Michel Houellebecq bereidt een feestelijke maaltijd uit kliekjes
Michel Houellebecq, ‘Nader tot de ontreddering. De koude revolutie 2022.’
Toen Michel Houellebecq in 2005 geportretteerd werd in het VPRO-programma R.A.M. leverde dat een merkwaardige reportage op. Er gebeurde namelijk … niets. Een hond vleide zich neer bij de Franse schrijver, terwijl die zich onder een boom vooral zorgen maakte over hoe het licht op zijn viervoeter scheen. Op geen enkel moment leek hij moeite te doen om een idyllisch tafereel te evoceren voor de aanwezige camera.
Wanneer hij het in deze bundel opgenomen essay ‘Een remedie …’ heeft over zijn onbegrip voor de camera, kunnen we ons dan ook makkelijk daarbij iets voorstellen. Houellebecq cultiveert zijn schrijversimago door het verwaarlozen. De tekst komt voor de schrijver bij Michel Houellebecq. Niet andersom.
Oude bekenden
Het gros van de essays hier zijn oude bekenden. Ze verschenen reeds in eerder werk als ‘De koude revolutie’ (’04) en ‘In aanwezigheid van Schopenhauer’ (’18). Voor deze publicatie werden ze aangevuld met een tiental nieuwe teksten. Naast essays zijn er tevens interviews en kattebelletjes naar andere schrijvers (zoals bijvoorbeeld naar de eeuwige vriend/schrijver Frédéric Beigbeder). Levert dat een onmisbare publicatie op? Nou nee.
Toch weet iedereen die gedurende een langere periode een lezersband opbouwt met een schrijver, dat de restjesmaaltijden vaak het lekkerste smaken. Net zoals schetsen soms interessanter zijn dan het finale schilderij, zijn in er in dit werk de nodige prikkelende zinnen terug te vinden. Over de recente pandemie:
‘Een ander cijfer dat deze weken heel belangrijk is geworden, is de leeftijd van de zieken. Tot wanneer moeten ze worden gereanimeerd en behandeld? 70, 75, 80 jaar? […] In elk geval was nog nooit zo kalmpjes onbeschaamd onder woorden gebracht dat mensenlevens niet altijd en overal dezelfde waarde hebben; dat je vanaf een bepaalde leeftijd (70, 75, 80 jaar?) eigenlijk al een beetje dood bent.’
De liefde voor het boek
Wie vermoedt dat Michel Houellebecq synoniem staat voor cynisme, zal verwonderd zijn door ‘Ik heb gelezen …’. Een essay waarin de schrijver zonder reserve zijn liefde voor boeken bezingt. Niet de boeken die mooi staan wezen in een esthetisch verantwoorde boekenkast, maar gelezen pockets. Geknakte ruggen, twijfelachtige kaften: het maakt Houellebecq geen mallemoer uit. Het brengt hem terug bij de momenten waarin je – en iedere lezer kent dit – jezelf verliest in de tekst.
‘Ik dacht dat mijn leven gelukkig zou zijn, en ik had niet eens een duidelijke voorstelling van ongeluk; het leven kwam me voor als een genot en een geschenk, en lezen was in dat oneindig heerlijke leven een van de bronnen van vreugde.’
Nieuwe lezers zal de Fransman niet winnen met ‘Nader tot de ontreddering …’. Maar voor wie niet vertrouwd is met de essayist Michel Houellebecq zal hier een schrijver herkennen die bijna dwars doorheen de tekst ‘spreekt’ met de lezer. Zijn schrijfstijl is als de voetstap van een bekende: onmiddellijk herkenbaar. En wie alles al in huis heeft van Houellebecq, zal dit gewoon aanschaffen.