De zielenroerselen van Karl Ove Knausgård
Karl Ove Knausgård, ‘Het Amerika van de ziel’
Karl Ove Knausgård, ’s mans naam is bijna synoniem geworden met zijn ‘Mijn strijd’-reeks. Daarin tast hij de grenzen af van het autobiografische genre. Toch zou het voor de aandachtige lezer daarvan geen verrassing mogen zijn dat de auteur ook het essay genegen is. Zo integreerde hij in het zesde en laatste deel, ‘Vrouw’, een lijvig essay waarin zijn hersenspinsels alle kanten opgaan.
Om maar te zeggen, het mag niet verbazen dat Knausgård met ‘Het Amerika van de ziel’ voor een werk kiest dat volledig uit essays bestaat. Verschillende daarvan zijn bovendien ook parallel aan de ‘Mijn strijd’-reeks ontstaan of eruit voortgevloeid. Zo gaat de auteur in ‘De literatuur en het kwaad’ in op de beschuldigingen in Zweedse media dat zijn magnum opus (intiem-)fascistisch zou zijn. Het blijkt maar een opstapje te zijn om het thema van literaire censuur en de gevolgen daarvan verder te onderzoeken. Of wat te denken van ‘De bruine staart’? Iets triviaals als poepen feilloos verbinden met existentiële vragen over leven en dood en de plaats die de dood in onze huidige maatschappij toebedeeld krijgt? Je moet het maar kunnen.
Gedachten voor gevorderden
Knausgård is duidelijk een man met vragen. Niet te beroerd om die te stellen, probeert hij ook op zoek te gaan naar (aanzetten tot) antwoorden. En dat levert vaak interessant leesvoer op, al vragen zijn overpeinzingen steeds de nodige aandacht. Dit is geen boek dat zomaar wegleest, maar verwachtten we iets anders? Dit is de man die uit alledaagse beslommeringen een zesdelige roman wist te puren. Toch loont het de moeite om door te bijten en de tijd te nemen om elk essay tot je te laten spreken. Het levert bij tijden boeiende inzichten op, soms zelfs onbedoeld. Want wat te denken van ‘Bijbelassistent’ waarin Knausgård zich buigt over de verschillende vertalingen van de Bijbel naar het Noors? Een Nederlandse vertaling van een Noorse tekst waarin de problematiek van vertalingen behandeld wordt, veel dieper wordt het niet.
Bovendien is het duidelijk dat dit boek weldoordacht opgebouwd werd. Hoewel de lengte van de essays sterk varieert, zit er een duidelijke rode draad in en wordt mooi opgebouwd naar het centrale ‘Het Amerika van de ziel’, dat ook zijn naam leende aan het geheel. Gelukkig is opbouw in dit geval geen synoniem voor einde en volgen er na dit zevende essay, dat het langste uit de hele hoop is en dus ook op die manier zijn centrale rol in de verf zet, nog elf schrijfsels. Zo wordt dit boek een coherent geheel dat mooi afsluit met een opvallend anekdotisch essay over de relatie tussen redacteur en schrijver en vertrouwen. Daarmee wist de auteur ons net voor het einde nog enkele interessante vraagstukken voor de voeten te werpen, verdorie toch.
‘Het Amerika van de ziel’ is dus duidelijk niet het gemakkelijkste boek op de plank, maar voor wie Knausgårds nuchtere schrijfstijl kan waarderen en niet terugdeinst voor wat denkoefeningen, is dit absoluut een aanrader. Al was het maar om zelf eens vaker bij ogenschijnlijk vanzelfsprekende dingen stil te staan.
Vertaler: Marin Mars