Sylvie Marie doorprikt de mediocriteit in ‘Alles valt’
Sylvie Marie, ‘Alles valt’
Vandaag de dag nemen steeds minder mensen genoegen met een alledaags, standaard leven. We gaan op zoek naar spanning en vernieuwing om de sleur te doorbreken. Zo ook Roderik Deroo, het hoofdpersonage in Sylvie Maries roman ‘Alles valt’. Roderik blijkt een doodnormale man, met een doodnormale job en een doodnormaal leven. Zijn grootste en banaalste nachtmerrie is werkelijkheid geworden. Niet alleen in zijn job als ondertitelaar blijkt hij gemiddeld te presteren, maar ook als auteur en als vader. In Sylvie Maries roman kruipen we in het hoofd van een piekeraar, gevoed door onzekerheid en alledaagsheid. Tot het te veel wordt en alles in elkaar lijkt te storten.
Meegesleurd in de sleur van het leven
Roderik woont in Gent met zijn vrouw Caroline en zoontje Cas. Het lijkt het perfecte plaatje van een gelukkig gezin maar Marie doorprikt al snel die illusie. Roderik is maar matig tevreden en voelt zich steeds meer opgesloten in alledaagsheid. Hij vlucht weg in de verhalen die hij schrijft en verdringt de pijn met alcohol. Langzaamaan raakt hij meer losgekoppeld van de realiteit en begint hij te leven in zijn piekerend hoofd. ‘Alles valt’ is het ideale voorbeeld van hoe gebeurtenissen soms voornamelijk in ons hoofd afspelen en zo alleen maar dramatischer lijken. Hoe meer stilstand, hoe meer afstand.
Hoe, in deze omstandigheden, kon iets dan tot hem doordringen, kon iets hem raken, veranderen, genezen? Misschien was hij zonder die twee slechts een willoze kartonnen doos, opvulbaar met eender wat?
Leren normaal functioneren
Marie bereidt subtiel Roderiks inzinking voor, gevolgd door een zelfdiagnose: het hoofdpersonage gelooft te lijden aan ‘lachesisme’. De uitleg volgens de Dictionary for Emotions You Never Knew Existed: het verlangen om door een ramp getroffen te worden, zodat het leven daarna aangrijpender en begrijpelijker wordt. Een gevoel dat hij niet eerder kende maar nu perfect zijn situatie lijkt te beschrijven. Roderik gelooft dat een reis naar Oradour-sur-Glane, een dorp in Frankrijk gekenmerkt door oorlogsgruwel, hem zal redden. Een absurde redenering misschien, maar dat maakt die des te realistischer.
Een reis om tot inzicht te komen, de boel weer te relativeren, dankbaar te zijn voor alles wat hem niet was overkomen, verdorie, om te leren weer normaal te functioneren.
Sombere gedachten
De opbouw van ‘Alles valt’ is vrij eenvoudig maar Marie weet het verhaal te verfijnen en extra diepgang te geven met woordspelingen, poëtische taal en een ingebed verhaal over Aokigahara, een zelfmoordbos in Japan. Het verhaal over het zelfmoordbos, met Murakami als inspiratie, is het werk van Roderik. Via het verhaal kruipen we op een andere manier in zijn hoofd. Bovendien zitten er verwijzingen in naar het vervolg van zijn eigen verhaal. Slim bedacht, net zoals de woordspelingen. Roderik Deroo (zeg dat maar eens paar naar elkaar) woont in de Stropstraat in Gent en zoekt in zijn vrije tijd lijstjes op met de meest angstaanjagende plekken ter wereld en bizarre plaatsnamen.
Verroken en verdrinken waren de methodes. Laten vervliegen of onderdompelen. Opeten, zelfs verzwelgen kon niet, want verteerbaar zou het nooit worden.
Wat als alles valt? De laatste houvast, de zekerheid, de muren om je heen. ‘Alles valt’ is een beklemmend psychologisch drama dat ons meesleurt in het hoofd van een personage dat langzaamaan de grip op zijn leven verliest. We leven langzaamaan meer in Roderiks hoofd dan in de realiteit, wat leidt tot tragische maar ook ironische passages. Marie weet te ontroeren en daarmee ook in onze gedachten binnen te dringen.