Zelfs over aanstekers had Gerard Reve een mening
Gerard Reve, ‘Zeer Fijne Boy. Brieven aan Jef R. (1986-1997)’
De Nederlandse tv-maker Jef Rademakers (72) was jarenlang bevriend met Gerard Reve (1923-2006). Dat was goed voor een behoorlijk aantal brieven die de beroemde volksschrijver van 1986 tot 1997 naar hem schreef. Brieven over God, dood, de kunst en verval der zeden die nu gebundeld zijn in ‘Zeer Fijne Boy. Brieven aan Jef R. (1986-1997)’. Een must voor elke Reviaan.
Dat Gerard Reve een notoir brievenschrijver was is een publiek geheim. Titels als ‘Brieven aan Wimie’ (1980), ‘Brieven aan Simon C.’(1982) en het vanuit literair oogpunt interessante ‘Verscheur deze brief. Ik vertel veel te veel. Correspondentie met Willem Frederik Hermans 1948-1987’ (2007). Ze illustreren het belang dat hij hechtte aan deze aloude en inmiddels door de tijd hopeloos achterhaalde manier van communiceren.
Rademakers ontmoette Reve voor het eerst in 1981. Hij was toen redacteur van ‘Alles is Anders Show’, een Nederlands praatprogramma van Aad van den Heuvel. Van een gesprek tussen beiden was toen allerminst sprake. Toen Reve twee jaar later naar aanleiding van enkele boude uitspraken in Het Parool over Surinamers in Nederland, de PLO en de Zuid-Afrikaanse bevrijdingsbeweging wilde van den Heuvel hem per se als gast in zijn show hebben.
De volksschrijver ging akkoord op voorwaarde dat hij persoonlijk op zijn Geheime Landgoed in Frankrijk zou worden opgehaald. Dus werd Jef Rademakers op hem afgestuurd. Het werd het begin van een jarenlange vriendschap. Goed voor talloze brieven die de vroegere bedenker van de Pin Up Club en Klasgenoten, na het fiat van Joop Schafthuizen, uit zijn archiefkast heeft gehaald. Hij reisde met Reve destijds alle heiligdommen in Europa af. Hij kreeg er de vreemdste zaken te horen.
Zijn laatste levensjaren in Machelen-aan-de-Leie
Toen Rademakers hem op een van hun reizen in een café op het Spaanse platteland vroeg of hij ervan overtuigd was dat de Maagd Maria werkelijk heeft bestaan, antwoordde hij: ‘Of de Maagd echt bestaat, is van geen enkel belang, als wij maar genoeg tot haar bidden.’ Een verering voor de Maagd die hem nooit meer zou loslaten, net als de vraag of er zoiets als een eeuwig leven bestaat. In een van zijn laatste brieven in dit boek schrijft hij onder andere, naar aanleiding van een gesprek met dorpspastoor Gabriël Desmaele uit Machelen-aan-de-Leie, waar hij zijn laatste levensjaren doorbracht en begraven is:
‘Ja, Dood en Leven. Vader Desmaele vroeg mij: “Gerard, denkt gij dat er een voortbestaan is na de dood?”. Ik zeide: “Daar vraagt ge mij iets! Ik zal erover nadenken, en misschien kan ik het ergens opzoeken.” Zelf denk ik dat er telkens een nieuw bestaan komt, in alle eeuwigheid. Geen opbeurende gedachte, maar er is niets aan te doen, dus tobben heb geen zin.’
Een totaal andere toon, op het lachwekkende af, slaat hij eveneens over religie aan in een brief van 16 augustus 1986 waarin hij schrijft dat hij zijn haar gaat wassen voor zijn geestelijke gezondheid, eraan toevoegend dat heel wat mensen door godsdienst – al is dat niet te bewijzen – gek zijn geworden. Over zowat alles laat hij zijn licht schijnen, tot over aanstekers toe.
‘Is het jou ook al opgevallen, dat de in het huidige tijdsgewricht verkochte sigarettenaanstekers bijna alle ondoorzichtig zijn, en in doffe, uiterst lelijke tinten zijn uitgevoerd? (…) Het leven verliest diepte.’
Hoe je best vlekken verwijderd
Het grootste deel van de in totaal negentien brieven gaat uiteraard over de voorbereiding van tv-programma’s waarin Gerard Reve in de jaren tachtig en negentig zijn medewerking verleende. Brieven waarin hij aan Rademakers zijn wensen in verband met locaties, kleding en andere praktische zaken kenbaar maakt. Niet altijd boeiend voor wie geen Reviaan is. Gelukkig zijn er voldoende brieven die de lezer wel aan het lachen brengen. Al was het maar omwille van de manier waarop de grote volksschrijver zijn visie op het katholicisme, homoseksualiteit, geneeskunde of hoe je vlekken best verwijderd aan de wereld kenbaar maakt.
Wie in deze correspondentie grasduint ontkomt niet aan de indruk dat Reve in het epistolair genre excelleert. Een gegeven dat in een bijdrage van Christophe Vekeman nog eens extra wordt benadrukt. ‘Zeer Fijne Boy. Brieven aan Jef R. (1986-1997) is een must voor elke Reviaan. Wie niet tot de fanclub behoort kan maar beter uitkijken naar de dag waarop Reves correspondentie met de Maagd Maria zal verschijnen.