een schoolbord met krijt. Zijn katten heten bovendien Id en Ego.
De man klust bij als technicus bij het afluisteren van undercoveroperaties voor de politie, wanneer hij door een samenloop van omstandigheden plots zelf de rol van huurmoordenaar moet spelen om een potentiële klant te klissen. Gary kwijt zich uitstekend van zijn taak en hij heeft de smaak te pakken. Het is in zijn undercover-rol dat hij ontdekt hoe fijn het voelt iemand anders te zijn. Wanneer hij gevoelens ontwikkelt voor een vrouw die hij in de val moet lokken (Adria Arjona), voelt hij de grond heet worden onder de voeten.
Automatische piloot
Het is geen basisvereiste dat een film steevast moet streven naar een diepgaande audiovisuele esthetiek. Veel prenten nemen genoegen met enkel het vertellen van een verhaal, terwijl film zoveel meer kan zijn (maar niet noodzakelijk hoeft te zijn). Als het gevoel heerst dat men moeite heeft gedaan om er wat van te maken, zijn wij tevreden. Het zijn de luie films die ons de woede op de hals halen. Linklater heeft talent en ervaring in overschot om een verhaal deftig uit te doeken te doen, maar het oogt allemaal halfslachtig. Met fluwelen handschoenen aan kan je nog beweren dat de vertelling ‘adequaat’ is, maar wij kunnen ons gebrek aan enthousiasme niet onder stoelen of banken steken.
Op technisch vlak is het vooral armoe troef. De beeldvoering is inspiratieloos, met een aaneenrijging van saai verfilmde dialoogscènes. Er ontbreekt vindingrijkheid in die nogal holle toepassing van de vele middelen om een film te maken – let in die zin op het stompzinnige muzikale deuntje die deze prent op gang trekt. Het is een laidback-houding waardoor de film niet diep snijdt, zelfs niet als lichtvoetige suspensefilm.
De acteurs, tongue in cheek spelend om de luchtigheid te onderstrepen, moeten de meubelen redden in een film waar voor de rest te weinig te beleven valt. Dat lukt nog enigszins (Powell heeft wel wat charisma), maar het is een onvermijdbare vaststelling dat er op automatische piloot werd gewerkt. De plot is flauw, met onze held die verliefd wordt op de foute vrouw. Veel meer dan de ‘zullen ze samen eindigen?’-vraag wordt er niet onder de loep genomen.
Meerwaardezoekers weze gewaarschuwd
Voor een humoristische prent zijn de komische noten niet echt spitsvondig. In een montagescène de verschillende gedaanten tonen waarin Gary als undercover-agent verschijnt, is meer dan een tikje ridicuul. Met valse tanden en een pruik oogt hij het ene moment een Britse psychopaat, het volgende moment speelt hij een met een moddervet Russisch accent gezegend maffialid, inclusief zwartleren handschoentjes. De humor waarop gemikt wordt, is banaal.
De conclusie is dat ‘Hit Man’ heus wel werkt als een gezapige zondagmiddagprent, waarbij je de week kan uitbollen terwijl je verwachtingen laaggespannen zijn. Noem ons gerust een meerwaardezoeker of zelfs veeleisend, maar wij vonden Linklater veel te laag mikken. Meer inspiratie en creativiteit zijn broodnodig om deze film tot leven te wekken.
‘Hit Man’ speelt nu in de bioscoop.