Met ‘No Time To Die’ eindigt een tijdperk
‘No Time To Die’ (2021)
Eindelijk! Tussen ‘Spectre’ en ‘No Time To Die’ heeft er een wereldwijde pandemie plaatsgevonden, zijn er 9 seizoenen van ‘De Buurtpolitie’ gemaakt en heeft Kim nog drie kinderen van Kanye op de mensheid losgelaten. Hoog tijd dus voor Daniel Craig om nog een laatste keer de wereld te redden.
De Film van Léa
De plot is op zijn zachtst gezegd complex. Enerzijds moet de verhaallijn rond Spectre (de organisatie van meesterbrein Blofeld) afgerond worden, anderzijds heeft James Bond nog een heleboel privédemonen om mee af te rekenen. En ondertussen wordt de arme man nog uit pensioen gehaald, omdat er weer een nieuwe schurk is die de wereld wil vernietigen. Lyutsifer Safin (Rami Malek) ziet eruit alsof hij dronken in slaap gevallen is op een feestje en een van zijn vrienden met een alcoholstift zijn lusten op Safins gezicht gebotvierd heeft, waarna hij het er de volgende ochtend in de douche niet helemaal af kreeg.
De drijfveer van Safin is best interessant. Het personage zelf is eerder vergeetbaar. Hoewel hij van bedreigingen uiten een hobby lijkt te maken, komt hij zelden écht dreigend over. Van Rami Malek zou je ook verwachten dat hij doorheeft dat traag praten en niet met je ogen knipperen onvoldoende zijn om mysterieus over te komen. Wellicht heeft een stagiaire hem voor zijn voorbereiding per vergissing een dvd van ‘Austin Powers’ opgestuurd in plaats van één van ‘Skyfall’ of ‘Dr. No’.
Gelukkig staat de rest van de hoofdcast wél goed te acteren. Van Daniel Craig of Ralph Fiennes is dat al lang geen verrassing meer te noemen. Ana de Armas heeft alles wat een moderne Bondgirl moet hebben en is waanzinnig goed in haar jammer genoeg zeer beperkte screen time. Christoph Waltz mag op zijn beurt in ware Hannibal Lecter-stijl komen opdraven.
Maar de beste rol in ‘No Time To Die’ is voor Léa Seydoux. Haar Madeleine Swann is even breekbaar als Vesper in ‘Casino Royale’ en zo innemend als Tracy in ‘On Her Majesty’s Secret Service’. Haar mysterie begeestert Bond, haar gratie verzwakt hem. Het is evengoed háár film als die van Bond. Haar vrouwelijke collega, Lashana Lynch, wier personage Nomi het 007-nummer geërfd heeft, krijgt dan weer weinig om mee te werken. Nomi bezit lang niet de efficiëntie en dodelijkheid die Bond wél heeft. Over een paar missies zouden we haar wellicht in één of andere rivier aantreffen met een mes in de rug geplant, zoals 009 in de proloog van ‘Octopussy‘. Benieuwd of ze dan ook een clownskostuum draagt.
Is Bond nog Bond?
Het scenario is op zich verbazend goed geschreven als je weet dat de film herhaaldelijk is uitgesteld door scriptproblemen. Als losstaande actiefilm zit het goed in elkaar en de comedy werkt vaker wel dan niet. De typische Bond-oneliners blijven wel grotendeels uit. De sporadische oneliners die er dan wél zijn, levert Craig toch eerder af op automatische piloot. Alsof hij dáár toch écht geen zin meer in had. Maar ach, we zijn al lang blij dat hij zijn polsen niet heeft overgesneden. Hopelijk heeft hij niet alsnog een lelijke papercut opgelopen toen hij zijn cheque van 25 miljoen dollar overhandigd kreeg. Roger Moore trekt een wenkbrauw op vanuit zijn graf.
Ondertussen wordt er links een gebouw opgeblazen, rechts een Wodka Martini – shaken, not stirred – besteld. Zoals het tegenwoordig een goede franchise betaamt, wordt er gretig met referenties gestrooid naar eerdere films. Vooral ‘Dr. No’ en ‘On Her Majesty’s Secret Service’ komen geregeld terug.
En toch voelt het niet echt als Bond. En dat is jammer. De 007 die we hier zien, staat mijlenver af van de James Bond in ‘Casino Royale’, die met geweld zijn innerlijke brokken probeerde te lijmen. Bond mág breekbaar zijn, maar In ‘No Time To Die’ is de inzet zó hoog, dat hij zich vooral vergeet te amuseren. En is dat niet waarom iedereen al bijna 60 jaar lang, van Connery tot Craig, naar Bond komt kijken? Wie de opvolger van Daniel Craig ook mag worden, als hij zich maar amuseert. En dan: 007 will return!