Bart Moeyaert toont zijn kwetsuren
Bart Moeyaert, ‘Een ander leven’
Samen met zijn moeder reist Bart Moeyaert (1964) begin 1996 voor een driedaagse citytrip naar Parijs. Het opzet van de reis is duidelijk: elkaar beter leren kennen. Hoe weinig weet hij over haar verleden? Hoe was de relatie met haar man over wie ze in alle talen zweeg. En waarom duurde het zo lang alvorens de auteur uit de kast kwam? Moeyaert schrijft er ongezouten over in ‘Een ander leven’.
Moeders oogappel
Nadat zijn vader overleed aan dementie, stierf enkele jaren geleden ook zijn moeder, Henriette Smessaert. Het echtpaar had zeven zonen waarvan Bart de jongste was. Doorgaans worden laatstgeborenen meestal verwend. Er wordt immers verondersteld dat ze niet zo goed voor zichzelf kunnen zorgen.
Ook al verzet de auteur zich van jongs af aan hiertegen, hij blijft de oogappel van zijn moeder. Er valt veel over haar te vertellen. Eerst moet het verdriet om haar heengaan een plaats krijgen, waarna het schrijven kan beginnen. Het zoeken naar antwoorden op vragen die nooit eerder werden gesteld. Via allerlei omwegen te weten komen wie zijn moeder was?
Zonder hierbij die existentiële vraag niet te ontwijken: wie ben ik en waar sta ik in het leven? Bij Moeyaert klinkt het zo:
‘Ik ben voortdurend op zoek naar evenwicht tussen de twee mensen die ik ben: de schrijver die weet wat hij wil en de man die twijfelt of hij wel voldoet. De schrijver heeft er nog lang niet voor gezorgd dat de man van zichzelf is gaan houden.’
Ligt het antwoord bij zijn moeder, het vroegere dienstmeisje van een adellijke familie? Een vrouw van wie hij maar een vaag beeld heeft. Aan de hand van foto’s, brieven en gesprekken probeert hij het beeld scherp te krijgen. Moeder en zoon die – hoe vreemd het ook overkomt – eind de jaren tachtig elkaar nog brieven schrijven. Brieven die weinig over elkaar onthullen.
‘Hoe het met mijn moeder gaat, nu ze zeventig is geworden, weet ik niet. (…) Ze blijft graag buiten beeld. Ze denkt dat brieven niet zozeer gedachten moeten bevatten, maar dat je vooral met nieuwtjes een brief interessant maakt. (…) Sporadisch wijdt ze een paar regels aan zichzelf. Als ze dat al eens doet, schrik ik ervan.’
Zich in zijn werkkamer verschuilen
Om haar nog beter te leren kennen flaneren ze door Parijs. Het levert mooie fragmenten op, echter met deze voetnoot: beiden komen niet dichter bij elkaar. Over alle gesprekken die ze tijdens hun wandelingen en restaurants voeren hangt schroom. De volwassen schrijver blijft voor haar grotendeels een onbekende, de moeder voor hem een gesloten boek.
In die zin is de manier waarop de schrijver zichzelf aan de hand van brieven, foto’s en dagboekfragmenten in beeld brengt veel interessanter. Een leren leven met tegenslag en geluk. Het stopzetten van Top Magazine, waar hij een job als eindredacteur heeft, komt hard binnen. Geen idee hoe het nu verder met hem moet. Door chaos overmand wordt hij door vaste vriend Geert wakker geschud met de vraag wat hij uiteindelijk wil? Fulltime schrijver worden luidt het antwoord, waarna hij bij Tom Lanoye aanklopt voor praktische adviezen.
Geen volwaardig beroep
Dit zeer tegen de zin van zijn vader die schrijver geen volwaardig beroep vindt. Eerst een diploma halen en dan zien we wel, zo geldt de wet ten huize Moeyaert. Uiteindelijk is hij voor zijn passie gegaan en een succesvol alom gewaardeerde schrijver van proza voor kinderen en volwassenen geworden. Bekroond met literaire prijzen met als hoofdvogel de Astrid Lindgren Memorial Award. Toch laat de man achter de schrijver het masker niet echt vallen.
Het liefst verschuilt hij zich in alle eenzaamheid in zijn werkkamer om er te schrijven. Bovendien is hij het type individu dat zich op gepaste tijden uit de samenleving terugtrekt, zijn moeder adoreert en wiens homoseksualiteit door zijn vader als een ziekte wordt afgedaan. In een dergelijke context en in de jaren tachtig was aan je ouders vertellen dat je homoseksueel bent bepaald niet zonder risico’s.
‘”We hoeven het verder niet over Jos Brink te hebben,” zegt mijn vader ineens. Ik denk dat we het televisieaanbod van de voorbije tijd hebben besproken, van Berend Boudewijn tot Mies Bouwman tot Jos Brink, maar nee, mijn vader wil het verder niet over homo’s hebben. “Homoseksualiteit is een ziekte, een afwijking. Het moet als een gezwel genezen of weggensneden worden.” Er zijn methodes voor.’
‘Een ander leven’ is veel meer dan een openhartige en eerlijke getuigenis van een man die zich met zijn geaardheid heeft verzoend. Het is vooral het verhaal van een volwassen geworden man die met de jaren van zijn ouders is vervreemd en wie het weliswaar met vallen en opstaan is gelukt een eigen bestaan op te bouwen. Fijnzinnig proza van een auteur die al van jongs af aan het schrijven in de vingers had.