Het taaluniversum van Anneke Brassinga

Het taaluniversum van Anneke Brassinga

Anneke Brassinga, ‘Crudités’ 4 out of 5 stars

Het Franse woord crudités betekent zowel rauwkost als onbewerkt. Een toepasselijke titel die slaat op Anneke Brassinga’s (76) zogenaamd onbewerkte taal in haar boek. Een royale verzameling essays over poëzie, proza, vertaalde teksten van Samuel Beckett, Gertrude Stein en Stéphane Mallarmé en eigen poëzie.       

Taal is de heilige bron van alles. Over het ontstaan ervan verwijst ze naar ‘De kleine Johannes’ van Frederik van Eeden. De vader van Johannes schreef letters in het zand die door de kleine Johannes één voor één werden gespeld. Op die manier leerde hij de naam van een plant of een dier. Over hoe taal uiteindelijk is ontstaan verwijst Brassinga naar neuroloog Pierre Mesker en zijn proefschrift ‘De menselijke hand’.

’Taal is begonnen als een poëtische vervorming, van het geluid der menselijke beweging, met als eerste materialen water, zand, klei, modder gras, rietstengels, takjes, stokjes,’ zo schrijft Mesker. Waarna ze veronderstelt dat onze voorvaderen in de verre prehistorie misschien In het zand en de as rondom de vuurplaats hun eerste tekens hebben getrokken met een takje of hun vingers. Omdat we nu eenmaal niet om de natuur heen kunnen, leidt het volgens Brasssinga naar een tweede werkelijkheid: ‘die van de taal, qua schriftbeeld geënt op prehistorisch uitziende stokjes, golvingen als van rietstengels, hiëroglyfische restvormen.’

Het proberen te vatten van de dingen, ook al lukt het niet altijd. Vandaar dat ze verwijst naar die ene regel van Paul Valéry: ‘Ik ben wat jou als zand tussen de vingers door stroomt.’  Het ik en de onkenbaarheid ervan voor een ander. Het willen beetpakken, maar het ontglippen van de dingen.

Orwells vervreemding in Birma

Taal en vertalen, beide zijn voor haar onlosmakelijk met elkaar verbonden. Haar eerste opdracht was ‘Burmese Days’ van George Orwell. Ook al had ze op de middelbare school ‘1984’ een ‘Animal Farm’ gelezen, ze wist niet dat het zijn eerste roman was. Aanleiding om er in een uitvoerig essay op te wijzen dat het schrijven ervan voor hem de enige manier was om de totale vervreemding in Birma van zich af te schudden. Hij was er als negentienjarige in dienst van de Imperial Service. Na vijf jaar stapte hij evenwel op. Orwell kon zich niet langer verzoenen met een gezag dat zijn onderdanen onderdrukt. Zijn roman is dan ook niet zonder risico’s verschenen.

‘Bovendien: een boek over zijn eigen ervaringen in Birma met herkenbare personen en situaties zou onherroepelijk tot een proces wegens smaad en laster hebben geleid. Daar was de uitgever hoe dan ook beducht voor, het boek verscheen voor alle zekerheid eerst in New York en pas later in Engeland.’

Poëzie onder het vergrootglas leggen

Brassinga bekent openlijk dat ze niet van romans en evenmin van poëzie houdt. Een vreemde quote uit de mond van een fel gesmaakte dichteres. Hoe irrelevant een gedicht ook is, het lukt haar aardig de poëzie van favoriete dichters als Paul van Ostaijen, Willem Jan Otten, Anne Vegter, Erwin Mortier en Alfred Schaffer helder te duiden.

Wat ze in ‘Van dichtbij lezen’ doet is je reinste vorm van close reading. Een gedicht losmaken van de dichter om het dan regel per regel ontleden. Zo gidst ze de lezer minutieus door de meertaligheid van Willem Jan Otten. Elke regel van Bij het vernemen dat de esdoorn door/ de nieuwe eigenaar toch is gerooid wordt onder het vergrootglas gelegd. Elk woord wordt doorgelicht. Staat er ‘verschreven tuin’ dan wijst ze erop dat volgens Van Dale verschreven betekent: ‘overgeboekt naar de bankrekening van iemand anders.’ Iets wat je zoals in het gedicht van Willem Jan Otten doet bij de verkoop van een tuin of een huis.

Ook al komt poëzie in deze tijd van ontlezing amper nog aan bod, het weerhoudt Brassinga niet met brille haar dichterschap te etaleren. De dichter, die ook al wordt zijn graftombe geruimd, blijft verder leven in de herinnering. In ‘Blaman en het blauw’ wijst ze erop dat Anna Blamans ster in Nederland gestaag aan het stijgen is.

‘Crudités’ – essays en poëzie die zich langzaam laten savoureren – van Anneke Brassinga verdient het om zintuiglijk te worden gelezen.

Related Images: