Dagboekschrijven als ultieme redmiddel?
Mensje van Keulen, ‘Moeder en pen’
Interviews vindt Mensje van Keulen (1946) nogal vervelend. Een schrijver hoeft zijn manier van werken toch niet zomaar aan de openbaarheid prijs te geven. Hoe ze leeft en daarover rapporteert is dan weer iets anders. Haar dagboeken, waaraan ze in 1976 begon, worden sinds 2006 uitgegeven. ‘Moeder en pen’ (1979-1983) is intussen al het derde deel van haar hand.
Van Keulen begon eraan als 29-jarige schrijver. Toen was ze met romans als ‘Bleekers zomer’ en ‘Van lieverlede’, plus een verhalenbundel, al uiterst succesvol. Roem die haar gestolen kon worden. Het zorgt alleen maar voor sores en verstoort relaties. Dat het tussen Mensje en haar Lon niet meer botert heeft alles te maken met de geboorte van Aldo, hun zoontje. Mensje wilde een kind, hij niet.
Ook al is ze gelukkig met Aldo, de pijn om Lon steekt er telkens dwars doorheen. Hij wil iets anders: Nederland verlaten om in het zuiden van Frankrijk te gaan wonen.’ Hij zou daar dan landbouwer zijn en ik kon er schrijven. Ik zei dat ik niet in zo’n vlucht geloofde. Er ontstond ruzie.’ Het zorgt ervoor dat beiden langzamerhand meer en meer uit elkaar drijven. Wat te voorspellen valt geurt: Lon gaat vreemd met C. die de schrijfster als de fruitboom omschrijft. Het zorgt alleszins voor spitante fragmenten.
‘Wat hij daar zei sloot wel aardig aan bij wat ik vorige week te horen kreeg over de fruitboom: “Ik geil op haar, omdat ze minder is.” Een opmerking om zowat medelijden met het loeder te krijgen. Ik zei dat hij haar maar flink moest blijven neuken tot hij was afgeknapt, maar dat ik dan al weg was.’
Het schrijven in de vingers houden
Het weegt zwaar, zorgen voor een baby en tussendoor schrijven aan ‘De avonturen van Anna Molino’, een schelmenballade die uiterst moeizaam vordert. Om het metier niet te verliezen raadt haar uitgever haar dagboekschrijven aan. Een literair genre dat ze niet hoog inschat en waar ze weinig of niets aan heeft. Toch doet ze het al was het maar om het schrijven in de vingers te houden. Soms komt er op een dag iets bruikbaar uit de pen. Blijft ze zoveel schrijven dan raakt de inkt nog op, merkt haar man cynisch op. Het moet gewoon, haar uitgever wacht op het manuscript van ‘Overspel’ en is bereid ‘De avonturen van Anna Molino’ uit te geven. Het dwingt haar Lon duidelijk te maken dat het allemaal voorbij is.
‘God, het was zwaar. Hij zei dat hij me niet wegstuurde, dus dat ik dat zelf wilde. De tranen weer, ik hoorde mezelf roepen dat hij dat nooit mocht zeggen, dat ik nog altijd van hem hield, maar dat het onmogelijk was geworden.’
Geen oppervlakkig nostalgisch gedoe
Wat de lezer in ‘Moeder en pen’ geserveerd krijgt is zoveel meer dan het verhaal van een op de klippen gelopen relatie tussen twee mensen. Mensje van Keulen brengt hier zonder nostalgisch gedoe de jaren zeventig begin de jaren tachtig in beeld. Een periode waarin Gerrit Komrij, tekenaar Peter Vos, Maarten Biesheuvel, Maarten ’t Hart, uitgever Theo Sontrop, Hans Warren en tal van anderen voor interessante kanttekeningen zorgen. Hoe ze dat alles op meesterlijke wijze tot leven weet te wekken bewijst haar groot literair vakmanschap.