De profetische waarde van Rachel Carson
Rachel Carson, ‘De zee’
Het aantal boeken rond klimaat stijgt de laatste tijd zienderogen. Het thema staat dan ook hoog op de maatschappelijke agenda. De vraag wat te doen met het klimaat wordt met elke seconde meer urgent. Het maakt de heruitgave van Rachel Carsons’ ‘De zee’ in een nieuwe, herziene en uitgebreide uitgave binnen de excellente Paradigma reeks extra relevant. Voorzien van een voorwoord door Jaap Tielbeke (auteur van o.a. ‘We waren gewaarschuwd: over een profetisch milieurapport en wat we er (niet) mee deden’ en ‘Een beter milieu begint niet bij jezelf’) wordt het immense belang van Carsons klassieke tekst voor de zorg van de zee overduidelijk.
De roots van een ecologisch icoon
Voor wie nog niet vertrouwd zou zijn met Carson (1907-1964): zij pende met de klassieker ‘Silent Spring’ (1961) een bestseller die stevige, diepgaande en wetenschappelijk onderbouwde kritiek op het overmatige gebruik van pesticiden (DDT) inhield en de gevolgen zowel voor de natuur als voor de bevolking. En werd zowaar een rolmodel en referentie voor de milieubeweging. Haar uitgesproken aandacht en zorg voor de natuur zou nog vele generaties verder reiken.
In de introductie van deze hernieuwde uitgave beschrijft Tielbeke onder meer hoe Carson als jong meisje opgroeide in het kleine Springdale, Pennsylvania met ‘wild birds and creatures as companions’ en boeken van Herman Melville, Joseph Conrad en RL Stevenson. Hij geeft weer hoe de kennismaking met haar biologieleraar haar carrièreplanning overhoop haalde (nvdr: ze verruilde een studie literatuur voor biologie) en hoe de zee voor Carson steevast een ongeziene dichterlijke verwondering zou blijven betekenen. Al zou ze haar informatie bij voorkeur uit de bibliotheek halen eerder dan de onderwaterwereld zelf te gaan verkennen zoals de familie Cousteau.
Herwerking van oorspronkelijke ideeën
Een van de bijzonderheden is dat Carson in het voorwoord bij de editie van 1961 haar oorspronkelijke ideeën over de wonderlijke schoonheid van de oceaan aardig moet bijstellen:
Hoewel de mens een moedeloos makende staat van dienst heeft als hoeder van de aardschatten, ging er altijd een zekere troost uit van het idee dat de zee tenminste ongeschonden bleef, dat ze buiten het bereik lag van het vermoeden van de mens om in te grijpen en te roven. Maar dat idee is helaas naïef gebleken.
Ook wijst Carson erop dat de immense schade die toegebracht werd, helaas niet meer ongedaan gemaakt kan worden.
Verwondering over de zee
Maar dat idee kwam er dus pas nadien. Want in de oorspronkelijke tekst van ‘De zee’ doet Carson op fascinerende wijze de hele ontstaansgeschiedenis van de Aarde uit de doeken. Zo heeft ze het onder meer over het ontstaan van de oerzee (een paar miljard jaar geleden), de evolutie van de allereerste levende wezens, dieren en planten. Wat daarin vooral overheerst is het idee van absolute verwondering over de meest waanzinnige mirakels van de mariene wereld, hoe de oppervlakte van het water bijvoorbeeld veel meer informatie oplevert dan je initieel misschien zou kunnen denken. Zo heeft ze het onder meer over het belang van diatomeeën, fytoplankton en zoveel meer en veel minder over de mediagenieke aspecten van de zee/oceaan.
De mensensoort, zo wijst Carson erop, komt voort uit de zee en blijft er natuurlijk ontzettend afhankelijk van. Tekenend is bijvoorbeeld dat de initiële werktitel voor de ‘Silent spring’ klassieker ‘Man against earth’ was. Het maakt duidelijk hoe zij zich gaandeweg steeds bewuster werd van de enorme impact die de menselijke soort heeft op het voortbestaan van de oceaan. Natuurlijk begreep ze ook dat ze haar kritiek richtte op de gevestigde industrieel-kapitalistische orde in het naoorlogse Amerika. Het weerhield er haar gelukkig helemaal niet van om alsnog het uiterst succesvolle ‘Silent spring’ uit te geven, wetend dat elke bewering erin aan grootschalige kritiek onderworpen zou worden. Het betekende op het einde van haar carrière een grote doorbraak. Carson werd een ecologisch icoon en mengde zich volop in het woelige debat rond milieu en ecologie.
Biografie van de zee met blijvende relevantie
Destijds werd ‘De zee’ gepromoot als een soort biografie. Bedoeld als een uniek inkijkje in de wereld van de zee. Toen er enkele stukken voorgepubliceerd werden in The New Yorker bleek het publiek al snel meer ervan te willen. Niet eens zo verrassend want ‘De zee’ is bij uitstek dan ook het type boek waar je als lezer, vooral door de meer dan bijzondere vermenging van wetenschappelijke inzichten, kennis en poëtische taal, helemaal in kan opgaan.
Tezelfdertijd is er natuurlijk het immense belang van de erin vervatte inhoud en boodschap. Hoewel sommige elementen en inzichten die erin geformuleerd worden nu deels achterhaald zijn – hetgeen goeddeels te maken heeft met de tijd waarin Carson ‘De zee’ schreef, blijft de kernboodschap wél meer dan overeind:
De staat van dienst van de mens als vernietiger van oceanische eilanden is helaas een van zijn zwartste. Zelden heeft hij voet op een eiland gezet zonder rampzalige veranderingen teweeg te brengen. Hij heeft het milieu vernietigd door te kappen, te ruimen en te verbranden (..) Over de ene na de andere eilandensoort is het zwarte doek van de ondergang gevallen.
De zee blijft ondanks alle buitengewone wetenschappelijke vooruitgang een mysterie. Het is overigens net dankzij de inzet van geavanceerde wetenschap en technologie (die in de jaren vijftig toen Carson ‘De zee’ schreef nog niet zo geweldig groot was) dat we tegenwoordig met eigen ogen kunnen zien en weten hoe ontzettend snél sommige processen in de zee/oceaan gaan. Al heeft ook dat natuurlijk een donkere schaduwzijde. Naarmate de wetenschappelijke kennis over de zee/oceaan toeneemt, des te meer er misbruik van gemaakt kan worden.
Paradigma: naar een shift?
Carson beschrijft in haar boek evoluties in de zee/oceaan en beklemtoont daarbij soms de erg ontwrichtende aard van de mens. Maar oplossingen over hoe het dan anders moet, welke gedrags- en/of attitudeveranderingen, geeft ze niet. Wél weten we intussen allemaal, zeker sinds het alarmerende rapport van Rome (1972), dat er op het vlak van ecologie erg dwingende keuzes gemaakt zullen moeten worden. In de tijd van Carson ging de overweging toen nog grotendeels over de inzet van nucleaire atoomproeven en radioactief afval. Dat had, gezien de huidige vaststellingen rond de achteloze dumping van chemisch-industrieel afval zoals PFOS/PFAS in onze wateren, zowaar duidelijk profetische waarde.