Het selecte vrouwenclubje van Connie Palmen
Connie Palmen, ‘Voornamelijk vrouwen’
In ‘Voornamelijk vrouwen’ heeft Connie Palmen (1955) elf vrouwen en één man om zich heen verzameld. Vrouwen die met zichzelf overhoop liggen, die worstelen met ambiguïteit of alcoholisme. Vaak bondgenoten in wie ze zichzelf herkent, maar ook van mening verschilt.
Het is vast geen toeval dat Palmen als eerste vrouw Virginia Woolf opvoert en citeert uit ‘A Room of One’s Own’. Een essay waarin ze beweert dat een vrouw een eigen kamer, geld en ledigheid nodig heeft om een auteur te kunnen zijn. Het klinkt als een credo voor de schrijver die ze uiteindelijk geworden is. Een zelfstandige vrouw met een visie, weinig vertrouwelingen, veel geheimen en een kamer die ze op slot doet. Dit laatste om haar grootste geheim – het schrijven – niet aan de buitenwereld prijs te geven.
‘Elk solitair genot heeft iets pervers en tegelijkertijd sacraals. Het onvermogen het met een geliefde te delen is een van de vormen die het geluk van de eenzaamheid kan aannemen. Het is het geluk dat geliefden elkaar gunnen.’
Het alles of niets van Sylvia Plath
Op niemand anders is het gezegde dat een schrijver al dan niet waarachtig is zo toepasselijk als op Sylvia Plath. Hoeveel biografieën over haar zelfmoord – ze stopte op haar dertigste haar hoofd in een gasoven en draaide de kraan open – ook zijn verschenen, Palmen focust op die van Heather Clark. Vooral omdat hij put uit nooit eerder gepubliceerd materiaal van de dichteres. Het roept een beeld op van een vrouw die streeft naar perfectie, maar tegelijk vreest als middelmatig ontmaskerd te worden. Haar hele bestaan stond grotendeels in het teken van schrijven.
‘Ze heeft eindelijk de waarachtigheid gevonden waarnaar ze als schrijver altijd zocht. In het jammerlijk korte leven van Sylvia Plath was het alles of niets. Met de dubbelzinnigheid die de literatuur eigen is, werd het alles én niets.’
Lezen met de hakken in het zand
Een boek dat Palmen, die toch van geen kleintje vervaard is, naar de keel grijpt is ‘Fierce Attachments’ – ‘Verstrengeld’ in het Nederlands – van de Amerikaanse Vivian Gornick. Het werd enkele jaren geleden door de literaire critici van The New York Times verkozen als een van de indrukwekkendste memoires van de voorbije halve eeuw. Het gaat over de lange wandelingen die Gornick met haar moeder door New York maakt. Dialogen tussen dochter en moeder die behoorlijk hard, zelfs af en toe krenkend zijn. Een van de redenen om zich in haar werk te verdiepen om nadien met haar in debat te gaan.
Een van de aanleidingen hiertoe is Gornicks theorie dat de roman als literair genre door autobiografische geschriften is verdrongen. Van dan af leest Palmen haar met de hakken in het zand. ‘Zodra ik een boek van haar opensla betreed ik de ring, ben alert, ontwijk haar klappen, behoud mijn dekking en zorg ervoor dat ik niet knock-out ga.’ Wat ze wel met de Amerikaans gemeen heeft is zin voor introspectie en het verwerven van zo veel mogelijk zelfinzicht. Maar in de bewering dat liefde niet langer meer een bron van zelfkennis is gaat ze niet mee. Ze bestrijdt het idee evenwel met mededogen, zonder het genot van het gelijk dat ze wel degelijk heeft.
Het verlangen naar Philip Roth
En dan tref je in dit exclusieve vrouwelijke gezelschap van andere vrouwen als Joan Didion, Janet Malcolm, Olivia Laing, Lola, Marilyn Monroe, Marguerite Duras, Jane Bowles en Patricia Highsmith – stuk vrouwen die in een verhelderende context worden belicht – ineens Philip Roth aan. Hij is het soort schrijver die ze best wil opzoeken, meer nog hem te vriend zou willen houden. Ondanks ze hem omschrijft als een schunnige, wellustige door seks geobsedeerde auteur is ze dol op hem. Roth,de schrijver van de gekwelde mens. Wat hij ook schrijft zijn alter-ego’s zijn verscheurd door het onvermogen innerlijke tegenstrijdigheden met elkaar te verzoenen. Of zoals Palmen het zo raak definieert:
‘Er is maar één karakterisering die aan zijn ironische twijfels en satirische spotzucht ontsnapt en dat is het schrijven zelf. Schrijven is alles wat hij is.’
Connie Palmen heeft met ‘Voornamelijk vrouwen’ een zeldzame verzameling essays over elf vrouwen en één man afgeleverd. Klerurrijke portretten van uitzonderlijk boeiende figuren die ze kritisch tegen het licht houdt, met wie ze discussieert maar ook soms liefdevol tegen zich aandrukt.